Uitspraak
[verdachte01] ,
Vordering
Feiten
Procedure
Standpunt officier van justitie
Standpunt verdediging
Beoordeling vordering
Beslissing
tenuitvoerleggingvan een deel van de voorwaardelijke gevangenisstraf, groot
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 31 augustus 2022 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van een veroordeelde, die in 2020 een gevangenisstraf van 24 maanden had gekregen, waarvan 18 maanden voorwaardelijk. De vordering was ingediend door de advocaat-generaal mr. J.J.T.M. Pieters, op basis van een rapport van de reclassering, waarin werd gesteld dat de veroordeelde zijn meldplicht en behandelverplichting niet naar behoren was nagekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde, ondanks eerdere waarschuwingen, niet gemotiveerd was om aan de voorwaarden te voldoen en dat zijn gedrag jegens de reclassering problematisch was. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging gedeeltelijk toegewezen en gelast dat 2 maanden van de voorwaardelijke straf ten uitvoer worden gelegd, met inachtneming van de reeds ingezette behandeling. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om getuigen te horen afgewezen, omdat zij voldoende informatie had om tot een beslissing te komen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.