Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 12 oktober 2022, met producties 1 tot en met 5;
- de mondelinge behandeling van 28 oktober 2022.
2..Het geschil
3..De beoordeling
656,00
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft de eiseres, Nunner Logistics GmbH, een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet verschenen is en zonder bekende woon- of verblijfplaats is. De dagvaarding is betekend aan het postadres van de gedaagde, zoals geregistreerd in de Basisregistratie Personen (BRP). De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de formaliteiten voor het verlenen van verstek zijn nageleefd. De eiseres vorderde dat de gedaagde zou verklaren wat er met een zending is gebeurd die op 15 maart 2022 door hem in ontvangst is genomen, en vroeg om een dwangsom van € 5.000 per dag voor het geval de gedaagde in gebreke zou blijven.
Tijdens de zitting bleek dat de gedaagde op 18 oktober 2022 in staat van faillissement was verklaard. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, hoewel een dwangsom in principe niet kan worden verbeurd tijdens het faillissement, deze wel kan worden opgelegd voor de periode na het faillissement. De vordering van Nunner Logistics werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij de dwangsom werd gemaximeerd op een bedrag dat aansluit bij de waarde van de lading, zoals genoemd door de eiseres.
De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Nunner Logistics zijn begroot op € 1.437,31. Het vonnis is uitgesproken op 4 november 2022 door mr. N. Doorduijn en is uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen.