Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 2 in zaak A ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 in zaak A, onder 1 t/m 3 in zaak B en onder 1 t/m 3 in zaak C ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 240 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 69 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en een meldplicht, klinische opname, ambulante behandeling, begeleid wonen, contactverbod en meewerken aan schuldhulpverlening als bijzondere voorwaarden;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) dagen;
40 (veertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaar;
algemene voorwaarde:
bijzondere voorwaarden:
€ 250,- (zegge: tweehonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde01] te betalen
€ 250,-(hoofdsom,
zegge: tweehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
5 dagen;