In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 14 oktober 2022, heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen [eiser01] en Mad Science Zuid-Holland B.V. [eiser01] was in dienst als basis instructeur op basis van een oproepcontract en eiste een betaling van € 5.552,00 van Mad Science, stellende dat hij recht had op loon voor een vast aantal uren per week. Mad Science betwistte dit en voerde aan dat de arbeidsovereenkomst een oproepovereenkomst was, waarbij alleen betaald werd voor daadwerkelijk gewerkte uren. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 september 2022 werd de zaak als dagvaardingsprocedure behandeld, ondanks dat [eiser01] aanvankelijk een verzoekschrift had ingediend.
De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een oproepovereenkomst, omdat de arbeid niet was vastgelegd als een vast aantal uren per tijdseenheid. De kantonrechter stelde vast dat Mad Science [eiser01] vanaf 17 mei 2022 niet meer had opgeroepen, wat feitelijk gelijkstond aan het opzeggen van de arbeidsovereenkomst. Echter, omdat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was opgezegd, was Mad Science op grond van artikel 7:628 lid 1 BW in beginsel loon verschuldigd tot het einde van de oproepovereenkomst.
De kantonrechter berekende de loondoorbetalingsverplichting op basis van de gemiddelde arbeidsomvang in de maanden april en mei 2022, wat resulteerde in een bedrag van € 1.617,24 dat Mad Science aan [eiser01] moest betalen. Daarnaast werd Mad Science veroordeeld in de proceskosten van € 244,00. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.