ECLI:NL:RBROT:2022:9493

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 oktober 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
C/10/625671 / JE RK 21-2508 en C/10/643062 / JE RK 22-1913
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in een complexe gezinsdynamiek met betrokkenheid van de GI en bijzondere curator

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind01]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 3 november 2022, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verlenging voor de duur van één jaar. De ouders van [naam kind01] zijn niet in staat om adequaat te communiceren over de zorg voor hun kind, wat leidt tot onrust en een loyaliteitsconflict voor [naam kind01]. De vader heeft zelfstandige verzoeken ingediend, waaronder een wijziging van het hoofdverblijf en een zorgregeling, maar deze zijn afgewezen door de kinderrechter. De moeder heeft ingestemd met de verlenging van de ondertoezichtstelling, omdat zij ook zorgen heeft over de ontwikkeling van [naam kind01]. De bijzondere curator heeft de situatie toegelicht en benadrukt dat [naam kind01] behoefte heeft aan rust en duidelijkheid. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van [naam kind01] te waarborgen en heeft de bijzondere curator ontslagen uit haar functie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/625671 / JE RK 21-2508 en C/10/643062 / JE RK 22-1913
datum uitspraak: 17 oktober 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Ter Haar-Bas, kantoorhoudende te Rotterdam,

[naam02] ,

hierna te noemen de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. J.C. Heijmann, kantoorhoudende te Papendrecht,

mr. [naam03] ,

hierna te noemen de bijzondere curator, kantoorhoudende te [plaats01] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 21 april 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het verzoek met bijlagen van de GI van 15 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- het verslag van de bijzondere curator van 11 oktober 2022;
- het verweerschrift namens de moeder van 11 oktober 2022;
- het verweerschrift namens de vader van 14 oktober 2022.
Op 17 oktober 2022 heeft de kinderrechter de zaken ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, in het bijzijn van de bijzondere curator,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- de vader,
- de bijzondere curator,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam04]

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind01] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 21 april 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot 3 november 2022.

De (aangehouden) verzoeken

Het aangehouden verzoek met zaaknummer C/10/625671:
Namens de vader zijn de volgende zelfstandige verzoeken ingediend:
- de hoofdverblijfplaats van [naam kind01] bij de vader te bepalen;
- subsidiair [naam kind01] uit huis te plaatsen bij de vader voor de duur van de ondertoezichtstelling;
- een zorgregeling te bepalen, waarbij [naam kind01] in de even weken van vrijdagmiddag uit school
tot en met zondagavond 17:00 uur bij de moeder verblijft, alsmede iedere woensdagmiddag
uit school tot en met 20:00 uur.
Namens de vader is verzocht om zijn verzoeken ten aanzien van het wijzigen van het hoofdverblijf en het vaststellen van een zorgregeling met moeder aan te houden.
Het verzoek met zaaknummer C/10/643062:De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen voor de duur van één jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. In de afgelopen maanden is gebleken dat de samenwerking met de ouders erg stroef verloopt waar het gaat om de inzet van hulpverlening. De vader is niet bereid te tekenen voor de inzet van PMT. De vader wil pas meewerken aan hulpverlening als de situatie bij de moeder is verbeterd. De vader zou een strakkere opvoedstructuur hanteren dan de moeder. In de thuissituatie bij de moeder is VIB ingezet. Het ontbreekt de ouders aan een goede basis om met elkaar te communiceren, waardoor het niet lukt om lijnen uit te zetten en zaken gelijk te trekken. [naam kind01] wordt belast met zaken die niet bij hem thuis horen, waaronder de omgang. De situatie loopt soms dusdanig uit de hand dat er al meerdere CIT-meldingen gedaan zijn en [naam kind01] zou al twee keer op het politiebureau hebben gestaan. De vader heeft de omgang een aantal weken geleden stopgezet. Omdat de vader onvoldoende meewerkt aan de hulpverlening is een vooraankondiging voor een schriftelijke aanwijzing gestuurd.

De standpunten

De vader kan zich vinden in een verlenging van de ondertoezichtstelling, maar staat niet achter de uitvoering ervan. De vader heeft ter zitting aangegeven niet bereid te zijn om te tekenen voor de inzet van PMT. [naam kind01] heeft al veel trainingen gehad. Dit heeft geen toegevoegde waarde. De vader kan zich niet vinden in de beknopte behandelovereenkomst.
De vader merkt dat [naam kind01] leugens vertelt. Daar moet hij voor geholpen worden. De zorgen die school meldt zijn ook fors. Er is steviger hulpverlening nodig dan PMT therapie.
Er loopt al bijna twee jaar een ondertoezichtstelling, maar in die tijd is er niets gebeurd. De vader heeft al meerdere oplossingen of hulpverleningstrajecten aangedragen, maar daar is toen niets mee gedaan. Nu moet het opeens heel snel. Het klopt dat de vader de omgang met [naam kind01] tijdelijk heeft stopgezet. Er is veel onrust, spanning en stress in de thuissituatie bij de vader. De andere kinderen hebben daar last van. [naam kind01] zit enorm knel. De moeder heeft [naam kind01] eerder al vier jaar bij de vader weggehouden. Door alle onrust zit een 50/50-zorgregeling er voorlopig niet in.
Door en namens de moeder is ingestemd met het verzoek van de GI. De moeder heeft zorgen over de ontwikkeling van [naam kind01] . Ook de jeugdbescherming en school melden zorgen. [naam kind01] heeft al eerder trainingen gevolgd, maar PMT zou hem wel verder kunnen helpen. De moeder staat daarom achter dat traject en hoopt dat het snel kan starten. De vader geeft aan dat er niks gedaan wordt, maar hij is degene die de hulpverlening tegenhoudt door niet te tekenen. [naam kind01] ervaart veel onrust door de onduidelijkheid over zorgregeling. Er ligt nog steeds een week-op-week-af regeling, maar die wordt momenteel niet nageleefd. Hij heeft behoefte aan duidelijkheid over wanneer hij bij moeder en wanneer hij bij vader is. Daar moet aan gewerkt worden.
In aanvulling op de rapportage heeft de bijzondere curator ter zitting toegelicht dat de wensen van [naam kind01] nog steeds erg wisselen. Er is de afgelopen maanden veel gebeurd. [naam kind01] weet niet meer wat hij wil en gaat dan liegen. [naam kind01] vertelt verschillende verhalen. In ieder geval is duidelijk dat [naam kind01] behoefte heeft aan rust, regelmaat en duidelijkheid. Beide ouders willen dat ook, maar het lukt hen niet om hier samen afspraken over te maken. [naam kind01] krijgt dat mee. Er moet behandeling voor [naam kind01] worden ingezet. [naam kind01] moet leren dat zijn mening er toe doet en dat hij zich niet in allerlei bochten hoeft te wringen om iedereen tevreden te houden. Een verlenging van de ondertoezichtstelling acht de bijzondere curator wenselijk om zicht te houden op [naam kind01] en zijn belangen. Ten aanzien van een eventuele verlenging van de benoeming refereert de bijzondere curator zich aan het oordeel van de kinderrechter.

De beoordeling

De verlenging van de ondertoezichtstelling
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind01] nog ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De afgelopen maanden is er opnieuw sprake geweest van veel onrust en onduidelijkheid in het leven van [naam kind01] . De ouders zijn niet in staat om op een adequate manier te communiceren in het belang van [naam kind01] . Door de houding van de ouders raakt [naam kind01] steeds verder verstrikt in zijn loyaliteitsconflict. [naam kind01] liegt, is erg wisselend in zijn wensen en vertelt tegenstrijdige verhalen. Hoewel de ouders het over veel zaken niet met elkaar eens zijn, maken zij zich wel allebei zorgen om [naam kind01] . Ook de GI en school hebben hun zorgen geuit over de ontwikkeling en het gedrag van [naam kind01] . Het is dan ook te betreuren dat het de ouders, ondanks hun zorgen, niet lukt om hun onderlinge wantrouwen te parkeren en er samen voor te zorgen dat [naam kind01] lekker in zijn vel gaat zitten. Het is fijn dat VIB is gestart en ONS lijkt te gaan starten, maar geen van deze trajecten betreft individuele hulpverlening voor [naam kind01] , terwijl hij die wel hard nodig lijkt te hebben. Het is vooralsnog aan de GI en de ouders om tot overeenstemming te komen over het specifieke hulpverleningstraject.
Daarnaast is het eveneens zorgelijk dat de omgang tussen [naam kind01] en de vader sinds enkele weken volledig stil is komen te liggen. De komende periode dient daarom gewerkt te worden aan contactherstel. Gelet op alle onrust is het des te belangrijker dat [naam kind01] op korte termijn weet waar hij aan toe is. Een week-op-week-af-regeling, zoals die er nu formeel nog ligt, lijkt de komende maanden niet haalbaar te zijn. Daarom zal in samenspraak met de GI een omgangsregeling moeten worden bedacht die voor beide ouders haalbaar is, maar die met name voor [naam kind01] prettig is. Dit zal hem allicht helpen in zijn loyaliteitsconflict. [naam kind01] zal van beide ouders de emotionele toestemming moeten krijgen om onbelast en prettig contact te hebben met de andere ouder. De ouders zijn hier samen verantwoordelijk voor.
Gelet op de nog aanwezige zorgen en het onvermogen van de ouders om hier samen uit te komen, acht de kinderrechter een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengen voor de duur van twaalf maanden.
De zelfstandige verzoeken van de vader
Zoals hiervoor reeds geoordeeld, en ter zitting door de vader ook is bevestigd, is de huidige feitelijk situatie ver verwijderd van wat de vader verzoekt. De omgang tussen [naam kind01] en de vader ligt momenteel helemaal stil. De verwachting is dan ook niet gerechtvaardigd dat het op korte termijn in het belang van [naam kind01] zal zijn dat hij zijn hoofdverblijfplaats bij de vader heeft met de daarbij door de vader verzochte zorgregeling. De kinderrechter ziet daarom geen aanleiding om de zelfstandige verzoeken van de vader opnieuw aan te houden. Het ‘in de lucht hangen’ van dergelijke verzoeken zal [naam kind01] enkel meer onrust geven, wat zijn loyaliteitsconflict kan doen versterken. De kinderrechter wijst de zelfstandige verzoeken van de vader daarom af.
De bijzondere curator
Hoewel [naam kind01] nog steeds klem zit tussen zijn ouders, ziet de kinderrechter geen rol meer weggelegd voor de bijzondere curator. De bijzondere curator heeft inmiddels aan de kinderrechter gerapporteerd over de opdracht die haar is gegeven. De constant wisselende wensen van [naam kind01] maken dat het voor de bijzondere curator lastig is om een concreet standpunt in te nemen aangaande de belangen van [naam kind01] . De rechtbank acht de taak van de bijzondere curator, met ingang van heden, onder dankzegging voor de door haar verrichte werkzaamheden, als beëindigd.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot 3 november 2023;
ontslaat de bijzondere curator, onder dankzegging, uit haar benoeming wegens beëindiging van haar werkzaamheden;
verklaart deze beschikking tot dusver uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af de zelfstandige verzoeken van de vader.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2022 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 oktober 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.