ECLI:NL:RBROT:2022:9340

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2022
Publicatiedatum
3 november 2022
Zaaknummer
83/252740-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in witwaszaak na verwerping bewijsuitsluiting

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 oktober 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van witwassen van een Range Rover. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde en veroordeling tot een taakstraf van 180 uur, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis. De verdediging voerde aan dat er sprake was van een onherstelbaar vormverzuim, omdat er geen wettelijke grondslag zou zijn geweest voor het bewijs dat tegen de verdachte was vergaard. De rechtbank oordeelde echter dat er wel degelijk een redelijk vermoeden van schuld aan witwassen bestond, gebaseerd op de bevindingen van de FIOD over de inkomens- en vermogenspositie van de verdachte. Dit vermoeden rechtvaardigde het doen van nader onderzoek in 2019, waardoor er geen sprake was van een vormverzuim.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat zij betrokken was bij de aankoop van de Range Rover of kennis had van de herkomst van het geld waarmee de auto was gekocht. De verdachte werd daarom vrijgesproken van de beschuldiging van witwassen. De rechtbank verklaarde dat het niet bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan en sprak haar daarvan vrij. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de oudste en jongste rechter buiten staat waren om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83/252740-20
Datum uitspraak: 31 oktober 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren op [geboortedatum01] te [geboorteplaats01] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] [plaats01] [land01] ,
verblijfsadres in Nederland: [adres02] , [postcode01] [plaats02] ,
raadsman mr. T.P.A.M. Wouters, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 oktober 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. F.B.W. Groendijk heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 180 uur subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis.

4..Geen vormverzuim

Door de verdediging is gesteld dat er bewijs is vergaard terwijl daarvoor geen wettelijke grondslag bestond, immers was er op het moment van nader onderzoek naar (de inkomens- en vermogenspositie van) de verdachte in 2019 geen sprake van een verdenking als bedoeld in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Dit betreft een onherstelbaar vormverzuim ex artikel 359a Sv. De rechtbank dient derhalve te komen tot uitsluiting van het tegen de verdachte vergaarde bewijs, zodat de verdachte op grond daarvan dient te worden vrijgesproken van het haar ten laste gelegde.
De rechtbank overweegt dat de informatievergaring door opsporingsambtenaren van de FIOD voorafgaand aan de strafrechtelijke verdenking van de verdachte, zijn grondslag vindt in art. 3 Wet BOD. In dat kader is onder meer onderzoek gedaan naar de inkomens- en vermogenssituatie van de verdachte. Gelet op de bevindingen uit dit onderzoek, waaronder dat de aangetroffen transacties niet in verhouding staan tot de inkomsten van de verdachte, de verdachte zich nooit op het adres van de woning heeft ingeschreven, er pas na vier jaar en acht maanden iemand wordt ingeschreven als bewoner en de verdachte is geëmigreerd naar Spanje eind 2013, wordt in december 2018 geconcludeerd dat sprake is van een redelijk vermoeden van schuld aan witwassen. De rechtbank is van oordeel dat de omstandigheden in het proces-verbaal dit vermoeden rechtvaardigen. Daarmee was dus sprake van een verdenking in de zin van artikel 67 Sv en bestond grondslag voor het doen van nader onderzoek in 2019. Derhalve is geen sprake van een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek, als bedoeld in artikel 359a Sv. Het verweer strekkende tot bewijsuitsluiting wegens verzuim van vormen wordt dan ook verworpen.

5..Vrijspraak

De verdachte wordt beschuldigd van het medeplegen van het witwassen van een Range Rover. Het dossier bevat aanwijzingen voor een van verdachte gang van zaken rondom de aankoop van de Range Rover. De schimmige route waarlangs de auto, na aankoop daarvan door haar vader - tevens medeverdachte - bij de verdachte in gebruik is gekomen lijkt ook meer dan toevallig. Op grond van de bewijsmiddelen kan echter niet worden vastgesteld dat de verdachte betrokken is bij de aankoop van de Range Rover of anderszins kennis heeft van de herkomst van het geld waarmee de auto is gekocht. Het aan de verdachte verweten witwassen kan dan ook niet wettig en overtuigend worden bewezen zodat zij daarvan zal worden vrijgesproken.

6..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maken deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. A. Bonder en S.W.H. Bootsma, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Soeteman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 31 oktober 2022.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
zij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2013
tot en met heden, te Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, en/of alleen, van een of meerdere voorwerp(en), te weten:
- een voertuig van het merk Range Rover met chassisnr [nummer01] ,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, en/of verborgen en/of verhuld heeft/hebben wie de rechthebbende(n) op bovenomschreven voorwerp(en) is/was en/of wie bovenomschreven voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben (gehad),
en/of
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen en/of heeft/hebben omgezet en/of van bovenomschreven voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s), wist(en), in elk geval redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat de/het hiervoor genoemde voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - (deels) afkomstig was/waren uit enig misdrijf.