In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2012. De moeder van de minderjarige, bijgestaan door haar advocaat, heeft ingestemd met een regeling waarbij de minderjarige af en toe in een weekendpleeggezin verblijft. De gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, had verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van de ondertoezichtstelling, die eerder was verlengd tot 15 mei 2023. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en vastgesteld dat de thuissituatie van de minderjarige is verbeterd. De moeder heeft aangegeven dat het goed gaat en dat zij het eens is met de regeling voor weekendverblijf. De kinderrechter oordeelt dat, gezien de instemming van de moeder en de verbeterde situatie, een machtiging tot uithuisplaatsing niet noodzakelijk is. Het verzoek wordt afgewezen.