ECLI:NL:RBROT:2022:9487

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 oktober 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
8898011 / CV EXPL 20-43202
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis na deskundigenbericht in civiele zaak over ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, hebben eisers [persoon A] en [persoon B] een vordering ingesteld tegen Zonconcept B.V. wegens ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden aan hun woning. De zaak betreft een deskundigenonderzoek dat is uitgevoerd naar aanleiding van klachten over de kwaliteit van de werkzaamheden, waaronder schilderwerk, plaatsing van kozijnen en gevelbekleding. De kantonrechter heeft op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan, waarbij de bevindingen van de deskundige zijn overgenomen. De deskundige concludeerde dat de werkzaamheden niet deugdelijk zijn uitgevoerd en dat herstel noodzakelijk is. De kosten voor herstel zijn geraamd op € 12.500,-. De kantonrechter heeft Zonconcept veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan [persoon A] en [persoon B], vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de proceskosten en expertisekosten toegewezen aan de eisers. De vordering van Zonconcept in reconventie is afgewezen, evenals hun verzoek om een redelijke prijs voor meerwerk. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Zonconcept in de gelegenheid was gesteld om haar bezwaren tegen het deskundigenrapport kenbaar te maken, maar dit niet heeft gedaan. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 8898011 / CV EXPL 20-43202
datum uitspraak: 28 oktober 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van

1..[persoon A] ,

2. [persoon B],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers bij exploot van dagvaarding van 18 november 2020,
verweerders in reconventie,
gemachtigde: mr. M.W.P. Buers Bakker te Alkmaar,
tegen
De besloten vennootschap
Zonconcept B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. L.P. Quist te Dordrecht,
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [persoon A] c.s.’ respectievelijk ‘Zonconcept’. Eisers worden afzonderlijk ‘ [persoon A] ’ en ‘ [persoon B] ’ genoemd.

1..Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het tussenvonnis van 17 december 2021, met de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • het deskundigenbericht van 12 april 2022;
  • de e-mail van 18 mei 2022 van de zijde van [persoon A] c.s.;
  • de e-mail van 15 juni 2022 namens de kantonrechter van deze rechtbank;
  • de brief van 28 juni 2022 van de zijde van Zonconcept.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De verdere beoordeling in conventie en in reconventie

2.1.
Verwezen wordt naar hetgeen in de tussenvonnissen van 10 september 2021 en van 17 december 2021 is overwogen en beslist. Dit wordt hier als overgenomen beschouwd.
conventie
vervangende schadevergoeding
2.2.
In het tussenvonnis van 10 september 2021 heeft de kantonrechter overwogen dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is. Bij tussenvonnis van 17 december 2021 is de heer [persoon C] , verbonden als directeur/schade-expert NIVRE-reaan Top Expertise, tot deskundige benoemd en zijn aan hem de in r.o. 3.1 van dat tussenvonnis vermelde vragen ter beantwoording voorgelegd.
2.3.
De deskundige heeft op 12 april 2022 een deskundigenbericht uitgebracht ter beantwoording van de vragen. In antwoord op vraag 1 of de werkzaamheden ten aanzien van het schilderwerk van de boeidelen, het aanbrengen van de randafwerking metalen dakplaten, de plaatsing van de kozijnen exclusief de draaiende delen en de afwerking van de kozijnen aan de binnenzijde, de houten gevelbekleding van de achtergevel en de plaatsing van de metalen dak beplating zijn uitgevoerd, heeft de deskundige voor zover van belang het volgende verklaard:
“De werkzaamheden zoals genoemd in 5.20 het tussenvonnis van 10 september 2021, met betrekking tot het schilderwerk van de boeidelen, de plaatsing van de kozijnen, exclusief de draaiende delen, de houten gevelbekleding van de achtergevel en de plaatsing van de metalen dakplaten zijn naar mijn oordeel uitgevoerd.
De werkzaamheden met betrekking tot het aanbrengen van de randafwerking metalen dakplaten en de afwerking van de kozijnen aan de binnenzijde zijn naar mijn oordeel niet uitgevoerd.
(…)
De in artikel 5.20 van het tussenvonnis van 10 september 2021 genoemde werkzaamheden betreffen:
1. Het schilderwerk van de boeidelen.
2. Het aanbrengen van de randafwerking metalen dakplaten.
3. De plaatsing van de kozijnen, exclusief de draaiende delen.
4. De afwerking van de kozijnen aan de binnenzijde.
5. De houten gevelbekleding van de achtergevel.
6. De plaatsing van de metalen dakplaten.
1. Het schilderwerk van de boeidelen
(…)
Bij mijn onderzoek heb ik geconstateerd dat aan de kopse kanten van het dak van de schuur, de voor- en achterzijde van de schuur, vanaf de straatzijde gezien, voorzien zijn van een multiplex boeiboord, een verticale betimmering tegen de rand van het dak (zie
a, foto 1 in dit rapport). De brede vlakken zijn dekkend geschilderd, de randen, de kopse kanten van de multiplexplaat, zijn mijns inziens onvoldoende dekkend geschilderd.
2. Het aanbrengen van de randafwerking metalen dakplaten
(…)
Bij mijn onderzoek heb ik geconstateerd dat aan de linker- en rechterzijde van de schuur, vanaf de straatzijde gezien, op beide dakvlakken 2 dakkappellen (totaal 4 stuks) zijn gesitueerd. De daken van beide dakkapellen zijn voorzien van metalen dakplaten. Ik heb geconstateerd dat de dakplaten ter plaatse van de dakranden van voornoemde dakkapellen ruim oversteken en niet zijn voorzien van een randafwerking (zie
b, foto 1)
De dakranden van het dak van de schuur zijn weliswaar (…) voorzien van een boeiboord, de verticale betimmering, maar een windveer, een deklat op het dakvlak ontbreekt (zie
c, foto 1). Een deklat beschermt de dakranden tegen het indringen van hemelwater en voorkomt het opwaaien van de dakplaten aan de dakranden. Mijns inziens betreft een deklat/windveer in onderhavige situatie een noodzakelijke afwerking van het dak. Gezien de omschrijving in artikel 5.14 van het vonnis en de verwijzing naar de brief van 17 juli 2019 is mijns inziens derhalve de deklat onderdeel van de in 5.20 genoemde werkzaamheden en is deze niet uitgevoerd.
3. De plaatsing van de kozijnen, exclusief de draaiende delen
(…)
Bij mijn onderzoek heb ik geconstateerd dat in de dakkapellen aan de linker- en rechterzijde van de schuur kozijnen zijn aangebracht (…).
4. De afwerking van de kozijnen aan de binnenzijde
(…)
Bij mijn onderzoek heb ik geconstateerd dat de aansluiting van de kozijnen met de zijwangen van de dakkapellen niet zijn afgewerkt/afgetimmerd (…). De afwerking van de zijwang (een zijwand van een dakkapel) van de linker dakkapel aan de achterzijde ontbreekt geheel (…) en bij de dakkapellen aan de rechterzijde zijn de afwerkingen van de zijwangen gedeeltelijk beschadigd (…). Desgevraagd stelt [persoon A] c.s. dat tijdens de werkzaamheden aan de kozijnen de afwerking van de zijwanden op enkele plaatsen is verwijderd en beschadigd. Zonconcept heeft desgevraagd geen mening.
Gezien de aard en de plaats van de beschadigingen van de aftimmering van de zijwangen is het mijns inziens aannemelijk dat de beschadigingen zijn ontstaan tijdens de werkzaamheden. Tot het onderdelen ‘de afwerking van de kozijnen aan de binnenzijde’ behoren mijns inziens derhalve het herstellen/afwerken van de zijwangen van de dakkapellen en de afwerking van de aansluiting van de kozijnen met de zijwangen van de dakkapellen.
5. De houten gevelbekleding van de achtergevel
(…)
Bij mijn onderzoek heb ik geconstateerd dat de houten gevelbekleding aan de achterzijde, boven het niveau van de 1e verdiepingsvloer, is aangebracht (zie
d, foto 1).
6. De plaatsing van de metalen dakplaten.
(…)
Bij mijn onderzoek heb ik geconstateerd dat metalen dakplaten op het schuine dak van de schuur zijn aangebracht (zie
e, foto 1).”
2.4.
In reactie op vraag 2 of, als het antwoord op vraag 1 bevestigend luidt, de werkzaamheden deugdelijk zijn uitgevoerd, heeft de deskundige voor zover van belang het volgende verklaard:
“De werkzaamheden zijn naar mijn oordeel niet deugdelijk uitgevoerd. Ik heb gebreken geconstateerd aan het schilderwerk van de boeidelen (1), de plaatsing van de kozijnen (3), de houten gevelbekleding van de achtergevel (5) en de plaatsing van de metalen dak beplating (6). De nummering tussen haakjes verwijst naar de gebreken met omschrijving zoals opgenomen in het overzicht onder het kopje ‘bevindingen’ van het onderdeel bij de motivatie op antwoord 2 hierna.
(…)
1. Het schilderwerk van de boeidelen
(…)
Bevindingen:
Bij mijn onderzoek heb ik geconstateerd dat de randen/kanten van de boeiboorden niet en/of onvoldoende dekkend zijn behandeld en de kanten zijn niet afgerond (…). De boeiboorden zijn met draadnagels bevestigd en niet uit roestvast materiaal uitgevoerd. De draadnagels zijn niet verdiept aangebracht, gecorrodeerd en op een enkele plaats heb ik een beschadiging aangetroffen (…). De onderlinge aansluitnaden van de betimmering van het boeiboord zijn onvoldoende ruim uitgevoerd met als gevolg dat toekomstig schilderwerk/onderhoud niet goed mogelijk is.
Beoordeling:
De behandeling en afronding van de randen van de boeiboorden, de bevestigingsmiddelen en aansluitnaden van de boeiboorden voldoen mijns inziens niet aan de daartoe gestelde richtlijnen en/of de maatstaf van goed en deugdelijk werk zoals hiervoor samengevat omschreven.
3. De plaatsing van de kozijnen, exclusief de draaiende delen
(…)
Bevindingen:
De kozijnen zijn samengesteld uit vurenhouten balken met daarop een houten sponninglat genageld. De kozijnen/houten onderdelen zijn mijns inziens niet deugdelijk beschermd. In de bovendorpel ontbreekt een waterhol, de onderdorpel is niet en/of onvoldoende schuin aflopend uitgevoerd en de uitwendige hoeken zijn niet en/of onvoldoende afgerond. De aansluitingen van de kozijnen met de gevelbetimmering is niet en/of onvoldoende overlappend uitgevoerd.
Bij de kozijnen van de linker dakkapellen is de bovenzijde van de aanslag-/sponninglat van het kozijn ruim 4 centimeter boven de balk aan de onderzijde van het kozijn gelegen (…) en bij de kozijnen van de rechter dakkapellen is de bovenzijde van de sponninglat nagenoeg gelijk met de bovenzijde van de balk gelegen (…).
Beoordeling:
De kozijnen van de dakkapellen voldoen niet aan de daartoe in de KVT gestelde richtlijnen en de onderdorpels van de kozijnen zijn niet op dezelfde hoogte aangebracht. De kozijnen en plaatsing daarvan voldoen mijns inziens niet aan de daartoe gestelde eisen en/of de maatstaf van goed en deugdelijk werk.
5. De houten gevelbekleding van de achtergevel
(…)
Bevindingen:
Bij mijn onderzoek heb ik geconstateerd dat er Zweedse rabatdelen zijn toegepast. De rabatdelen zijn bevestigd met draadnagels. De delen komen aan de onderzijde los (zie
foto 1) en de draadnagels zijn gecorrodeerd. Aan de onderzijde van de delen zijn geen en/of onvoldoende bevestigingsmiddelen aangebracht en op enkele plaatsen zijn de draadnagels op onvoldoende afstand van de rand aangebracht. Mijns inziens zijn er geen en/of onvoldoende openingen voor ventilatie/luchtcirculatie aanwezig en is er geen dampdoorlatende waterkerende folie aangebracht. De aansluiting van de gevelbetimmering met het lood van de kozijnen is mijns inziens niet waterkerend uitgevoerd. Het achterhout was bij mijn opname niet bereikbaar en visueel niet waarneembaar.
Beoordeling:
De bevestigingsmiddelen, de bevestiging van de delen voldoen niet aan de daartoe gestelde richtlijnen en/of de maatstaf van goed en deugdelijk werk. Als gevolg van het ontbreken van een dampdoorlatende waterkerende folie en openingen voor ventilatie is de gevelconstructie mijns inziens onvoldoende waterkerend en ventilerend uitgevoerd en voldoet derhalve niet aan de daartoe gestelde eisen.
In hoofdstuk 1 van het Bouwbesluit wordt samengevat omschreven dat kwaliteitseisen/CE-markeringen zichtbaar dan wel in begeleidende documenten kenbaar dienen te worden gemaakt. Mijns inziens dient Zonconcept aan te tonen dat het achterhout voldoet aan de daartoe gestelde eisen en is er bij uitblijven van een deugdelijk productcertificaat sprake van een gebrek.
6. De plaatsing van de metalen dakplaten.
(…)
Bevindingen:
Bij mijn onderzoek heb ik geconstateerd dat er dakpan profielplaten zijn toegepast. Op een aantal plaatsen sluiten de profielplaten, ter plaatse van een overlap, niet en/of onvoldoende deugdelijk op elkaar aan (…) en zijn de bevestigingsschroeven niet onjuist, niet en/of onvoldoende deugdelijk in de bovenste profielplaat aangebracht (…).
De dakranden van de dakkappellen zijn niet voorzien van een randafwerking en de randen van het dak zijn niet voorzien van een deklat. Het ontbreken van voornoemde randafwerking heb ik behandeld bij het antwoord op onderzoeksvraag 1. Kortheidshalve verwijs ik u naar randnummer 2 bij Motivatie antwoord 1 hiervoor.
Aan de onderzijde zijn de profielplaten heb ik waar kunnen nemen dat er geen tengels en panlatten zijn aangebracht. De profielplaten zijn rechtstreeks op het dakbeschot gemonteerd en aan de onderzijde ontbreekt veelal een deugdelijke bevestiging. Onder de profielplaten is een blauwe folie aangebracht (…). De ‘blauwe folie’ betreft een gewapende, waterkerende dampdoorlatende folie, die aan de buitenzijde in gevels wordt toegepast. De blauwe folie is micro geperforeerd en dient vrij van een harde ondergrond te worden verwerkt ten einde het doordringen van water te voorkomen.
Beoordeling:
De blauwe folie is niet geschikt voor onderhavige toepassing op een schuin dak. Bij het ontbreken van daktengels en panlatten is er mijns inziens onvoldoende ruimte voor ventilatie en/of luchtcirculatie. De opbouw van de dakconstructie, de montage, schroefbevestiging van de dakpan dakprofelplaat voldoen mijns inziens niet aan de daartoe gestelde eisen en/of de maatstaf van goed en deugdelijk werk. Als gevolg van voornoemde gebreken is er op termijn een verhoogd risico op langdurig vochtig dakbeschot met mogelijk houtrot/aantasting van het dakbeschot als gevolg.”
2.5.
In reactie op vraag 3 op welke wijze de werkzaamheden, als die niet deugdelijk zijn uitgevoerd, hersteld moeten worden, heeft de deskundige voor zover van belang het volgende verklaard:
“1. Het schilderwerk van de boeidelen
Voor het herstellen van de gebreken aan het schilderwerk van boeidelen dienen mijns inziens vooraf de boeidelen te worden verwijderd en deugdelijk te worden aangebracht. De bestaande boeidelen kunnen deels worden hergebruikt en dienen deels te worden vervangen. Bij het opnieuw aanbrengen/vervangen van de boeidelen dienen de aansluitnaden met voldoende breedte te worden uitgevoerd, RVS bevestigingsmiddelen te worden toegepast en verdiept te worden aangebracht. De kanten van de boeiboorden dienen deugdelijk te worden afgerond en de openingen van de bevestigingsmiddelen dienen te worden gevuld met plamuur.
Het schilderwerk dient te worden uitgevoerd volgens de systeemrichtlijnen van de verfleverancier. Samengevat dient voor herstel van bestaand schilderwerk het houtwerk licht te worden geschuurd, bij te worden gewerkt met grondverf, zo nodig geplamuurd en te worden afgelakt.
Nieuwe, niet voorbehandelde, houten onderdelen dienen te worden voorzien van grondverf, licht te worden geschuurd, zo nodig geplamuurd en te worden bijgewerkt met grondverf en te worden afgelakt.
3. De plaatsing van de kozijnen, exclusief de draaiende delen.
Voor het herstellen van de gebreken aan de kozijnen dient de profilering van de dorpels, stijlen en aansluitingen deugdelijk te worden uitgevoerd. De aanwezige balken en latten zijn mijn inziens niet geschikt om voornoemd herstel uit te kunnen voeren. Voor herstel dienen derhalve de bestaande onderdelen te worden verwijderd en te worden vervangen door nieuwe kozijnen die voldoen aan de daartoe gesteld eisen. Gelijktijdig met het vervangen dienen de kozijnen op gelijke hoogte worden aangebracht.
5. De houten gevelbekleding van de achtergevel.
Voor het aanbrengen van een dampdoorlatende waterkerende folie, het voorzien van deugdelijke ventilatie, het deugdelijk bevestigen en het aanbrengen van RVS bevestigingsmiddelen dienen de bestaande rabatdelen te worden verwijderd. De bestaande rabatdelen kunnen deels worden hergebruikt en dienen deels te worden vervangen. Bij de herstelwerkzaamheden dienen de aansluitingen met het kozijn waterdicht met lood, loodvervanger of profielen te worden uitgevoerd. Voorts dient, bij uitblijven van een deugdelijk productcertificaat, het achterhout te worden gecontroleerd en zo nodig te worden vervangen.
6. De plaatsing van de metalen dak beplating.
Voor het aanbrengen van waterkerende damp-open folie, het voorzien van voldoende ruimte voor ventilatie en luchtcirculatie en een deugdelijke bevestiging van de dakpan profielplaten dienen de bestaande dakplaten te worden verwijderd. Vervolgens dienen tengels, waterkerende damp-open folie, panlatten en de profielplaten te worden aangebracht. De bestaande dakpan profielplaten kunnen deels worden hergebruikt en dienen deels te worden vervangen. De aansluitingen met het opgaand werk dienen waterdicht te worden uitgevoerd. Bij de herstelwerkzaamheden dienen PV-panelen tijdelijk te worden verwijderd en na herstel te worden aangebracht.”
2.6.
[persoon A] c.s. heeft per e-mail van 18 mei 2022 gesteld dat het deskundigenbericht zijn stelling dat de werkzaamheden niet (deugdelijk) zijn uitgevoerd, onderschrijft. Hij verenigt zich met het deskundigenbericht en stelt dat Zonconcept moet worden veroordeeld tot betaling van € 12.500,- aan [persoon A] c.s., te vermeerderen met rente, de expertisekosten (rapport EXP), de buitengerechtelijke kosten, de proceskosten- en de nakosten. De vorderingen in reconventie moeten worden afgewezen, aldus [persoon A] c.s.
2.7.
Zonconcept heeft geen inhoudelijke bezwaren tegen het deskundigenbericht aangevoerd.
2.8.
De kantonrechter acht de bevindingen en conclusies van de deskundige, die daarop zijn gegrond, overtuigend en zal deze dan ook overnemen. Op grond daarvan wordt als vaststaand aangenomen dat de werkzaamheden ten aanzien van het schilderwerk van de boeidelen, de plaatsing van de kozijnen exclusief de draaiende delen, de houten gevelbekleding van de achtergevel en de plaatsing van de metalen dakplaten niet deugdelijk zijn uitgevoerd en dat de werkzaamheden met betrekking tot het aanbrengen van de randafwerking metalen dakplaten en de afwerking van de kozijnen aan de binnenzijde niet zijn uitgevoerd.
2.9.
De deskundige heeft in zijn rapport geconcludeerd dat de gebreken ten aanzien van het schilderwerk van de boeidelen, de plaatsing van de kozijnen exclusief de draaiende delen, de houten gevelbekleding van de achtergevel en de plaatsing van de metalen dakplaten hersteld kunnen worden, zoals genoemd in r.o. 2.5. De kosten voor de uitvoering en het herstel van de werkzaamheden zijn door de deskundige geraamd op een bedrag van € 12.500,- inclusief btw. Hierbij heeft de deskundige opgemerkt dat de post ‘vervangen achterhout voor een bedrag van € 100,-’ komt te vervallen als een productcertificaat wordt overgelegd waaruit blijkt dat het achterhout voldoet aan de daartoe gestelde eisen. Nu niet gebleken is dat een dergelijk certificaat is overlegd, blijven de kosten naar het oordeel van de kantonrechter geraamd op € 12.500,- inclusief btw.
2.10.
Zonconcept heeft per brief van 28 juni 2022 aangevoerd dat zij het niet eens is met het door de deskundige opgestelde schadebedrag. Volgens Zonconcept is het opvallend dat de schade precies uitkomt op een rond bedrag inclusief btw en lijkt het erop dat de deskundige naar een bepaald bedrag heeft toegewerkt. Verder komt het schadebedrag in de buurt van de totale offerte, inclusief de levering van zonnepanelen. Dit vraagt volgens Zonconcept om een nadere toelichting, nu slechts een deel van de werkzaamheden hersteld moet worden en de zonnepanelen niet opnieuw geleverd hoeven te worden. Daarnaast zijn de schadeposten niet gespecificeerd en zijn de bedragen uit de losse pols opgeschreven. Volgens Zonconcept blijkt uit navraag bij aannemers dat de werkzaamheden voor lagere bedragen verricht kunnen worden. Zonconcept verzoekt de kantonrechter om de deskundige opdracht te geven om 1) toe te lichten hoe het komt dat de schade op een afgerond bedrag van € 12.500,- inclusief btw komt, en 2) de schadeposten te specificeren. Zonconcept wenst hier vervolgens op te reageren.
2.11.
Naar het oordeel van de kantonrechter had het op de weg van Zonconcept gelegen haar bezwaren ten aanzien van het schadebedrag aan de deskundige kenbaar te maken na ontvangst van het conceptdeskundigenbericht. Uit bijlage 3 van het deskundigenbericht volgt dat de gemachtigde van Zonconcept de e-mail van de deskundige van 24 maart 2022 met de conceptrapportage en het verzoek om daarop binnen veertien dagen te reageren, heeft gelezen. Dat Zonconcept kennelijk heeft nagelaten te reageren op het concept deskundigenbericht, komt voor haar eigen rekening en risico. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding het verzoek van Zonconcept toe te wijzen om de deskundige opdracht te geven het schadebedrag nader toe te lichten en te specificeren. In dit oordeel is meegewogen dat het schadebedrag voldoende gespecificeerd is, nu de werkzaamheden zijn onderverdeeld in de kopjes ‘
algemeen’, ‘
uitvoering werkzaamheden’ en ‘
herstelwerkzaamheden’ en de sub bedragen zijn gesplitst in arbeidskosten en materiaalkosten. Dat het totaalbedrag op een afgerond bedrag van € 12.500,- inclusief btw uitkomt, doet daar niet aan af.
2.12.
[persoon A] c.s. heeft in conventie aanspraak gemaakt op vervangende schadevergoeding van € 1.500,- voor werk dat niet is afgemaakt en van € 10.023,16 voor het herstel van ondeugdelijk werk, te weten een totaalbedrag van € 11.523,16. Hoewel [persoon A] c.s. per e-mail van 18 mei 2022 gesteld heeft dat Zonconcept moet worden veroordeeld tot betaling van € 12.500,-, heeft hij geen eisvermeerdering ingesteld. Dit betekent dat een bedrag van € 11.523,16 toewijsbaar is en Zonconcept wordt veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan [persoon A] c.s., zoals in de beslissing vermeld.
2.13.
De mede gevorderde wettelijke rente over voornoemd bedrag van € 11.523,16 wordt als onweersproken en op de wet gegrond toegewezen.
expertisekosten EXP
2.14.
De door [persoon A] c.s. gevorderde expertisekosten van € 1.337,05 van EXP worden afgewezen. Hoewel Zonconcept in de gelegenheid is gesteld om bij de inspectie door EXP aanwezig te zijn, is het deskundigenonderzoek in opdracht van [persoon A] c.s. uitgevoerd en niet in opdracht van beide partijen. [persoon A] c.s. had ervoor kunnen kiezen een verzoek in te dienen voor een voorlopig deskundigenbericht op grond van artikel 202 Rv, zodat de deskundigenkosten beperkt hadden kunnen blijven tot de kosten van één expertise. Op de kosten van het door de kantonrechter bevolen deskundigenbericht wordt hierna bij de proceskosten ingegaan.
buitengerechtelijke kosten
2.15.
[persoon A] c.s. maakt verder aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 1.100,23. De vordering moet worden beoordeeld aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Dat [persoon A] c.s. kosten heeft moeten maken voor buitengerechtelijke werkzaamheden is door Zonconcept niet betwist. Hoewel Zonconcept heeft aangevoerd dat de buitengerechtelijke kosten in geen enkele verhouding staan tot de kosten, heeft zij haar standpunt niet onderbouwd. Daarom worden de buitengerechtelijke kosten toegewezen met inachtneming van het volgende. Het toewijsbare bedrag aan buitengerechtelijke kosten conform het Besluit bedraagt, met inachtneming van de toewijsbare hoofdsom, € 1.077,18.
2.16.
De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is niet toewijsbaar nu niet is gesteld of gebleken dat de kosten vóór dagvaarding dan wel voor de ingebrekestelling door [persoon A] c.s. zijn betaald aan de gemachtigde.
reconventie
redelijke prijs voor meerwerk
2.17.
Zonconcept heeft in reconventie aanspraak gemaakt op een redelijke prijs van € 13.289,- inclusief btw voor meerwerk. Dit meerwerk bestaat volgens Zonconcept uit dakbedekking (€ 3.470,- exclusief btw), bekleding achtergevel - kopgevel (€ 2.451,- exclusief btw), betimmering zijwangen + zichtzijde dakkapellen (€ 2.076,- exclusief btw) en dakkapel kozijnen in het werk maken (€ 3.580,- exclusief btw). Op dit totaalbedrag is € 594,- exclusief btw in mindering gestrekt voor minderwerk van de dakisolatie. De voornoemde werkzaamheden worden hierna afzonderlijk besproken.
dakbedekking
2.17.1.
Zonconcept heeft een bedrag van € 3.470,- exclusief btw voor dakbedekking gevorderd.
2.17.2.
Vooropgesteld wordt dat in r.o. 5.11 van het tussenvonnis van 10 september 2021 is overwogen dat voor het antwoord op de vraag wat partijen zijn overeengekomen als uitgangspunt wordt genomen 1) de overeenkomst van 14 december 2018, 2) de e-mail van 9 november 2018, 3) de offerte van Wescco Bouw, 4) de brief van 17 juli 2019, 5) de e-mail van 3 september 2019 en 6) de onweersproken stelling van [persoon A] c.s. dat Zonconcept zelf de materialen voor de raamkozijnen en de ramen heeft besteld.
2.17.3.
In de e-mail van 9 november 2018 staat vermeld dat het dak na het plaatsen van de glaswol in de dakconstructie afgedekt wordt met Humanit golfplaten. Dit betekent dat de kosten voor de dakbedekking onder de overeengekomen werkzaamheden vallen en niet aangemerkt worden als meerwerk. Het gevorderde bedrag wordt daarom afgewezen.
bekleding achtergevel - kopgevel
2.17.4.
Het gevorderde bedrag van € 2.451,- exclusief btw voor de bekleding van de achtergevel en de kopgevel wordt ook niet toegewezen. In r.o. 5.16 van het tussenvonnis van 10 september 2021 is overwogen dat deze werkzaamheden onder de overeenkomst vallen. Deze werkzaamheden betreffen dus geen meerwerk.
betimmering zijwangen en zichtzijde dakkapellen
2.17.5.
Zonconcept heeft voor de betimmering van de zijwangen en zichtzijde van de dakkapellen een bedrag van € 2.076,- exclusief btw gevorderd.
2.17.6.
In r.o. 5.17 van het tussenvonnis van 10 september 2021 is al overwogen dat de betimmering van de dakkapellen niet onder de overeengekomen werkzaamheden valt. Dit betekent dat deze betimmering als meerwerk moet worden aangemerkt.
2.17.7.
Zonconcept heeft echter geen recht op vergoeding van dit meerwerk door [persoon A] c.s. Op grond van artikel 7:755 BW had Zonconcept [persoon A] c.s. tijdig moeten wijzen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging (artikel 7:755 BW). [persoon A] c.s. heeft onweersproken gesteld dat Zonconcept hem hier niet op gewezen heeft. Daar komt bij dat gesteld noch gebleken is dat [persoon A] c.s. die noodzaak van de prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen. Het gevorderde bedrag van € 2.076,- exclusief btw wordt daarom afgewezen.
dakkapel kozijnen in het werk maken
2.17.8.
Het gevorderde bedrag van € 3.580,- exclusief btw voor meerwerk van dakkapel kozijnen in het werk maken, wordt ook afgewezen. In r.o. 5.10 van het tussenvonnis van 10 september 2021 is overwogen dat deze werkzaamheden zijn overeengekomen. Deze werkzaamheden betreffen dus geen meerwerk.
2.18.
Een en ander leidt tot het oordeel dat de vordering van Zonconcept tot betaling van € 13.289,- door [persoon A] c.s., wordt afgewezen.
expertisekosten
2.19.
De door Zonconcept gevorderde expertisekosten van € 2.555,- inclusief btw worden afgewezen nu Zonconcept zowel in conventie als in reconventie (voor het grootste gedeelte) in het ongelijk wordt gesteld.
restantbedrag factuur van 31 december 2018
2.20.
Zonconcept maakt aanspraak op een restantbedrag van € 3.500,- van de factuur van 31 december 2018, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 december 2018.
2.21.
Vast staat dat Zonconcept [persoon A] c.s. op 31 december 2018 een factuur heeft gestuurd ten bedrage van € 19.500,- inclusief btw en dat [persoon A] c.s. op 2 januari 2019 een bedrag van € 16.000,- aan Zonconcept heeft betaald (zie r.o. 2.6 van het tussenvonnis van 10 september 2021). [persoon A] c.s. heeft niet betwist dat hij het restantbedrag van € 3.500,- nog aan Zonconcept verschuldigd is, zodat dit bedrag wordt toegewezen.
2.22.
Ten aanzien van de mede gevorderde wettelijke rente heeft [persoon A] c.s. aangevoerd dat Zonconcept tekort geschoten is in de nakoming van de overeenkomst, zodat [persoon A] c.s. het restantbedrag van € 3.500,- niet heeft betaald. Omdat het werk nooit is afgemaakt en opgeleverd, kan Zonconcept geen aanspraak maken op wettelijke rente over het restantbedrag.
2.23.
In reactie op het standpunt van [persoon A] c.s. heeft Zonconcept tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat, voor zover een beroep wordt gedaan op verrekening in de zin van artikel 6:136 BW, dit alleen mogelijk is als de vordering op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld. Daar is volgens Zonconcept in het onderhavige geval geen sprake van. Nu de schuur in gebruik is genomen, is sprake van oplevering.
2.24.
Ten aanzien van de gevorderde wettelijke rente wordt het volgende overwogen. Op de voornoemde factuur staat dat het bedrag van € 19.000,- minimaal vijf dagen voor montage betaald moet worden. Hoewel [persoon A] c.s. heeft aangevoerd dat hij het restantbedrag van € 3.500,- niet heeft betaald omdat Zonconcept was tekortgeschoten, heeft hij niet betwist dat hij het bedrag zou moeten betalen minimaal vijf dagen voor montage. Nu hij dit heeft nagelaten, is [persoon A] c.s. in verzuim geraakt. Gelet op het feit dat de vervaldatum van 28 december 2018 dateert van voor de factuurdatum van 31 december 2018, zal de kantonrechter de vervaldatum vaststellen op de dag dat [persoon A] c.s. een bedrag van € 16.000,- aan Zonconcept heeft betaald, te weten op 2 januari 2019. Dit betekent dat [persoon A] c.s. vanaf 2 januari 2019 in verzuim verkeerde.
2.25.
Op grond van artikel 6:61 lid 1 BW maakt het verzuim van de schuldeiser een einde aan het verzuim van de schuldenaar. Hiervoor is in conventie overwogen dat Zonconcept overeengekomen werkzaamheden niet (deugdelijk) heeft uitgevoerd. Uit r.o. 2.12 en 2.14 van het tussenvonnis van 10 september 2021 volgt dat Zonconcept tot 1 januari 2020 in de gelegenheid is gesteld om resterende werkzaamheden te verrichten en dat deze termijn is verstreken zonder dat de werkzaamheden zijn verricht. Dit betekent dat Zonconcept vanaf 1 januari 2020 jegens [persoon A] c.s. in verzuim verkeerde. Hieruit volgt dat vanaf deze datum het verzuim van [persoon A] c.s. jegens Zonconcept is geëindigd. [persoon A] c.s. is daarom over het bedrag van € 3.500,- wettelijke rente aan Zonconcept verschuldigd van 2 januari 2019 tot 1 januari 2020, te weten een bedrag van € 69,81. De gevorderde wettelijke rente wordt voor het overige afgewezen.
2.26.
Een en ander leidt tot de conclusie dat [persoon A] c.s. een bedrag van € 3.569,81 aan Zonconcept moet betalen. Dit bedrag zal worden verrekend met het bedrag dat Zonconcept aan [persoon A] c.s. moet betalen omdat de vorderingen van partijen over en weer helder zijn.
conclusie
2.27.
Het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien betekent dat in conventie Zonconcept een bedrag van € 12.600,34 (€ 11.523,16 + € 1.077,18) aan [persoon A] c.s. moet betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 12.600,34 vanaf de dag van dagvaarding. In reconventie moet [persoon A] c.s. een bedrag van € 3.569,81 aan Zonconcept betalen.
2.28.
Na verrekening en met toepassing van artikel 6:44 lid 1 BW moet Zonconcept aan [persoon A] c.s. een bedrag van € 9.030,53 betalen (€ 12.600,34 minus € 3.569,81), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding.
proceskosten
2.29.
Zonconcept krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten in conventie aan de kant van [persoon A] c.s. tot vandaag vast op € 106,47 aan dagvaardingskosten, € 499,- aan griffierecht en € 1.119,- aan salaris voor de gemachtigde (drie punten × € 373,- tarief). In reconventie worden deze kosten aan de kant van [persoon A] c.s. tot vandaag vastgesteld op € 186,50 aan salaris voor de gemachtigde (½ × één punt × € 373,- tarief). Dit is totaal € 1.910,97.
2.30.
De kosten van de door de benoemde deskundige bedragen volgens zijn opgave € 5.999,85. Geen van partijen heeft bezwaar gemaakt tegen de eindnota van de deskundige, zodat de kantonrechter van oordeel is dat de deskundige in redelijkheid een bedrag van € 5.999,85 heeft gefactureerd. De kantonrechter zal het loon van de deskundige daarom begroten op het bedrag van de eindnota van € 5.999,85. Dit bedrag overstijgt het betaalde voorschot van € 5.989,50 dat door [persoon A] c.s. is voldaan. De kantonrechter zal voor het restantbedrag van € 10,35 (€ 5.999,85 minus € 5.898,50) een bevelschrift in de zin van artikel 199 lid 2 Rv afgeven.
2.31.
Nu hiervoor is overwogen dat in conventie de vorderingen voor het grootste deel worden toegewezen en in reconventie de vorderingen voor het grootste deel worden afgewezen, dienen de kosten van de eindnota van € 5.999,85 voor rekening van Zonconcept te komen. Dit betekent dat, zoals hiervoor in r.o. 2.30 genoemd, het bevelschrift dat eveneens is gedateerd 28 oktober 2022 en apart is geminuteerd, ten laste van Zonconcept zal worden uitgegeven.
2.32.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.
uitvoerbaarheid bij voorraad
2.33.
Dit vonnis wordt in conventie en in reconventie uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

3..De beslissing

De kantonrechter:
in conventie en in reconventie
3.1.
veroordeelt Zonconcept om aan [persoon A] c.s. te betalen € 9.030,53 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt Zonconcept in de proceskosten, aan de kant van [persoon A] c.s. tot vandaag vastgesteld op:
  • € 1.910,97 aan dagvaardingskosten, griffierecht en salaris voor de gemachtigde;
  • € 5.989,50 aan kosten van het onderzoek door de deskundige (het voorschot)
met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en in het openbaar uitgesproken.
[46009]