3.1.[eiseres01] en [eiseres02] vorderen – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde01] veroordeelt om aan [eiseres01] te betalen een bedrag van € 335.773,12, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van iedere factuur tot aan de dag van volledige betaling;
2 [gedaagde01] veroordeelt tot betaling aan [eiseres01] van de buitengerechtelijke incassokosten van € 3.453,87, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
3 [gedaagde01] veroordeelt om aan [eiseres02] te betalen een bedrag van € 222.483,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van iedere factuur tot aan de dag van volledige betaling;
4 [gedaagde01] veroordeelt tot betaling aan [eiseres02] van de buitengerechtelijke incassokosten van € 2.887,42, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
5 verklaart voor recht dat [gedaagde02] en [gedaagde03] op grond van artikel 6:162 BW gelezen in samenhang met 2:11 BW jegens [eiseres01] en [eiseres02] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [eiseres01] en [eiseres02] geleden schade, omdat zij als (middellijk) bestuurders van [gedaagde01] bij het namens [gedaagde01] aangaan van de verplichtingen jegens [eiseres01] en [eiseres02] wisten of behoorden te begrijpen dat [gedaagde01] aan die verplichtingen niet zou kunnen voldoen en voor de ontstane schade geen verhaal zou bieden en/of omdat zij als bestuurders van [gedaagde01] ten opzichte van [eiseres01] en [eiseres02] zodanig onzorgvuldig hebben gehandeld dat hun daarvan een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt, in het bijzonder door te bewerkstelligen of toe te staan dat [gedaagde02] zonder recht of titel een bedrag van € 340.115,00 aan [gedaagde01] heeft onttrokken, althans te bewerkstelligen of toe te staan dat in rekening-courant een oninbare vordering van [gedaagde01] op [gedaagde02] van € 340.115,00 is ontstaan;
6 [gedaagde02] en [gedaagde03] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan [eiseres01] en [eiseres02] van het bedrag waarvoor zijn jegens [eiseres01] en [eiseres02] aansprakelijk zijn, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
7 [gedaagde02] en [gedaagde03] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan [eiseres01] van een voorschot van € 300.000,00 op het door [gedaagde02] en [gedaagde03] aan [eiseres01] verschuldigde bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
8 [gedaagde02] en [gedaagde03] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan [eiseres02] van een voorschot van € 200.000,00 op het door [gedaagde02] en [gedaagde03] aan [eiseres02] verschuldigde bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
met veroordeling van [gedaagde01] , [gedaagde02] en [gedaagde03] in de kosten van deze procedure, de beslagkosten daaronder begrepen, te vermeerderen met rente en nakosten.