ECLI:NL:RBROT:2022:9600

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
C/10/616326 / KG ZA 21-257
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot herbeoordeling van een niet-openbare aanbesteding en uitsluiting van deelname

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Jaarome Invest B.V. een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Dordrecht, nadat zij was uitgesloten van verdere deelname aan een niet-openbare aanbesteding voor de ontwikkeling van een woonwijk in Dordrecht. De Gemeente had op 18 maart 2021 een gunningsbesluit genomen, waarbij Jaarome onvoldoende punten had gescoord op het kwaliteitscriterium 'Geluid', wat leidde tot haar uitsluiting. Jaarome vorderde in kort geding dat de Gemeente de gunningsbeslissing zou intrekken en haar inschrijving opnieuw zou beoordelen conform de aanbestedingsdocumenten.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Gemeente de beoordelingscriteria correct had toegepast en dat Jaarome niet had voldaan aan de eisen die in de aanbestedingsdocumentatie waren gesteld. De rechter oordeelde dat de Gemeente op basis van de scores die aan Jaarome waren toegekend, terecht had besloten om haar uit te sluiten van verdere deelname aan de aanbesteding. De vorderingen van Jaarome werden afgewezen, en de Gemeente werd verboden de opdracht aan een andere partij dan de Combinatie te gunnen. De proceskosten werden toegewezen aan de Gemeente en de Combinatie.

De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en gelijke behandeling in aanbestedingsprocedures, evenals de noodzaak voor inschrijvers om zich volledig in te leven in de specifieke eisen van het project. De rechter concludeerde dat de Gemeente redelijkerwijs tot haar besluit had kunnen komen, en dat Jaarome niet aannemelijk had gemaakt dat haar ontwerp voldeed aan de geldende geluidseisen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/616326 / KG ZA 21-257
Vonnis in kort geding van 10 november 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JAAROME INVEST B.V.,
gevestigd te Oud-Beijerland,
eiseres,
advocaat mr. S.C. Brackmann te Rotterdam,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE DORDRECHT,
zetelend te Dordrecht,
gedaagde,
advocaat mr. D. van Leersum te Dordrecht,
met als tussenkomende partij
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PURE DEVELOPMENT B.V.,
gevestigd te Voorschoten,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WAYLAND REAL ESTATE B.V.,
gevestigd te Bergschenhoek,
advocaat mr. T. Raats te Den Haag.
Partijen worden hierna Jaarome, de Gemeente en de Combinatie genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 7 april 2021, met 12 producties;
  • de productie van de Gemeente, met de aankondiging op Tenderned van 3 mei 2021 dat de aanbesteding is stopgezet c.q. ingetrokken;
  • de pleitnotities van Jaarome;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 7 mei 2021, waarin is vermeld dat de procedure op verzoek van partijen wordt aangehouden tot het moment dat er duidelijkheid bestaat over de status van het intrekkingsbesluit;
  • de e-mail van Jaarome van 28 juli 2022, waarin is verzocht een nieuwe datum te bepalen voor een mondelinge behandeling;
  • de incidentele conclusie tot tussenkomst dan wel voeging van de Combinatie;
  • de akte overlegging producties, met 2 producties, van de Combinatie;
  • de 11 producties van de Gemeente;
  • de voortzetting van de mondelinge behandeling op 27 oktober 2022;
  • de pleitnotities van Jaarome;
  • de pleitnota van de Gemeente;
  • de pleitnota van de Combinatie.
1.2.
Het incident tot tussenkomst (primair) dan wel voeging (subsidiair) van de Combinatie is voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling besproken op de zitting van 27 oktober 2022. Jaarome en de Gemeente hebben ter zitting verklaard geen bezwaar te hebben tegen de tussenkomst. De voorzieningenrechter heeft de primaire vordering daarop als niet-weersproken en op de wet gebaseerd toegewezen. De tussenkomst is reeds tot uitdrukking gebracht in de kop van dit vonnis. Vervolgens is de inhoudelijke behandeling aangevangen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Op 15 juni 2020 heeft de Gemeente via Tenderned de aankondiging gedaan van een nationale niet-openbare aanbesteding van de opdracht voor het project Vlijweide (hierna: het Project). Het Project betreft de ontwikkeling en realisatie van een woonwijk (met 50-70 woningen) in een zoetwatergetijdelandschap in Dordrecht. Op 25 juni 2020 heeft de Gemeente tijdens een marktinformatiebijeenkomst een presentatie over de aanbesteding voor de ontwikkelaars verzorgd.
2.2.
De aanbestedingsdocumentatie bestaat uit de Bouwenvelop, de Aanbestedingsleidraad, de bijlagen bij die documenten en de nota’s van inlichtingen. De Bouwenvelop bevat projectinformatie en de inhoudelijke eisen met betrekking tot de bouwopgave. In de Aanbestedingsleidraad is procesinformatie opgenomen die inschrijvers nodig hebben om een inschrijving te kunnen doen.
2.3.
In paragraaf 1.5 van de Aanbestedingsleidraad is vermeld dat de opdracht wordt gegund aan de deelnemer met de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding. De sub-gunningscriteria zijn prijs en kwaliteit. Wat betreft het onderdeel kwaliteit gelden de volgende kwaliteitscriteria:
GC2.1 stedenbouwkundige aandachtspunten;
GC2.2 natuurlijke en landschappelijke omgeving;
GC2.3 kwaliteit van openbare ruimte;
GC2.4 bereikbaarheid;
GC2.5 geluid.
2.4.
Bijlage D van de Aanbestedingsleidraad bevat de verdere uitwerking van de gunningscriteria en de wijze waarop de score wordt bepaald. Daarin is, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“(…)
De volgende kwaliteitscriteria zijn van toepassing:
(…)
GC2.5 Geluid
De wijze waarop in het plan een kwalitatieve invulling wordt gegeven als oplossing van de
geluidbelasting.
(…)
De leden van de beoordelingscommissie zullen elk kwaliteitsonderdeel onafhankelijk van elkaar beoordelen en waarderen met een rapportcijfer conform onderstaande tabel. Na de onafhankelijke beoordeling zullen de beoordelingen besproken worden en zal er in consensus gekomen worden tot één gezamenlijk rapportcijfer voor elk subcriterium.
Voor de beoordeling van elk van de subcriteria voor kwaliteit wordt gebruikgemaakt van de volgende scoremogelijkheden:
Score
Omschrijving score
Uitstekend
100
De behandelde punten in het Ontwikkelplan en het Schetsontwerp+ zijn zeer volledig, relevant en doeltreffend en/of tonen overduidelijk aan dat de Inschrijver zich heeft ingeleefd in de kenmerken van het project doordat de Inschrijver bijvoorbeeld innovatieve, reële, slimme oplossingen heeft voor meerdere specifieke punten. (Zeer ruime meerwaarde voor opdrachtgever).
Goed + 90
De behandelde punten in het Ontwikkelplan en het Schetsontwerp+ zijn volledig en relevant en/of tonen duidelijk aan dat de Inschrijver zich heeft ingeleefd in de kenmerken van het project. Op een enkel punt toont Inschrijver dat hij net iets verder gaat door bijvoorbeeld een innovatieve, reële, slimme oplossing. ( (Ruime meerwaarde voor opdrachtgever).
Goed 80
De behandelde punten in het Ontwikkelplan en het Schetsontwerp+ zijn volledig en relevant en/of tonen duidelijk aan dat de Inschrijver zich heeft ingeleefd in de kenmerken van het project. (Meerwaarde voor opdrachtgever).
Voldoende + 70
De behandelde punten in het Ontwikkelplan en het Schetsontwerp+ zijn volledig en op een enkel punt komt meerwaarde naar voren in de vorm van een innovatieve of slimme oplossing, maar voor het geheel van het beoordelingscriterium blijkt onvoldoende dat de Inschrijver zich de specifieke kenmerken van het project heeft eigen gemaakt. (Zeer beperkte meerwaarde voor opdrachtgever).
Voldoende
60
De behandelde punten in het Ontwikkelplan en het Schetsontwerp+ zijn volledig maar er blijkt onvoldoende uit dat de Inschrijver zich de specifieke kenmerken van het project eigen heeft gemaakt. (Geen meerwaarde voor opdrachtgever).
Onvoldoende 40
De behandelde punten in het Ontwikkelplan en het Schetsontwerp+ zijn onvolledig en/of de vraag is weliswaar beantwoord maar hiervoor zijn standaardteksten gebruikt waaruit blijkt dat de Inschrijver zich niet of onvoldoende heeft ingeleefd in de specifieke kenmerken van het project. (Onvoldoende)
De beoordelingscommissie zal geen tussenliggende scores toekennen. De minimaal vereiste score voor elk subcriterium is 60 punten. Dit is een knock-out.
(…)”
2.5.
De aanbestedingsprocedure bestaat uit twee fasen, een selectiefase en een
gunningsfase. Onder andere Jaarome en de Combinatie hebben zich op de aanbesteding ingeschreven en daarvoor hun Visie ingediend. Beide inschrijvers zijn na de selectiefase uitgenodigd om deel te nemen aan de gunningsfase. Op 28 januari 2021 heeft Jaarome haar inschrijving (het zogenaamde Schetsontwerp+, oftewel SO+, en het Ontwikkelplan) in het kader van de gunning ingediend bij de Gemeente.
2.6.
Op 12 februari en 23 februari 2021 heeft de Gemeente schriftelijk aanvullende vragen gesteld aan Jaarome over de wijze waarop haar plan voldoet aan de geluidseisen van het bestemmingsplan. Op 12 februari respectievelijk 25 februari 2021 heeft Jaarome op die vragen gereageerd.
2.7.
Op 18 maart 2021 heeft de Gemeente een gunningsbesluit genomen, dat inhoudt dat zij voornemens is de opdracht te gunnen aan de Combinatie.
2.8.
Bij brief van 18 maart 2021 heeft de Gemeente Jaarome geïnformeerd over de uitslag van de beoordeling van haar inschrijving. Daarbij is het volgende medegedeeld:
“(…)
Voor deze aanbesteding zijn 4 inschrijvingen ontvangen. (…)
De door u ontvangen scores voor de verschillende elementen van de kwalitatieve beoordeling zijn weergegeven in onderstaande tabel:
Score uw inschrijving
Score Winnaar
GC2.1
70 punten
70 punten
GC2.2
80 punten
60 punten
GC2.3
70 punten
70 punten
GC2.3
60 punten
70 punten
GC2.5
40 punten
80 punten
De minimaal vereiste score voor elk subcriterium is 60 punten. Zoals vastgelegd in de Aanbestedingsleidraad betreft dit een knock out. Op grond van de score voor het criterium GC2.5 (geluid) komt uw inschrijving daarom niet in aanmerking voor verdere deelname aan de aanbesteding.
(…)”
De Gemeente heeft in de bijlage bij de brief een verdere onderbouwing van de toegekende scores gegeven. Daarin is ten aanzien van het kwaliteitscriterium Geluid het volgende vermeld:
Beoordeling
Jaarome scoort 40 punten voor dit onderdeel (Onvoldoende: De behandelde punten in het Ontwikkelplan en het Schetsontwerp+ zijn onvolledig en/of de vraag is weliswaar beantwoord maar hiervoor zijn standaardteksten gebruikt waaruit blijkt dat de Inschrijver zich niet of onvoldoende heeft ingeleefd in de specifieke kenmerken van het project. (Onvoldoende).
Jaarome heeft zich bij de uitwerking van het plan onvoldoende ingeleefd in de specifieke kenmerken van het project. Er is een analyse gemaakt van het gemeentelijk beleid hogere waarden, maar niet van de planregels in het ontwerp-bestemmingsplan.
De strategie die Jaarome daarbij hanteert is:
o Afschermende bebouwing langs de Noordendijk
o Strategische plaatsing van de bouwvolumes
o Afstand houden waar mogelijk
o Oriëntatie loodrecht op de bron
o Gebruik van (bestaand) groen
In het plan heeft de eerstelijn bebouwing een geluidbelasting tot 58 db, de tweedelijn tot 53 dB. Toch wordt in antwoord op de verduidelijkingsvragen aangegeven dat de achterliggende woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde.
In de optiek van de selectiecommissie wordt er een heel ruime uitleg gehanteerd van 'eerstelijns bebouwing'. De tweedelijn bebouwing wordt nog tot boven de voorkeursgrenswaarde belast, waarmee niet voldaan wordt aan de beoogde afschermende werking van de eerstelijn bebouwing naar het achterliggend gebied.
Daarnaast wordt aangegeven dat alle woningen kunnen voldoen aan de voorwaarden in het ontwerp­bestemmingsplan gekoppeld aan de hogere waarde van 53 dB. Hieruit constateert de selectiecommissie dat Jaarome wel het ontwerpbestemmingsplan heeft ingezien, doch zich niet voldoende de planregels heeft eigen gemaakt voor de vertaling in haar plan. De bewering klopt voor de geluidluwe achterzijden. Wat betreft de voorzijde met de geluidbelasting tot 58 dB geeft Jaarome aan die deels doof uit te voeren en deels met een afsluitbare loggia. Op deze punten volgt zij de regels uit het ontwerp-bestemmingsplan dus niet (dove gevels zijn in de regels van het ontwerp­bestemmingsplan niet toegestaan).
Zij geeft aan dat de woningen aan de geluidluwe achterzijde een geluidluwe buitenruimte krijgen. Daar is dus in voorzien. Vervolgens geeft zij aan dat de buitenruimte aan de voorzijde desgewenst geluidluw kan worden afgeschermd. Dat is echter geen keuze, maar een noodzakelijkheid om op de achterliggende gevel te voldoen aan de eis van 53 dB.
In het plan is tot slot t.a.v. geluid niet gekeken naar de Baden Powelllaan en/of andere lokale ontsluitingswegen.”
2.9.
De drie afgewezen inschrijvers, waaronder Jaarome, zijn ieder afzonderlijk in kort geding opgekomen tegen de voorgenomen gunning aan de Combinatie.
2.10.
Op 30 april 2021 heeft de Gemeente aan alle inschrijvers medegedeeld de
aanbesteding in te trekken omdat volgens de Gemeente een Europese procedure had moeten
plaatsvinden. Op 3 mei 2021 heeft de Gemeente de intrekking op Tenderned gepubliceerd.
2.11.
Tegen deze beslissing is de Combinatie opgekomen. In kort geding heeft zij
gevorderd de intrekkingsbeslissing ongedaan te maken en de aanbestedingsprocedure te
hervatten. Bij vonnis van 16 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter te Rotterdam de Combinatie in het ongelijk gesteld (ECLI:NL:RBROT:2021:7123). In hoger beroep heeft het gerechtshof Den Haag op 19 juli 2022 (ECLI:GHDHA:2022:1463) de Combinatie alsnog in het gelijk gesteld en de Gemeente veroordeeld om de aanbestedingsprocedure te hervatten. Gedurende de looptijd van die procedures, is de onderhavige procedure
aangehouden.

3..Het geschil

3.1.
Jaarome vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1.
primair: de Gemeente te veroordelen de gunningsbeslissing d.d. 18 maart 2021 inzake de aanbesteding Vlijweide in te trekken en te veroordelen de inschrijving van Jaarome te herbeoordelen conform hetgeen omtrent de beoordeling is voorgeschreven in de aanbestedingsdocumenten en met inachtneming van het vonnis en te veroordelen om op basis van die herbeoordeling een nieuwe gunningsbeslissing te nemen, tenzij de Gemeente de opdracht niet meer wenst te verstrekken;
2.
subsidiair: een andere maatregel te treffen die in goede justitie redelijk is en recht doet aan de belangen van Jaarome;
3.
in alle gevallen: de Gemeente te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen een redelijke tegemoetkoming in de kosten van rechtsbijstand van Jaarome, alsmede de nakosten en de wettelijke rente;
4.
in alle gevallen: een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, per dag of per dagdeel dat de Gemeente in gebreke blijft bij de naleving van het vonnis.
3.2.
Jaarome legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de Gemeente, blijkens de motivering van de gunningsbeslissing, het beoordelingskader onjuist heeft toegepast dan wel de inschrijving van Jaarome niet correct heeft beoordeeld, zodat een herbeoordeling van haar inschrijving dient plaats te vinden.
3.3.
De Gemeente voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Jaarome in de proceskosten.
3.4.
De Combinatie voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijk verklaring van Jaarome in haar vorderingen althans de vorderingen af te wijzen, met veroordeling van Jaarome in de kosten van de procedure. Daarnaast vordert de Combinatie zelfstandig om primair de Gemeente te verbieden de opdracht aan een andere partij dan de Combinatie te gunnen en subsidiair de Gemeente te gebieden over te gaan tot herbeoordeling.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit genoegzaam voort uit de aard van de zaak.
4.2.
Jaarome is het niet eens met de door de Gemeente aan haar toegekende scores ten aanzien van de kwaliteitscriteria GC2.1 (stedenbouwkundige aandachtspunten), GC2.4 (bereikbaarheid) en GC2.5 (geluid) en meent dat zij op alle drie de onderdelen een hogere score had moeten krijgen. Nu Jaarome op het criterium GC2.5 een onvoldoende (40 punten) heeft gescoord, met het gevolg dat zij is uitgesloten van verdere deelname aan de aanbesteding, is het praktisch om eerst het geschil over dit criterium te beoordelen.
4.3.
Blijkens de beoordeling van de Gemeente ten aanzien van het criterium Geluid is Jaarome erop afgerekend dat zij op bepaalde punten de regels van het ontwerp-bestemmingsplan niet in acht heeft genomen. Jaarome meent dat dit ten onrechte is, omdat het bestemmingsplan geen onderdeel uitmaakt van de aanbestedingsdocumentatie. Ten tijde van de aankondiging van de opdracht op 15 juni 2020 was er nog geen voorontwerp-bestemmingsplan. Het voorontwerp-bestemmingsplan en ontwerp-bestemmingsplan zijn op 26 juni respectievelijk 30 november 2020 gepubliceerd, maar de Gemeente heeft deze niet aan de inschrijvers verstrekt of verwezen naar de toepasselijkheid daarvan en evenmin onderdeel gemaakt van de Bouwenvelop. Of de inschrijving in het stadium van het SO+ al voldoet aan de eisen van geluid, is dus niet relevant. Uit de procesbeschrijving blijkt dat dit pas aan de orde is bij het Definitief Ontwerp (hierna: het DO), aldus Jaarome.
4.4.
De voorzieningenrechter stelt vast dat op pagina 2 van de Aanbestedingsleidraad is bepaald dat de Bouwenvelop, tezamen met de Aanbestedingsleidraad, de bijbehorende bijlagen en de nota’s van inlichtingen, de aanbestedingsdocumentatie vormt. Het standpunt van Jaarome dat het bestemmingsplan in dat rijtje niet is genoemd en daarom geen onderdeel uitmaakt van de aanbestedingsstukken, wordt echter niet gevolgd.
Voldoende gebleken is dat de Gemeente in de aanbestedingsdocumentatie en gedurende het traject het belang van het (voor)ontwerp-bestemmingsplan heeft benadrukt. Verder kan uit de diverse nota’s van inlichtingen worden afgeleid dat de inschrijvers regelmatig vragen stelden over de status en inhoudelijke uitleg van het bestemmingsplan. Gewezen wordt op de volgende feiten en omstandigheden:
  • Tijdens de informatiebijeenkomst van 25 juni 2020 heeft de Gemeente de ontwikkelaars onder meer geïnformeerd over het bestemmingsplan, dat weliswaar nog in ontwikkeling was maar waaruit al enkele regels (zoals de maximale bouwhoogte, het maximaal aantal woningen en eisen over geluid) volgden. In de vragenronde na de presentatie heeft de Gemeente op de vraag over de maximale geluidsbelasting op de gevels van de woningen in het plangebied verwezen naar de eis daaromtrent in het bestemmingsplan, namelijk een maximale grenswaarde van 53 dB.
  • In de Bouwenvelop wordt op verschillende plaatsen verwezen naar regels in het bestemmingsplan. In paragraaf 3.1 is vermeld dat het bestemmingsplan eisen bevat, waaronder eisen uit de Bouwenvelop.
  • De inhoud van het bestemmingsplan is meerdere keren aan de orde gekomen in de nota’s van inlichtingen, zowel in de selectie- als de gunningsfase.
De Nota van Inlichtingen 1 van 16 juli 2020 (selectiefase) bevat als vraag 9 wat de planning is voor het afronden van het bestemmingsplan. De planning is vervolgens als bijlage bij die Nota gevoegd. Vraag 25 gaat over het maximaal aantal woningen en hoe dat zich verhoudt met artikel 10 van het voorontwerp-bestemmingsplan. De Gemeente heeft daarop geantwoord:
“In principe geldt 10% regeling voor alle maten en getallen in het bestemmingsplan. Afwijking is echter mogelijk mits dat goed is onderbouwd en wordt goedgekeurd door het college van B&W. Voorwaarden is te zien in regel 10.2 van het bestemmingsplan voorwaarden.”De vragen 57 en 60 in de Nota van Inlichtingen 4 van 17 september 2020 gaan ook over de inhoud van het voorontwerp-bestemmingsplan.
In de gunningsfase is in de nota’s van inlichtingen eveneens meermaals ingegaan op het bestemmingsplan (vragen B36 en 68). In het bijzonder wordt verwezen naar vraag 70 die gaat over de geluidsregels in het ontwerp-bestemmingsplan. De Gemeente antwoordt daarop:
“Het ontwerpbestemmingsplan gaat uit van een rustig en groen woongebied. Om die reden is de hogere waarde voor geluid op maximaal 53 dB gesteld en zijn daarbij voorwaarden gesteld. In de toelichting van het ontwerpbestemmingplan is aangegeven dat geluidmaatregelen slechts beperkt mogelijk zijn, maar ze worden niet uitgesloten. Het is denkbaar dat met bron- en of overdrachtsmaatregelen de afstand van woning tot aan de Noordendijk kan worden verkleind. Deze maatregelen moeten wel realistisch, betaalbaar en goed inpasbaar zijn.”
- Als bijlage B bij de Aanbestedingsleidraad is de Ontwikkelovereenkomst bijgevoegd. Deze concept-overeenkomst bevat in artikel 1 lid 2 onder s) een definitie van ‘Schetsontwerp Plus’. Die definitie luidt:
“een globale (schetsmatige) vertaling van het (concept) bestemmingsplan en daarbij behorende documenten in de stedenbouwkundige opzet van de wijk dat minimaal het type woningen, het straten- en padenpatroon, een indruk van de kwaliteit van de openbare ruimte en de gekozen parkeeroplossing toont, alsmede ondersteunend beeldmateriaal als visualisaties en referenties, een en ander conform de Aanbestedingsdocumenten.”
Dit alles rechtvaardigt het oordeel dat het voor de inschrijvers duidelijk moet zijn geweest dat zij bij het opstellen van het SO+ tevens rekening dienden te houden met de regels in het (voor)ontwerp-bestemmingsplan. Jaarome had dat ook moeten begrijpen. De stelling van Jaarome dat de geluidseisen pas aan de orde komen bij het DO en dat het SO+ daar nog niet aan hoeft te voldoen, vindt geen steun in de aanbestedingsstukken.
4.5.
Uit de Bouwenvelop (par. 3.4), zowel het voorontwerp- als het ontwerp-bestemmingsplan (artikel 6.2.2) en de toelichting op het bestemmingsplan (par. 2.6.5) volgt dat voor de eerstelijnsbebouwing een maximale gevelbelasting geldt van 53 dB. Daarnaast vloeit uit artikel 10 aanhef en lid 1 van het ontwerp-bestemmingsplan voort dat de eerstelijnsbebouwing zodanig voorziet in een afschermende werking dat de tweedelijnsbebouwing en de woningen in het achterliggende gebied een geluidsbelasting hebben van niet meer dan 48 dB.
Jaarome heeft in haar inschrijving, op pagina 101, een kaart overgelegd waarop de eerstelijns- en tweedelijnsbebouwing zijn afgebeeld met de daarbij te verwachten geluidsbelasting (productie 11 van de Gemeente). Bij de eerstelijnsbebouwing (aan de Noordendijk) is een gevelbelasting vermeld van 58 dB en bij de tweedelijnsbebouwing 53 dB. Dat is hoger dan de voorgeschreven maximale geluidsbelasting. In reactie op de vragen van de Gemeente om verduidelijking op dat punt, heeft Jaarome volhard in haar standpunt dat haar ontwerp voldoet aan de geluidsregels. Volgens haar voldoen de zijgevels met een gevelbelasting van 53 dB en worden aan de voorzijde deels dove gevels en deels afsluitbare loggia’s geplaatst als maatregel om de geluidsbelasting te reduceren. Daarmee miskent Jaarome echter dat het bestemmingsplan het gebruik van dove gevels niet toestaat. De stelling van Jaarome dat het verbod van een dove gevel alleen geldt voor de woningen aan de Baden Powelllaan en dus niet voor die aan de Noordendijk of de Oranjelaan, is onjuist. In artikel 6.2.2 onder g. van het ontwerp-bestemmingsplan is bepaald dat de wooneenheden op de gevel moeten voldoen aan de in tabel 1 gestelde hogere waarden, met dien verstande dat dove gevels niet zijn toegestaan. Vervolgens zijn in tabel 1 de Noordendijk, de Oranjelaan en de Baden Powelllaan genoemd. Nu dove gevels niet zijn toegestaan, voldoet de door Jaarome voorgestelde maatregel om de geluidsbelasting tot onder de maximale grens naar beneden te brengen, niet aan de eisen van de aanbesteding.
Jaarome voert nog aan dat zij in haar SO+ heeft gewerkt met verwachtingen en niet met berekeningen, en dat uit nader onderzoek in de DO-fase zal moeten blijken wat de daadwerkelijke geluidsbelasting is. Dit verweer houdt geen stand. Jaarome heeft een verkennend onderzoek naar de geluidsbelasting laten verrichten en de daaruit vastgestelde te verwachten waarden vermeld in haar SO+. Dat de Gemeente vervolgens die waarden heeft meegenomen bij de beoordeling, is niet onredelijk of onzorgvuldig te noemen.
Jaarome heeft niet aannemelijk gemaakt dat haar ontwerp voldoet aan de geldende geluidseisen. Het oordeel van de Gemeente dat Jaarome zich bij de uitwerking van het plan onvoldoende heeft ingeleefd in de specifieke kenmerken van het project, is daarmee voldoende gemotiveerd.
4.6.
In de beoordeling van criterium GC2.5 is tevens opgemerkt dat Jaarome in haar plan ten aanzien van Geluid niet heeft gekeken naar de Baden Powelllaan en/of andere lokale ontsluitingswegen. Jaarome heeft daartegen aangevoerd dat de geluidsbelasting alleen relevant is op de Noordendijk. Die stelling is niet juist. Paragraaf 3.4 van de Bouwenvelop, artikel 6.2.2 van het (voor)ontwerp-bestemmingsplan en paragraaf 2.6.5 van de toelichting omvatten niet alleen geluidsregels voor de Noordendijk, maar ook voor de Oranjelaan en de Baden Powelllaan. De Gemeente stelt dan ook terecht dat Jaarome op dit punt onvolledig is geweest.
4.7.
Jaarome heeft erop gewezen dat in de meest recente versie van het ontwerp-bestemmingsplan de maximale geluidsbelasting voor de Noordendijk inmiddels is aangepast van 53 dB naar 58 dB, waardoor de geluidsbelasting in het SO+ (op dit punt) nu wel voldoet aan de geluidsnormen. Dat gegeven moet echter buiten beschouwing blijven. Voor de vraag of de Gemeente rechtmatig tot het besluit heeft kunnen komen om Jaarome uit te sluiten van verdere deelname, brengen de beginselen van transparantie en gelijke behandeling met zich dat toetsing plaatsvindt naar de situatie ten tijde van dat besluit op 18 maart 2021 (ex tunc).
4.8.
De overwegingen onder 4.4. t/m 4.7. leiden ertoe dat de stelling van Jaarome, dat de Gemeente het beoordelingskader onjuist heeft toegepast dan wel de inschrijving van Jaarome niet correct heeft beoordeeld, niet wordt gevolgd. Voldoende gebleken is dat de Gemeente redelijkerwijs tot het besluit heeft kunnen komen om aan Jaarome 40 punten toe te kennen voor het kwaliteitscriterium Geluid. Dat betekent dat de Gemeente op juiste gronden Jaarome heeft uitgesloten van verdere deelname aan de aanbesteding. Een bespreking van de bezwaren van Jaarome tegen de beoordeling van gunningscriteria GC2.1 en GC2.4 kunnen daarmee onbesproken worden gelaten.
4.9.
De vorderingen van Jaarome worden afgewezen.
4.10.
Als tussenkomende partij heeft de Combinatie primair gevorderd de Gemeente te verbieden de opdracht aan een andere partij te gunnen. Het belang van de Combinatie bij deze vordering is voldoende gegeven en de Gemeente heeft daartegen geen verweer gevoerd. Verder is niet gebleken dat er thans nog procedures ten aanzien van de gunning in onderhavige aanbesteding lopen. De primaire vordering van de Combinatie wordt daarom toegewezen. Aan de subsidiaire vordering wordt niet meer toegekomen.
4.11.
Jaarome wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Gemeente en de Combinatie worden voor ieder van hen begroot op:
- griffierecht € 667,00
- salaris advocaat
€ 1.016,00
Totaal € 1.683,00

5..De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen van Jaarome af;
5.2.
verbiedt de Gemeente de opdracht aan een andere partij dan de Combinatie te gunnen;
5.3.
veroordeelt Jaarome in de proceskosten, voor ieder van de Gemeente en de Combinatie tot op heden begroot op € 1.683,00;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2022.
2091 / 2009