Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1..De procedure
- het vonnis van 15 juni 2022 (hierna: het tussenvonnis) en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de akte van [gedaagde01] van 29 juni 2022, met producties;
- de antwoordakte van [eiser01] van 27 juli 2022, met productie.
2..De verdere beoordeling
- een uittreksel uit de Basisregistratie Personen (hierna: BPR) van 20 april 2022;
- een schermprint van de website van PostNL waarbij een postcode aan een adres wordt gekoppeld. Hierop is te zien dat de postcode [ [postcode01] ] behoort bij het adres [adres01] te [plaats01] ;
- een brief van de gemeente Rotterdam van 20 april 2022 gericht aan de advocaat van [gedaagde01] betreffende toezending van voornoemd uittreksel uit het BPR;
- de brief van de advocaat van [gedaagde01] van 12 april 2022 aan de gemeente waarmee voornoemd uittreksel uit het BPR is opgevraagd.
3..De beslissing
woensdag 16 november 2022voor overlegging van schriftelijke stukken ter voldoening aan de opdracht in 3.1,
getuigenwil laten horen, zij die getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
december 2022tot en met
februari 2023bij de onder 3.2 bedoelde akte moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerst getuigenverhoor a
lle beschikbare bewijsstukken aande rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
[3271/106/801]