ECLI:NL:RBROT:2022:9468

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
10/661072-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot verpleging van overheidswege van ter beschikking gestelde na herhaaldelijke overtredingen van voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 september 2022 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verpleging van overheidswege van een ter beschikking gestelde, geboren in 1987, die eerder ter beschikking was gesteld met voorwaarden. De terbeschikkingstelling was gelast vanwege het verwerven, in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ter beschikking gestelde herhaaldelijk de voorwaarden van zijn terbeschikkingstelling heeft overtreden, waaronder het niet meewerken aan klinische behandeling en het gebruik van alcohol en drugs tijdens een onttrekking.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen, na te hebben geconstateerd dat de huidige maatregel niet toereikend is gebleken om het recidiverisico op een verantwoorde manier te beheersen. De ter beschikking gestelde heeft meerdere officiële waarschuwingen ontvangen en zijn gedrag in de klinieken was problematisch. De rechtbank oordeelt dat verpleging van overheidswege meer adequate mogelijkheden biedt voor behandeling en begeleiding, en dat dit noodzakelijk is voor de veiligheid van de samenleving. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de voorkeur uitgaat naar plaatsing in de Van der Hoeven Kliniek, waar de ter beschikking gestelde zich gemotiveerd inzet voor zijn therapie.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld door het openbaar ministerie en de ter beschikking gestelde.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/661072-19
Datum uitspraak: 28 september 2022
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1987,
thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam , locatie Hoogvliet ,
raadsman mr. M.E. Pennings, advocaat te Rotterdam.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 7 juli 2020 is de terbeschikkingstelling van [naam01] gelast met voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde. Als voorwaarden zijn onder meer gesteld dat de ter beschikking gestelde meewerkt aan een klinische behandeling en zich zal onthouden van middelengebruik.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van het verwerven, in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 26 december 2020.

2..Procesverloop

Op 31 augustus 2022 is de verdachte aangehouden. Bij beslissing van de rechter-commissaris van 2 september 2022 is de voorlopige verpleging van de ter beschikking gestelde bevolen, wegens het niet naleven van de voorwaarden.
De rechtbank heeft op 1 september 2022 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen om te bevelen dat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 14 september 2022 behandeld. De officier van justitie mr. M. Boekhoud, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door de raadsman, en als deskundige de heer [naam02] , werkzaam bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies reclasseringDe reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 30 augustus 2022, de huidige maatregel om te zetten naar een terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
Dit rapport houdt voorts onder meer het volgende in. De behandeling van de ter beschikking gestelde bij de Forensisch Psychiatrische Kliniek Assen (hierna: de FPK Assen) is na ruim vier maanden op initiatief van FPK Assen gestopt vanwege gedrag (oninvoelend en dreigend) en onvoldoende meewerken aan de behandeling. De ter beschikking gestelde is toen voor een tweede behandelpoging overgeplaatst naar de Kortdurende Klinische Behandelafdeling (hierna: de KKB) van de Van der Hoeven Kliniek. De behandeling verloopt ook hier moeizaam. Bepaalde voorwaarden, zoals therapie, volgt de ter beschikking gestelde trouw, maar voor arbeid blijft hij ongemotiveerd en komt hij vaak niet opdagen. De ter beschikking gestelde heeft in korte tijd twee officiële waarschuwingen gekregen vanwege het niet meewerken aan de klinische behandeling. Op 19 juli 2022 ontving hij een waarschuwing omdat hij zich niet meewerkend (agressief) opstelde in de kliniek. Hij weigerde schoonmaakwerkzaamheden te verrichten, was boos en uitte zich dreigend. Op 24 augustus 2022 heeft de ter beschikking gestelde zich tijdens begeleid verlof onttrokken en was hij tot 25 augustus 2022 ongeoorloofd afwezig. Hij heeft tijdens zijn onttrekking alcohol en drugs gebruikt en is naar het casino geweest. Bij terugkomst is hij in een herstelkamer geplaatst en op 29 augustus 2022 heeft er samen met de reclassering een gesprek plaatsgevonden in de kliniek. De conclusie is dat de ter beschikking gestelde een langere tijd nodig heeft om zich aan zijn oude leven te onttrekken en dat dit niet meer mogelijk is binnen de kortdurende behandeling van de KKB. Binnen het beveiligingsniveau van een FPK zijn FPK Assen en de KKB van de Van der Hoeven Kliniek de enige klinieken die zijn gericht op zedenproblematiek. De behandeling is in beide klinieken mislukt. De reclassering is van mening dat de ter beschikking gestelde nog steeds een klinische behandeling nodig heeft, maar dat het huidige kader niet toereikend is.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [naam02] heeft het advies op de terechtzitting toegelicht. Hij heeft onder meer herhaald dat er weinig klinieken zijn die zijn gespecialiseerd in zedenproblematiek. Door de onttrekking van de ter beschikking gestelde zal in het kader van de klinische behandeling een hoger beveiligingsniveau nodig zijn, waardoor herplaatsing in een voor de ter beschikking gestelde geschikte kliniek vrijwel onmogelijk wordt. Als de maatregel niet wordt omgezet in de verpleging van overheidswege, kan het lang duren voordat er ergens een plek voor hem gevonden kan worden en is de kans groot dat hij zal worden geplaatst op een plek die niet geschikt voor hem is.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot het alsnog bevelen van verpleging van overheidswege. De klinische behandeling van de ter beschikking gestelde verloopt moeizaam, gelet op meerdere incidenten in de klinieken, zijn houding ten opzichte van de arbeid en als belangrijkste punt de zogenoemde harde onttrekking tijdens het begeleid verlof. Bij verpleging van overheidswege kan beter maatwerk worden verricht voor de ter beschikking gestelde, die als gevolg van zijn impulsieve persoonlijkheid af en toe uitglijders maakt. Daarnaast moet de veiligheid van de samenleving worden gewaarborgd en die komt bij voortzetting van de huidige maatregel in gevaar. De problematiek van de ter beschikking gestelde maakt dat niet iedere kliniek geschikt is. De onttrekking heeft tot gevolg dat er nog minder klinieken beschikbaar zijn. De ter beschikking gestelde heeft de voorkeur uitgesproken om bij een toewijzing van de vordering in ieder geval te worden teruggeplaatst in de Van der Hoeven Kliniek. De rechtbank zou in haar overweging kunnen opnemen dat de behandeling van de ter beschikking gestelde wordt voortgezet in de Van der Hoeven Kliniek, zodat het ministerie van Justitie en Veiligheid dit mee kan nemen bij de indicatiestelling.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben afwijzing van de vordering tot verpleging van overheidswege bepleit. De ter beschikking gestelde is na zijn onttrekking zelf teruggekeerd naar de kliniek. Uit de rapportage volgt dat de ter beschikking gestelde zich volledig inzet voor de therapie. Tussen de ter beschikking gestelde en de kliniek is een waardevolle interactie en vertrouwensband ontstaan. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de ter beschikking gestelde zelf heeft aangegeven dat hij in het bezit was van een USB-stick met daarop pornografisch materiaal, hetgeen een overtreding is van de regels van de kliniek. Hier tegenover staat dat onduidelijk is hoe het behandeltraject er uit komt te zien als wordt overgegaan tot verpleging van overheidswege. Tevens ontbreekt er in de rapportage een heldere conclusie over het recidiverisico. De ter beschikking gestelde heeft stappen in de goede richting gezet, maar de reclassering schat in dat het recidiverisico nog hetzelfde is als voorafgaand aan de behandeling. De vraag is of de veiligheid van de samenleving de omzetting vereist. De ter beschikking gestelde verdient een tweede kans.
Indien de rechtbank nog niet kan overgaan tot het afwijzen van de vordering, verzoekt de verdediging subsidiair de beslissing voor korte duur aan te houden om de deskundige nader te horen over het verdere behandeltraject, mocht worden overgegaan tot verpleging van overheidswege.

5..Beoordeling

Het huidige kader van terbeschikkingstelling met voorwaarden is op verschillende manieren ontoereikend gebleken om het recidiverisico op een verantwoorde manier te beheersen. De ter beschikking gestelde heeft de aan zijn terbeschikkingstelling verbonden voorwaarden herhaaldelijk overtreden. De verdediging verzoekt de ter beschikking gestelde nog een kans te geven. Vanaf het begin van de terbeschikkingstelling verloopt de behandeling op bepaalde punten moeizaam. Na een aantal incidenten bij de FPK Assen is de ter beschikking gestelde overgeplaatst naar de Van der Hoeven Kliniek, waar de ter beschikking gestelde op onderdelen ongemotiveerd bleef om zich volledig in te zetten voor de klinische behandeling, met name de daarvan deel uit makende verplichte arbeid. Op 19 juli 2022 heeft de ter beschikking gestelde een officiële waarschuwing ontvangen voor het niet meewerken aan de klinische behandeling, waarin onder andere is opgenomen dat deze waarschuwing zijn laatste kans is. Op 24 augustus 2022 heeft de ter beschikking gestelde zich tijdens begeleid verlof onttrokken en was hij ongeoorloofd afwezig tot 25 augustus 2022. Tijdens zijn onttrekking heeft de ter beschikking gestelde ook alcohol en drugs gebruikt. Als gevolg hiervan heeft de ter beschikking gestelde op 26 augustus 2022 een tweede officiële waarschuwing ontvangen. De ter beschikking gestelde heeft dus al meerdere keren “een tweede kans” gekregen. Op grond van het voorgaande onderschrijft de rechtbank de conclusie van de reclassering dat het huidige kader niet toereikend is gebleken.
De rechtbank heeft ook oog voor de voortgang van de behandeling en de inzet van de ter beschikking gestelde met betrekking tot zijn therapie, maar dit doet niet af aan de ernst van de onttrekking en het feit dat de ter beschikking gestelde de aan hem opgelegde voorwaarden heeft overtreden. Met name de onttrekking heeft tot gevolg gehad dat het vertrouwen in de ter beschikking gestelde sterk verminderd is en dat het risico’s binnen het huidige kader klaarblijkelijk onvoldoende kunnen worden beheerst. De rechtbank is van oordeel dat het kader van een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege meer adequate mogelijkheden biedt voor een behandeling en begeleiding die leidt tot een blijvende risicobeperking. Verder is voldaan aan de wettelijke vereisten voor het omzetten van de terbeschikkingstelling met voorwaarden naar een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. De vordering van de officier van justitie zal daarom worden toegewezen.
Er bestaat geen aanleiding om de zaak aan te houden om nader onder te laten doen over het verdere behandeltraject, zoals verzocht door de raadsman.
Nu de Van der Hoeven Kliniek is gespecialiseerd in zedenproblematiek en de ter beschikking gestelde zich in die kliniek gemotiveerd inzet voor zijn therapie, hetgeen ook goed lijkt te verlopen, geeft de rechtbank aan het ministerie van Justitie en Veiligheid mee dat (terug)plaatsing in de Van der Hoeven Kliniek de voorkeur heeft.

6..Beslissing

De rechtbank:
beveeltdat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Deze beslissing is genomen door mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. M. Timmerman en F.J.E. van Rossum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.C. Wennekes, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.