In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 oktober 2022 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 16 september 2022 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van de kinderen voor de duur van twaalf maanden. Dit verzoek is gedaan in het kader van de ernstige psychische problematiek van de moeder, die onder andere te maken heeft met stemmingswisselingen, somberheidsklachten en suïcidale gedachten. De kinderen hebben in het verleden al tijdelijk bij hun grootouders verbleven vanwege de onveilige thuissituatie.
Tijdens de zitting op 14 oktober 2022 zijn zowel de moeder als de vader gehoord. De moeder, die op dat moment was opgenomen in een instelling, gaf aan dat zij het eens was met de ondertoezichtstelling. De vader steunde het verzoek van de Raad en gaf aan dat hij veel baat had bij de hulp van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd door de situatie en dat de moeder niet in staat is om de belangen van de kinderen voorop te stellen.
De kinderrechter heeft op basis van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting geoordeeld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is. De kinderen worden onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 14 oktober 2022 tot 14 oktober 2023. De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden.