5.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 01 november 2019 tot en met 01 maart 2020 te Rotterdam en/of Stellendam, althans in Nederland,
meermalen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid (van een materiaal bevattende) cocaïne en/of heroïne en/of een (ander) middel genoemd in lijst I van de Opiumwet, zijnde cocaïne en/of heroïne en/of een (ander) middel, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, mede te plegen, en
- een of meer anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen hebbende verdachte , (telkens)
- met [naam01] een ontmoeting gehad en telefonisch en via berichten contact onderhouden en informatie gedeeld over de procedure met betrekking tot de douanescan binnen [bedrijf01] en locatie(s) en/of beweging(en) van (een) (specifiek) container(s) en over het invoeren en uithalen van verdovende middelen en
- aan [naam01] doorgegeven dat er op 27 november 2019 een douanescan was en doorgegeven op welke locatie koelcontainer(s) (specifiek container(s) met ananassen) neergezet worden en afgesproken dat hij, verdachte, op 28 november 2019 nagaat of er wat aan de hand is met een (nader door [naam01] aan te geven container en
- op basis van door [naam01] opgegeven laatste 4 cijfers van een containernummer nagekeken of deze container op de inspectieplaats stond en vervolgens (via Whatsapp en/of Signal) aan [naam01] doorgegeven dat die betreffende container op de inspectieplaats stond.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.