Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Motivering vrijspraak
5..Waardering van het bewijs
1 maart 2020te Rotterdam en/of Schiedam, althans in Nederland,
6..Strafbaarheid feit
2..
Het, anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen hij in strijd met zijn plicht in zijn dienstbetrekking heeft gedaan, vragen van een gift, en dit vragen in strijd met de goede trouw verzwijgen tegenover zijn werkgever.
7..Strafbaarheid verdachte
8..Motivering straffen
9..In beslag genomen voorwerpen
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
114 (honderdveertien) urente verrichten taakstraf resteert;
57 dagen;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 2: