Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlasteleggingen
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 3 tenlastegelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 4, 5 en 6 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uur met aftrek van voorarrest, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
4..Vrijspraak zonder nadere motivering ten aanzien van feit 3
5..Waardering van het bewijs ten aanzien van de feiten 1, 2, 4, 5 en 6
het medeplegen vanhet aanwezig hebben van de hennepplanten.
(groot
)aantal hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(s
),die weg te nemen elektriciteit onder hun bereik had
(den
)gebracht door middel van verbreking;
(in een ruimte onder onder de Cornelis van Beverenbrug
)een
(groot
)aantal hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, .
(merk/type Fiat 500, kenteken [kentekennummer 1]
), toebehorende aan [naam slachtoffer] heeft vernield of beschadigd door een deurkruk van die auto af te trekken.
6..Strafbaarheid feiten
7..Strafbaarheid verdachte
8..Motivering straf
9..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 9, 22c, 22d, 36f, 55, 57, 63, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3 en 11 van de Opiumwet.
11..Bijlagen
12..Beslissing
taakstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
154 (honderdvierenvijftig) urente verrichten taakstraf resteert;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
77 (zevenenzeventig) dagen;
benadeelde partij [naam slachtoffer] ,te betalen een bedrag van
€ 135,00(zegge:
honderdvijfendertig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 april 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer] te betalen
€ 135,00(hoofdsom,
zegge: honderdvijfendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 135,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
2 (twee) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;