Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 3 en 4 primair tenlastegelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 4 subsidiair, 5 en 6 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uur met aftrek van voorarrest, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
4..Vrijspraak zonder nadere motivering ten aanzien van de feiten 3 en 4 primair
5..Waardering van het bewijs ten aanzien van de feiten 1, 2, 4 subsidiair, 5 en 6
buitenhet viaduct is waargenomen, maar hij heeft geen enkele betrokkenheid gehad bij het telen en/of verwerken van de aangetroffen hennepplanten. Weliswaar kent de verdachte de personen die de politie op de camerabeelden heeft gezien en hij heeft ook vaker met hen afgesproken, maar in verband met zijn eigen veiligheid wil hij geen concrete namen noemen. Het dossier bevat geen bewijsmiddelen die de (ontkennende) verklaring van de verdachte weerspreken.
6..Strafbaarheid feiten
7..Strafbaarheid verdachte
8..Motivering straf
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 9, 22c, 22d, 55, 57, 311 en 322 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3 en 11 van de Opiumwet.
10..Bijlagen
11..Beslissing
taakstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
154 (honderdvierenvijftig) urente verrichten taakstraf resteert;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
77 (zevenenzeventig) dagen.