ECLI:NL:RBROT:2022:9730

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
14 november 2022
Zaaknummer
C/10/645615 / HA RK 22-1018
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een onbeheerde nalatenschap zonder bekende erfgenamen

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 27 oktober 2022, is een verzoek tot benoeming van een vereffenaar behandeld. Het verzoek is ingediend door Adesso Bewindvoering en ErfrechtMeesters, naar aanleiding van het overlijden van mevrouw [erflaatster01] op 8 augustus 2022. Mevrouw [erflaatster01] had geen bekende erfgenamen, aangezien zij geen echtgenoot, kinderen of broers of zussen had, en haar ouders waren ook overleden. Dit leidde tot de noodzaak om een erfgenamenonderzoek uit te voeren om de afstammelingen van haar grootouders of overgrootouders te achterhalen.

Adesso Bewindvoering, die eerder als curator was aangesteld, heeft het verzoek ingediend om [verzoekster02] tot vereffenaar te benoemen, zodat deze de nalatenschap kan beheren en het erfgenamenonderzoek kan uitvoeren. De rechtbank heeft geoordeeld dat Adesso Bewindvoering als belanghebbende kan worden aangemerkt, maar dat [verzoekster02] niet-ontvankelijk is in haar verzoek, omdat zij geen directe relatie heeft met de nalatenschap.

De rechtbank heeft vervolgens besloten om [verzoekster02] tot vereffenaar te benoemen, gezien haar betrokkenheid bij de nalatenschap via Adesso Bewindvoering. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de rechtbank heeft de griffier opgedragen om de benoeming in te schrijven in het boedelregister. De kosten van de procedure zijn afgewezen, omdat daar op dat moment geen grond voor was. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/645615 / HA RK 22-1018
Beschikking van 27 oktober 2022
in de zaak van
1.
[verzoekster01], handelend onder de naam Adesso Bewindvoering,
kantoorhoudende te Nootdorp,
2.
[verzoekster02], handelend onder de naam ErfrechtMeesters,
kantoorhoudende te Delft,
verzoeksters,
advocaat mr. J.H.J. Rijntjes te Rotterdam.
Verzoekster sub 1 wordt hierna “Adesso Bewindvoering” genoemd en verzoekster sub 2 wordt hierna “ [verzoekster02] ” genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Op 3 oktober 2022 is bij de rechtbank ingekomen het verzoekschrift van verzoekers tot benoeming van een vereffenaar, met producties.
1.2.
De rechtbank heeft besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen, omdat er geen belanghebbenden (erfgenamen) bij het verzoekschrift bekend zijn en de rechtbank geen vragen heeft aan verzoeksters.

2.De beoordeling

2.1.
Op 8 augustus 2022 is te [plaats01] overleden mevrouw [erflaatster01] (hierna: erflaatster), geboren op [geboortedatum01] 1937 en laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats01] . Het is op dit moment niet bekend wie de erfgenamen van erflaatster zijn. Erflaatster heeft volgens het Centraal Testamentenregister geen testament opgemaakt en het is op dit moment onbekend wie haar wettelijke erfgenamen zijn. Erflaatster had namelijk geen echtgenoot, geen kinderen en geen broers of zussen. De ouders van erflaatster zijn al overleden. Dit betekent dat onderzoek gedaan moet worden naar de afstammelingen van de grootouders of overgrootouders van erflaatster.
2.2.
Erflaatster stond onder curatele. Adesso Bewindvoering is door de rechtbank Rotterdam op 17 december 2013 tot curator van erflaatster benoemd. Door het overlijden van erflaatster is de taak van Adesso Bewindvoering als curator beëindigd. Omdat er geen erfgenamen zijn en Adesso Bewindvoering geen curator meer is, is de nalatenschap van erflaatster op dit moment onbeheerd. Adesso Bewindvoering heeft daarom [verzoekster02] gevraagd om het beheer van de nalatenschap van erflaatster over te nemen en op zoek te gaan naar de wettelijke erfgenamen. Omdat [verzoekster02] dat pas mag doen als zij tot vereffenaar benoemd is, verzoeken Adesso Bewindvoering en [verzoekster02] om op grond van artikel 4:204 lid 1 onder a BW [verzoekster02] tot vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van erflaatster en om te bepalen dat de kosten van deze procedure ten laste van de nalatenschap worden gebracht.
2.3.
De rechtbank kan op grond van artikel 4:204 lid 1 onder a BW als een nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard door een erfgenaam, wat hier het geval is, op verzoek van een belanghebbende een vereffenaar benoemen. Adesso Bewindvoering was de curator van erflaatster. Zij is in die hoedanigheid belanghebbende bij het verzoek om een vereffenaar te benoemen, omdat de taak van de curator nog niet klaar is na het overlijden van erflaatster. De curator moet namelijk aan de erfgenamen van erflaatster rekening en verantwoording afleggen over het gevoerde beheer tot de overlijdensdatum. Omdat een vereffenaar verplicht is om een erfgenamenonderzoek uit te voeren, heeft Adesso Bewindvoering belang bij het benoemen van een vereffenaar. [verzoekster02] heeft echter onvoldoende onderbouwd waarom zij ook als belanghebbende kan worden aangemerkt. Zij heeft weliswaar van Adesso Bewindvoering de opdracht gekregen om de nalatenschap van erflaatster af te wikkelen, maar daarmee is zij in een contractuele relatie komen te staan met Adesso Bewindvoering en dus niet met nalatenschap van erflaatster. [verzoekster02] zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar verzoek.
2.4.
Omdat het op dit moment onbekend is wie en of er erfgenamen van erflaatster zijn, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende grond is om een vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van erflaatster en is er dus aan de andere voorwaarden van artikel 4:204 lid 1 BW voldaan. De vereffenaar moet een erfgenamenonderzoek doen en heeft daarnaast tot taak om de schuldeisers van erflaatster te betalen, wat Adesso Bewindvoering nu niet meer kan doen door het eindigen van de curatele. Het verzoek van Adesso Bewindvoering om een vereffenaar te benoemen zal daarom worden toegewezen.
2.5.
Adesso Bewindvoering heeft voorgesteld om [verzoekster02] tot vereffenaar te benoemen. Omdat [verzoekster02] door de inschakeling van Adesso Bewindvoering reeds betrokken is bij de nalatenschap van erflaatster, zal de rechtbank [verzoekster02] tot vereffenaar benoemen. Zij moet deze benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant. Het is daarnaast haar taak om een erfgenamenonderzoek te starten.
2.6.
Het verzoek met betrekking tot de kosten van dit verzoek zal worden afgewezen, omdat daar nu geen grond voor is. Deze dienen te zijner tijd separaat aan de kantonrechter te worden voorgelegd.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart [verzoekster02] niet-ontvankelijk in haar verzoek;
3.2.
benoemt
mr. Bjoke Hanke Knoop-Bergsma, kantoorhoudende bij de ErfrechtMeesters aan de Westvest 149, 2611 AZ te Delft, tot vereffenaar in de nalatenschap van:
[erflaatster01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1937,
laatstelijk wonende te [woonplaats01] ,
overleden op 8 augustus 2022 te [plaats01] ,
3.3.
draagt de vereffenaar op een erfgenamenonderzoek uit te voeren;
3.4.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
3.6.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam, op de hoogte te stellen van deze benoeming;
3.7.
draagt de vereffenaar op haar benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant;
3.8.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2022. [1]
3120

Voetnoten

1.Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.