ECLI:NL:RBROT:2022:9338

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2022
Publicatiedatum
3 november 2022
Zaaknummer
10/045718-22 / TUL VV: 10/190384-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging en bedreigingen met recidive en bijzondere voorwaarden

Op 31 oktober 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1983, die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging en bedreigingen van het slachtoffer en haar omgeving gedurende een periode van zes maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, opnieuw in de fout is gegaan. De verdachte heeft het slachtoffer stelselmatig belaagd en bedreigd via sociale media en telefonisch contact, waarbij hij ook bekenden van het slachtoffer heeft geïntimideerd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 350 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een behandelverplichting en een contactverbod met het slachtoffer en haar kinderen. De rechtbank heeft ook een maatregel tot beperking van de vrijheid opgelegd, die dadelijk uitvoerbaar is, om herhaling van strafbare feiten te voorkomen. De benadeelde partij heeft een vordering ingediend voor immateriële schade, die gedeeltelijk is toegewezen. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot betaling van € 2.500,- aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 21 februari 2022. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf afgewezen, omdat dit de noodzakelijke behandeling van de verdachte zou doorkruisen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/045718-22
Parketnummer vordering TUL VV: 10/190384-20
Datum uitspraak: 31 oktober 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1983,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsvrouw mr. O. Saki, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 oktober 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B. van Heemst heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 350 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden alsmede de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan;
  • afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 10/190384-20.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
De verdachte heeft bekend dat hij de aangeefster heeft belaagd en bedreigd. Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de pleegperiode korter is dan ten laste gelegd. De rechtbank gaat uit van de verklaring van de verdachte op de zitting dat hij de aangeefster vanaf september 2021 heeft belaagd en bedreigd. In die periode kreeg de aangeefster een nieuwe relatie. Het dossier bevat onvoldoende bewijs voor het oordeel dat de verdachte ook voor die datum de aangeefster heeft belaagd en bedreigd. De afschriften van gesprekken tussen de verdachte en de aangeefster via Whatsapp en Instagram zijn veelal ongedateerd.
Daarnaast is onderdeel van de tenlastelegging dat de verdachte door middel van een filmpje met een vuurwapen de aangeefster zou hebben belaagd en bedreigd. De verdachte heeft weliswaar een filmpje op zijn besloten Instagram-account geplaatst waarop een vuurwapen is te zien. De door de verdachte geschreven begeleidende tekst bij dit filmpje is echter dermate onduidelijk dat niet geconcludeerd kan worden dat het bericht betrekking heeft op de aangeefster. Ook is het niet duidelijk wat de strekking is van het bericht. Dat betekent dat niet kan worden bewezen dat de verdachte dit filmpje heeft geplaatst met de opzet om de aangeefster daarmee te bedreigen of te belagen. De verdachte zal eveneens van dit gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en – afgezien van de hiervoor besproken en gehonoreerde verweren – geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij, in de periode van 1 september 2021 tot en met 21 februari 2022 te Rotterdam enBarendrecht, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] , door
- veelvuldig telefonisch contact op te nemen met die [slachtoffer01] en bekenden en de partner en de werkgever van die [slachtoffer01] en daarbij dreigend de woorden toe te voegen - zakelijk weergegeven - dat die [slachtoffer01] haar baan zou verliezen en hij, verdachte, haar even kapot zou maken en dat hij, verdachte [slachtoffer01] zou gaan neuken althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer01] en bekenden van die [slachtoffer01] en
- veelvuldig die [slachtoffer01] en bekenden en de partner en de werkgever van die [slachtoffer01] dreigende berichten en afbeeldingen te sturen via Instagram en Whatsapp, met de strekking - zakelijk weergeven - dat die [slachtoffer01] haar baan zou verliezen en hij haar leven kapot zou maken en inhoudende seksueel getinte berichten/afbeeldingen en berichten over de kinderen van die [slachtoffer01] , althans berichten en afbeeldingen van gelijke dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer01] en bekenden van die [slachtoffer01] en
- met meerdere nep accounts die [slachtoffer01] en bekenden van die [slachtoffer01] , veelvuldig berichten en afbeeldingen te sturen en
- eenmaal op het werk van die [slachtoffer01] te verschijnen en meermaals in contact te komen met collega's en de werkgever en daarbij informatie te geven over het functioneren van die [slachtoffer01]
met het oogmerk die [slachtoffer01] te dwingen iets te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij in de periode van 1 september 2021 tot en met 21 februari 2022 te Rotterdam en Barendrecht, meermalen, [slachtoffer01] heeft bedreigd met
- verkrachting, en
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en
- zware mishandeling, door
meermalen die [slachtoffer01] dreigend de woorden toe te voegen, zakelijk weergeven dat hij, verdachte het leven van die [slachtoffer01] kapot zou maken en dat hij, verdachte [slachtoffer01] zou gaan neuken, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer01] en
meerdere dreigende berichten en afbeeldingen te sturen via Instagram en Whatsapp met de strekking -zakelijk weergeven- dat hij, verdachte, die [slachtoffer01] haar leven kapot zou maken en inhoudende seksueel getinte berichten/afbeeldingen en berichten over de kinderen van die [slachtoffer01] , althans berichten van gelijke dreigende aard of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
De eendaadse samenloop van

1..belaging en

2.
bedreiging met verkrachting, met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermaals gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft gedurende een periode van ongeveer zes maanden het slachtoffer gestalkt en bedreigd door veelvuldig telefonisch contact met haar op te nemen en haar dreigende berichten te sturen. De verdachte richtte zich ook tot bekenden van het slachtoffer, zoals haar partner. Ook was de verdachte erop uit het slachtoffer haar baan te laten verliezen en heeft hij daartoe meermaals contact opgenomen met haar werkgever. De toon van de verdachte was steeds dwingend, bedreigend en intimiderend. Het slachtoffer heeft als gevolg van het handelen van de verdachte maandenlang in angst geleefd, zoals blijkt uit haar slachtofferverklaring. Zij maakte zich grote zorgen om haar eigen welzijn en dat van haar partner en kinderen. De rechtbank rekent de verdachte dit zeer aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 augustus 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Die eerdere veroordeling was slechts anderhalve maand vóór de huidige pleegperiode.
Reclassering Nederland heeft op 11 juli 2022 een rapport over de verdachte opgemaakt. Hierin staat onder meer het volgende.
De verdachte is binnen de proeftijd in herhaling gevallen voor een soortgelijk delict. Bij een veroordeling is dan ook sprake van een delictpatroon. De verdachte heeft, nadat eerdere partnerrelaties werden verbroken, soortgelijk belagingsgedrag laten zien, wat stopte op het moment dat de verdachte een nieuwe relatie kreeg. De verdachte heeft op een aantal leefgebieden problemen. Er zijn schulden en er is sprake van een instabiel arbeidspatroon. De verdachte plaatste zichzelf ten tijde van het opmaken van het rapport in de slachtofferrol, toonde weinig probleeminzicht en heeft tijdens het vorige toezicht tegen de toezichthouder gelogen over zijn relatie met de aangeefster. Een opgelegde behandeling kwam toen niet van de grond vanwege de houding van de verdachte en het gebrek aan motivatie. Het herhalingsgevaar wordt ingeschat als hoog. De geadviseerde schorsingsvoorwaarden zijn onder meer een meldplicht bij de reclassering, een behandelverplichting, een locatieverbod (met elektronische monitoring) en meewerken aan schuldhulpverlening en middelencontrole. Daarnaast adviseert de reclassering bij een veroordeling een contactverbod in de vorm van een vrijheidsbeperkende maatregel (artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht).
Reclassering Nederland heeft daarnaast een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 oktober 2022. De rechtbank heeft ook acht geslagen op dit rapport, waarin is geadviseerd om bij een voorwaardelijke straf de voorwaarden waaronder de voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst, als bijzondere voorwaarden op te leggen en het contactverbod aan te vullen met medewerking aan een zogenaamde slachtofferdevice.
Psycholoog [naam01] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 8 april 2021. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport, waaruit blijkt dat de verdachte ten tijde van het toenmalige onderzoek geen psychische stoornis had. Ook de psycholoog heeft destijds geadviseerd om de verdachte een traject van ambulante behandeling bij een forensische polikliniek te laten volgen, om onder andere tot meer reflectie op het eigen gedrag te komen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Hoewel de rechtbank de bewezen verklaarde periode heeft ingekort, volgt de rechtbank niettemin de eis van de officier van justitie, nu de verdachte binnen zeer korte tijd na zijn vorige veroordeling opnieuw de fout in is gegaan en zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstige manier van belaging en bedreiging. De rechtbank maakt zich grote zorgen over het herhalingsgevaar. Op de zitting heeft de verdachte – na eerdere ontkenningen – nu erkend dat hij door zijn strafbare gedrag schade en pijn heeft toegebracht aan de aangeefster en haar omgeving. Daarnaast is gebleken dat de verdachte zich nu laat behandelen en daarvoor gemotiveerd is. Ook heeft de verdachte inmiddels een baan gevonden. Om die behandeling niet te doorkruisen en zijn baan te kunnen behouden, zal de rechtbank de verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen die langer is dan de tijd die hij al in voorlopige hechtenis heeft gezeten, te weten 170 dagen. Het voorwaardelijk strafdeel van 180 dagen, met een proeftijd van drie jaar, dient ertoe de verdachte de gelegenheid te geven onder toezicht van de reclassering zijn behandeling voort te zetten en hem ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal bijzondere voorwaarden opleggen conform het advies van de reclassering, inclusief verplichte medewerking aan de zogenaamde slachtofferdevice.
Ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte daarnaast de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van drie jaren opgelegd, inhoudende een gebiedsgebod voor Barendrecht, Hoogvliet en Sportcomplex Varkenoord en een contactverbod met [slachtoffer01] en haar kinderen en [slachtoffer02] . Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens genoemde personen wordt bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is. Voor iedere keer dat de verdachte zich niet aan de maatregel houdt, krijgt de verdachte een week vervangende hechtenis.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregel passend en geboden.

8..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer01] ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade.
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht, nu gelet op de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid op dit moment worden vastgesteld op € 2.500,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van dit deel van de vordering ontoereikend zijn. Nader onderzoek naar de gegrondheid van dit deel van de vordering en de omvang daarvan zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De rechtbank is van oordeel dat de nadere behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces zou vormen. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 21 februari 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot nu toe begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Tevens wordt oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9..Vordering tenuitvoerlegging

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de vordering tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke strafdeel dat in de zaak met parketnummer 10/190384-20 aan de verdachte is opgelegd, moet worden afgewezen. Tenuitvoerlegging van die straf zou de noodzakelijke behandeling van de verdachte doorkruisen.

10..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 55, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

11..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 350 (driehonderdvijftig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 180 (honderdtachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met: [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 1982 te [geboorteplaats01] , en haar (minderjarige) kinderen; en [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum03] 1987 te [geboorteplaats02] , gedurende 3 (drie) jaren na heden, of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt. De veroordeelde werkt mee aan elektronische monitoring van dit contactverbod, zolang de reclassering dat nodig vindt. Met elektronische monitoring via enkelband en slachtofferdevice kan de reclassering het genoemde slachtoffer informeren als betrokkene dichtbij komt;
2. de veroordeelde zal zich niet bevinden in Barendrecht, Hoogvliet en Sportcomplex Varkenoord, gedurende 3 (drie) jaren na heden, of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt;
3. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
4. de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van De Waag of een soortgelijke zorgverlener te bepalen door de reclassering voor zijn problematiek, zolang als de reclassering nodig vindt;
5. de veroordeelde zal meewerken aan schuldhulpverlening;
6. de veroordeelde zal zich niet zonder toestemming van het openbaar ministerie vestigen op een ander adres;
7. de veroordeelde zal meewerken aan controle van het gebruik van drugs door middel van urineonderzoek;
8. de veroordeelde zal zich inspannen voor het verkrijgen en behouden van een zinvolle structurele dagbesteding en het zo spoedig mogelijk verkrijgen van een brp-adres;
9. de veroordeelde zal de reclassering toestemming geven voor het onderhouden van contact met zijn sociale netwerk, inclusief eventuele (ex-)partner(s) en verstrekt hiertoe aan de reclassering de contactgegevens;
10. de veroordeelde zal ter controle van de onder 1 en 2 genoemde voorwaarden gebruik maken van het door Reclassering Nederland aangewezen technische hulpmiddelen ter ondersteuning van het elektronisch toezicht.
geeft aan Reclassering Nederland opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
geeft aan Reclassering Nederland opdracht elektronisch toezicht te houden op de naleving van de onder nummers 1 en 2 genoemde bijzondere voorwaarden, waaronder begrepen door middel van het gebruik van een slachtofferdevice, en de veroordeelde en zo nodig het slachtoffer ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van drie (3) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
1. zich niet op te houden in Barendrecht, Hoogvliet en Sportcomplex Varkenoord, gedurende drie (3) jaren na heden;
2. zich te onthouden van direct of indirect contact met: [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 1982 te [geboorteplaats01] , en haar (minderjarige) kinderen; en [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum03] 1987 te [geboorteplaats02] , gedurende 3 (drie) jaren na heden;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 1 (een) week, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer01] , te betalen een bedrag van
€ 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 februari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 2.500,-(hoofdsom,
zegge: tweeduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.500,- niet mogelijk blijkt
, gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 (vijfendertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de onder parketnummer 10/190384-20 bij vonnis van 13 juli 2021 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.A. Hut, voorzitter,
en mrs. M.C.J. Spoormaker en R.J.P. Ferwerda, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. van Andel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij, in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met 21 februari 2022 te
Rotterdam en/of Barendrecht, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig
opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] ,
door
- veelvuldig, althans meermalen telefonisch contact op te nemen met die [slachtoffer01]
en/of bekenden en/of (ex)partner(s) en/of (ex)werkgever(s) van die [slachtoffer01]
en/of (daarbij) dreigend de woorden toe te voegen - zakelijk weergegeven -
dat die [slachtoffer01] haar baan zou verliezen en/of hij, verdachte, haar (leven) kapot
zou maken en/of dat hij, verdachte [slachtoffer01] zou gaan neuken, althans seksuele
handelingen zou gaan verichten met die [slachtoffer01] en/of bedreigingen met enig
misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of verkrachting
en/of feitelijke aanranding van de eerbaarheid althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer01] en/of bekende(n) van die [slachtoffer01]
en/of
-veelvuldig, althans meermalen, die [slachtoffer01] en/of bekenden en/of
(ex)partner(s) en/of (ex)werkgever(s) van die [slachtoffer01] (dreigende) bericht(en)
en/of filmpje(s) en/of afbeelding(en) te sturen en/of te plaatsen via/op Instagram
en/of Facebook en/of TikTok, althans social media en/of Whatsapp en/of
sms-berichten en/of e-mail, dan wel op andere wijze in contact te komen met die
[slachtoffer01] en/of (een) bekende(n) van die [slachtoffer01] , met de strekking -zakelijk
weergeven- dat die [slachtoffer01] haar baan zou verliezen en/of haar (leven) kapot
zou maken en/of inhoudende seksueel getinte berichten/afbeeldingen en/of
berichten over de/het kinder(en) van die [slachtoffer01] en/of bedreigingen met enig
misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of verkrachting
en/of feitelijke aanranding van de eerbaarheid, althans berichten en/of filmpjes
en/of afbeeldingen van gelijke dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer01]
en/of bekende(n) van die [slachtoffer01] en/of
- ( een) filmpje(s) te plaatsen en/of te verzenden via social media, althans op andere
wijze te versturen en/of te verspreiden, waarop een (vuur)wapen te zien was en/of
(daarbij) met dit (vuur)wapen meermalen althans eenmaal, wordt geschoten en/of
(daarbij) de (vertaalde)tekst "ik zei je [naam02] ik zag dat hij naar huis moest om te
kijken wat hij aan het doen is nu we net over de brug zijn gereden. ik zei ook"maak
hem niet gek, val niet op die blonde slet. hij heeft al te veel gedronken. jullie kunnen
allemaal maar beter naar ons huis komen, want later zal hij hetzelfde doen en wat ik
je zei over die 2 kleine jongens van haar geloof me hij doet het ik ziet het in hem. hij
denkt gewoon dat ze op hem schijt. je moet hem in de gaten houden. [naam02] geloof
me als hij haar of een van hen ziet, het is oorlog van zijn kant en je weet hoe hij is
laat mijn zus me bellen ik kan haar niet pakken en zijn nichtje en die vriend ook
hierheen brengen" en/of
- met één of meerdere nep account(s) en/of account(s) van anderen dan hem,
verdachte, die [slachtoffer01] en/of bekenden van die [slachtoffer01] , veelvuldig, althans
meermalen, berichten en/of afbeeldingen en/of filmpje(s) te sturen en/of
- meerdere althans één keer (een) goed(eren) te kopen en/of af te geven (bij (een)
bekende(n) van die [slachtoffer01] ) en/of diensten te betalen voor die [slachtoffer01]
terwijl die [slachtoffer01] dit niet wilde en/of
- meermalen althans eenmaal, op het werk van die [slachtoffer01] te verschijnen en/of
in contact te komen met (ex)collega's en/of (ex)werkgever(s) en/of (daarbij)
(onjuiste) informatie te geven over het functioneren van die [slachtoffer01]
met het oogmerk die [slachtoffer01] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen;
2
hij in of omstreeks 1 april 2021 tot en met 21 februari 2022 te Rotterdam, en/of
Barendrecht, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
[slachtoffer01] heeft bedreigd met
- verkrachting, en/of
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- zware mishandeling, en/of
door
(een) filmpje(s) te plaatsen en/of te verzenden via socialmedia, althans op andere
wijze te versturen en/of te verspreiden waarop een (vuur)wapen te zien was en/of
(daarbij) met dit (vuur)wapen meermalen althans eenmaal wordt geschoten en/of
(daarbij) de (vertaalde)tekst "ik zei je [naam02] ik zag dat hij naar huis moest om te
kijken wat hij aan het doen is nu we net over de brug zijn gereden. ik zei ook" maak
hem niet gek, val niet op die blonde slet. hij heeft al te veel gedronken. jullie kunnen
allemaal maar beter naar ons huis komen, want later zal hij hetzelfde doen en wat ik
je zei over die 2 kleine jongens van haar geloof me hij doet het ik ziet het in hem. hij
denkt gewoon dat ze op hem schijt. je moet hem in de gaten houden. [naam02] geloof
me als hij haar of een van hen ziet, het is oorlog van zijn kant en je weet hoe hij is
laat mijn zus me bellen ik kan haar niet pakken en zijn nichtje en die vriend ook
hierheen brengen" en/of
meermalen althans eenmaal die [slachtoffer01] dreigend de woorden toe te voegen,
zakelijke weergeven dat hij, verdachte het (leven) van die [slachtoffer01] kapot zou
maken en/of dat hij, verdachte [slachtoffer01] zou gaan neuken, althans seksuele
handelingen zou gaan verichten met die [slachtoffer01] en/of bedreigingen met enig
misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of verkrachting
en/of feitelijke aanranding van de eerbaarheid en/of, althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer01] en/of
meerdere althans één, (dreigende) bericht(en) en/of filmpje(s) en/of afbeelding(en)
te sturen en/of te plaatsen via/op Instagram en/of Facebook en/of TikTok, althans
social media en/of Whatsapp en/of sms-berichten en/of e-mail met de strekking
-zakelijk weergeven- dat hij, verdachte, die [slachtoffer01] en/of haar (leven) kapot zou
maken en/of inhoudende seksueel getinte berichten/afbeeldingen en/of berichten
over de/het kinder(en) van die [slachtoffer01] en/of bedreigingen met enig misdrijf
tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of verkrachting en/of
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, althans berichten van gelijke dreigende
aard of strekking;