ECLI:NL:RBROT:2022:9459

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 november 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
10/109326-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Taakstraf voor bezit kinderporno en plegen ontucht met minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 november 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno en het plegen van ontucht met een minderjarige. De verdachte, die reeds in behandeling was bij Jeugdbescherming, heeft tijdens de zitting op 18 oktober 2022 bekend dat hij in de periode van 22 augustus 2020 tot en met 9 december 2020 afbeeldingen van seksuele gedragingen heeft bezeten waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die gediagnosticeerd is met PDD-NOS en een beneden gemiddeld intelligentieniveau heeft, op een lager niveau functioneert dan zijn kalenderleeftijd. De officier van justitie heeft een taakstraf van 60 uren geëist, waarvan 30 uren voorwaardelijk, en de rechtbank heeft deze eis grotendeels overgenomen. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte €750,- aan immateriële schadevergoeding moet betalen. De rechtbank heeft besloten om de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf niet door te laten gaan, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de tijd die verstreken is sinds het plegen van de feiten. De rechtbank heeft de verdachte onder toezicht van de jeugdreclassering gesteld, met de verplichting om zich te melden en mee te werken aan de begeleiding.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/109326-21
Parketnummer TUL: 03/019969-19
Datum uitspraak: 1 november 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsvrouw mr. T. Sandrk, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 18 oktober 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.P.G. de Beer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • toepassing van het jeugdstrafrecht;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 60 uren met aftrek van voorarrest, waarvan 30 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 1 jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal melden bij de jeugdreclassering op de door Jeugdbescherming West te bepalen tijdstippen;
  • tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf opgelegd in de zaak met parketnummer 03/019969-19 en omzetting daarvan in een taakstraf voor de duur van 14 uren.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het tweede deel van het onder 1 ten laste gelegde niet is bewezen, aangezien de bestanden en bestandsnamen van de betreffende video’s niet terug te vinden zijn in de door de officier van justitie ter terechtzitting aan de rechtbank overgelegde toonmap. De verdachte zal daarvan partieel worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 22 augustus 2020 tot en met 09 december 2020 te [plaats02] ,
afbeeldingen, te weten foto's en films van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
in bezit heeft gehad ,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger/hand vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam01] en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp (eventueel aanvullen met soort voorwerp) en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam02] [bestandsnaam03] [bestandsnaam04] [bestandsnaam05] )
;
2
hij in de periode van 22 augustus tot en met 24 augustus 2020 te [plaats02] ,
met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 2009, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte,
- die [slachtoffer01] (tijdens chatsessies middels Omegle en/of berichten middels WhatsApp) aangespoord en/of aangedrongen tot het maken van naaktfoto's (onder meer via het bericht: "laat please 1x je kutje zien 1x is genoeg") en
- die [slachtoffer01] een of meer ontuchtige handeling(en) laten verrichten, te weten: het zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of- tonen van haar (blote) billen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
2.
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno en het plegen van ontucht met een destijds elfjarig meisje. Bij de vervaardiging van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en geëxploiteerd. De rechtbank houdt de verdachte mede verantwoordelijk voor dat misbruik, omdat hij door kinderporno te verzamelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Zulk misbruik doorkruist een normale seksuele ontwikkeling en kan voor minderjarigen ernstige gevolgen hebben, waar zij nog lange tijd last van kunnen hebben. Naast het misbruik is het voor slachtoffers ook schadelijk dat de afbeeldingen, zeker via het internet, lange tijd blijven rondgaan. Met zijn handelen heeft de verdachte voorts een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en mogelijk ook op de seksuele ontwikkeling van het elfjarige slachtoffer. Uit de stukken ter onderbouwing van de vordering benadeelde partij volgt dat het slachtoffer sinds het voorval moeite heeft met het vertrouwen van jongens en dat zij in een negatieve spiraal is geraakt.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte van 28 augustus 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaring deskundige op de terechtzitting
Jeugdbescherming West heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 7 oktober 2022. Dit rapport houdt onder meer het volgende in. Jeugdbescherming West is sinds de veroordeling van de verdachte op 29 september 2020 bij hem betrokken. Vanaf de start van de begeleiding heeft de verdachte zich gehouden aan alle afspraken. Zijn leven is goed gestructureerd door het gedegen hulpverleningsteam dat om hem heen is gebouwd. De verdachte is gediagnostiseerd met PDD-NOS. Er zijn daarbij kenmerken van een autisme spectrum stoornis (ASS). De verdachte kampt met beperkingen in de communicatieve vaardigheden en de sociale omgang. Er zijn tevens vermoedens van ADHD, waardoor de verdachte snel is afgeleid en impulsief kan reageren. Daarnaast is sprake van een beneden gemiddeld intelligentieniveau. Medio september 2021 heeft de verdachte zijn behandeling bij De Waag positief afgerond. De behandeling was gericht op het zelfbeeld van de verdachte en hoe om te gaan met tegenslagen en afwijzingen. Sinds een paar maanden is de verdachte vrijwillig in behandeling bij De Hoop. De behandeling verloopt goed en richt zich op de risico’s van grensoverschrijdend gedrag. De ouders van de verdachte hebben zicht op zijn internet- en social mediagebruik. Het ten laste gelegde is bespreekbaar voor de verdachte, zijn ouders en de betrokken hulpverleners. Er is voldoende zicht en controle op de verdachte. Hij durft te praten over zijn eigen somberheid en eenzaamheid. Hierdoor is het mogelijk dat de verdachte aan zijn leerdoelen werkt, wat ervoor kan zorgen dat recidive wordt voorkomen. Jeugdbescherming West acht het niet in het belang van de verdachte als hij vast komt te zitten. Ondanks zijn leeftijd is hij een kwetsbare jongen en zal het zijn psychische gesteldheid niet ten goede komen. Verder is Jeugdbescherming West van mening dat het adolescentenstrafrecht nog steeds van toepassing is.
Deskundige mw. [naam01] , werkzaam als begeleidster bij Jeugdbescherming West, heeft op de terechtzitting het rapport als volgt toegelicht. Zij adviseert het jeugdstrafrecht toe te passen omdat de verdachte op een lager niveau dan zijn kalenderleeftijd functioneert. De verdachte heeft begeleiding en structuur nodig en accepteert dat. Het opleggen van detentie zou de ontwikkeling van de verdachte doen stagneren. De verdachte heeft er baat bij dat de zorg die om hem heen is gebouwd doorgaat.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Ten aanzien van de toepassing van het jeugdstrafrecht stelt de rechtbank voorop dat het uitgangspunt is dat een jongvolwassen verdachte, die ten tijde van het plegen van het strafbare feit meerderjarig is, volgens het volwassenenstrafrecht wordt berecht. De rechtbank ziet echter in de persoon van de verdachte aanleiding om recht te doen overeenkomstig de bepalingen van het jeugdstrafrecht. Daarbij is voor de rechtbank een belangrijk aspect dat de verdachte is gediagnosticeerd met PDD-NOS en dat er bij de verdachte sprake is van een gebrekkige impulsbeheersing en een beneden gemiddeld intelligentieniveau. De verdachte functioneert op sociaal-economisch gebied jonger dan zijn kalenderleeftijd en hij heeft beperkingen in de communicatieve vaardigheden en de sociale omgang. Een pedagogische insteek verdient de voorkeur.
De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, het tijdsverloop en de omstandigheden van het geval aanleiding om te volstaan met een taakstraf van na te noemen duur. De rechtbank zal een gedeelte van die taakstraf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarde die hierna wordt genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij01] , ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.000,- aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen en te vermeerderen met de wettelijke rente. Voorts heeft de officier van justitie verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, maar daarbij geen gijzeling voor te schrijven voor het geval de verdachte niet zou betalen.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij te matigen.
8.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 750,00, met afwijzing van hetgeen aan hoofdsom meer is gevorderd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 24 augustus 2020.
Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 750,00 vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9..Vordering tenuitvoerlegging

9.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 29 september 2020 van de meervoudige kamer van de rechtbank Limburg is de verdachte ter zake van ontucht met een minderjarige veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 1 week voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 14 oktober 2020.
9.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering toe te wijzen en de op te leggen week jeugddetentie om te zetten in een taakstraf voor de duur van 14 uren.
9.3.
Beoordeling
Het hierboven bewezen verklaarde feit 1 is na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Het hierboven bewezen verklaarde feit 2 valt buiten de proeftijd. Door het plegen van het bewezen feit 1 heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd. In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. De rechtbank ziet daar echter van af. Er is geruime tijd verstreken sinds het plegen van dit feit. De verdachte heeft tijdens de proeftijd niet alle kinderporno verwijderd, maar verder inzet getoond en overal aan meegewerkt. De rechtbank acht de toewijzing van de vordering tenuitvoerlegging om die reden niet opportuun.

10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 63, 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 240b en 247 van het Wetboek van Strafrecht.

11..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, subsidiair 30 (dertig) dagen vervangende hechtenis, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
bepaalt dat van deze taakstraf
een gedeelte, groot 30 (dertig) uren, subsidiair 15 (vijftien) dagen vervangende hechtenis,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
1 (een) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarde:
1. dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd op de door de gecertificeerde instelling, te weten Jeugdbescherming West, regio Zuid-Holland te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarde zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
22 (tweeëntwintig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
11 dagen;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij01] , te betalen een bedrag van
€ 750,00 (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 750,00 (hoofdsom, zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 29 september 2020 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.H. Geerars, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en J. Montijn, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 augustus 2020 tot en met 09 december2020 te [plaats02] , althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, telkens (16) afbeeldingen, te weten (11) foto's en/of (12) films en/of gegevensdragers, te weten een of meerdere mobiele telefoon(s) (merk Huawei), bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid (door het plaatsen op/delen via Dropbox en/of Snapchat) aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger/hand vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam01] en/of
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam06] [bestandsnaam07] ) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp (eventueel aanvullen met soort voorwerp) en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam02] [bestandsnaam03] [bestandsnaam04] [bestandsnaam05] )
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 augustus tot en met 24 augustus2020 te [plaats02] , in elk geval in Nederland,
met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 2009, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte,
- die [slachtoffer01] (tijdens chatsessies middels Omegle en/of berichten middels WhatsApp) aangespoord en/of aangedrongen tot het maken van naaktfoto's (onder meer via het bericht: "laat please 1x je kutje zien 1x is genoeg") en/of
- die [slachtoffer01] een of meer ontuchtige handeling(en) laten verrichten, te weten: het zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of- tonen van haar (blote) billen.