ECLI:NL:RBROT:2022:9185

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2022
Publicatiedatum
31 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/638164 / HA ZA 22-404
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en verrekening van schade door vertraging in uitvoering van werkzaamheden

In deze zaak vordert Compal Composites B.V. betaling van onbetaalde facturen door Aannemingsbedrijf Bertens Bouw B.V. Compal heeft in opdracht van Bertens gevelpanelen geleverd en gemonteerd voor de nieuwbouw van Praktijkcollege Zuidwijk. Bertens heeft een beroep gedaan op verrekening van schade die zij zou hebben geleden door vertraging in de uitvoering van het werk door Compal. De rechtbank heeft vastgesteld dat Bertens niet voldoende heeft onderbouwd dat de vertraging daadwerkelijk door Compal is veroorzaakt en dat de gevorderde bedragen voor verrekening niet zijn komen vast te staan. De rechtbank heeft de vorderingen van Compal tot betaling van de openstaande facturen toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten. De vorderingen van Bertens in reconventie zijn afgewezen, omdat Compal niet tekort is geschoten in haar verplichtingen. De proceskosten zijn voor rekening van Bertens, die grotendeels in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/638164 / HA ZA 22-404
Vonnis van 26 oktober 2022
in de zaak van
COMPAL COMPOSITES B.V.,
gevestigd te Emmen,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J. Knotter te Emmen,
tegen
AANNEMINGSBEDRIJF BERTENS BOUW B.V.,
gevestigd te Tilburg,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. O. Diemel te Rosmalen.
Partijen zullen hierna Compal en Bertens genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 3 mei 2022, met producties 1 tot en met 20;
  • de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke eis in reconventie, met producties 1 tot en met 18;
  • de oproepingsbrief van de rechtbank van 26 juli 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, met producties 21 tot en met 23;
  • de akte overlegging aanvullende producties van Bertens, met producties 19 tot en met 21;
  • de spreekaantekeningen van partijen voor de mondelinge behandeling op 16 september 2022, waarvan geen proces-verbaal is opgemaakt.
1.2.
Na de mondelinge behandeling is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Bertens heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam de nieuwbouw van Praktijkcollege Zuidwijk gerealiseerd. Bertens heeft aan Compal opdracht gegeven tot het produceren, leveren en monteren van aluminium composiet gevelpanelen voor dit gebouw (hierna: het werk).
2.2.
Bertens en Compal hebben een overeenkomst van (onder)aanneming gesloten, die is neergelegd in de opdrachtbevestiging van 22 april 2020 van Bertens aan Compal (hierna: de overeenkomst). In deze overeenkomst is – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:
“(…)
Projectgegevens
(…)
Voor de prijs van : € 295.000,- exclusief B.T.W.
(…)
Startdatum / Leveringsdatum
Uitvoering : 2e Kwartaal 2020
Start werkzaamheden : 2e Kwartaal 2020
Algemene bepalingen
1. Op deze overeenkomst zijn uitsluitend de Algemene Voorwaarden voor de verlening van opdrachten versie 05-97 van Aannemingsbedrijf Bertens Bouw BV van toepassing (…) en daarop in aanvulling de UAV 2012. (…)
(…)
Aansprakelijkheid en verrekening
Aannemer is gerechtigd al zijn vorderingen op opdrachtnemer, waaronder de vorderingen bedoeld in dit artikel, te verrekenen met hetgeen aannemer uit hoofde van overeenkomst aan opdrachtnemer is verschuldigd.
Opdrachtnemer is jegens aannemer aansprakelijk voor alle boetes, kortingen op de aanneemsom, dan wel schadeclaims, die door opdrachtgever van aannemer en/of derden aan aannemer worden opgelegd ten gevolge van aan opdrachtnemer toe te rekenen handelingen, waaronder uitdrukkelijk ook vertraging.
(…)”
2.3.
Bij e-mail van 27 maart 2020 heeft Compal aan Bertens onder meer het volgende bericht:
“(…) Tijdens het uitwerken van de mockup hebben wij helaas geconstateerd dat het kozijn op de verdieping zich ca. 330 a 350 mm te ver naar rechts bevindt. (…) Dit houdt in de belijning van de tussenstijlen afwijken t.o.v. het kozijn op de begane grond. (…)”
2.4.
Bij e-mail van 22 april 2020 heeft Compal aan Bertens onder meer het volgende bericht:
“(…) Waarschijnlijk is de verjonging in het HSB niet uitgevoerd waardoor het natuursteen zich 150 – 160 mm tot voorkant kozijn bevindt. (…). Zoals aangegeven kunnen wij dit oplossen door het aluminium regelwerk in het werk uit te lijnen aan het natuursteen. Tevens brengt dit, zoals gisteren aangegeven, extra tijd en kosten met zich mee. Omdat we elk segment opnieuw moeten uitwerken. Deze stagnatie is daarom dan ook niet voor verantwoording van Compal (…)”
2.5.
Per e-mail van 1 september 2020 heeft Compal Bertens geïnformeerd over de planning van haar werkzaamheden. Dezelfde dag heeft Bertens hierop per e-mail gereageerd en onder meer het volgende gemeld:
“Met stomme verbazing ontvangen wij van Compal de planning in de bijlage (…) Er wordt maar wat gedaan. Ik zal vertellen wat moet gebeuren en welke volgorde (…) Eind week 40 moeten we gereed zijn omdat achter Compal nog van alles komt.
Indien noodzakelijk opschalen
2.6.
Bij e-mail van 2 oktober 2020 heeft Bertens aan Compal onder meer het volgende bericht:
“(…) Elke keer worden er vanuit Compal beloftes gedaan m.b.t. personeel , planning etc. Ik zie er helemaal niets van terug in de uitvoering. Boeteclausule per dag uitloop op oplevering is €500,- per dag conform bestek, kosten van de andere onderaannemers niet eens in meegerekend. Hoe gaan we hier mee om? Geef nu eens een kloppende planning van personeel en doorlooptijd af. (…)”
Compal heeft hierop bij e-mail van 2 oktober 2020 onder meer als volgt gereageerd:
“(…) Vanwege de dreiging met stagnatiekosten wordt er
nietmeer gewacht op derden welke nog werkzaamheden achter onze gevelelementen moeten uitvoeren. (…)
Wij hebben zelf enorme stagnatiekosten gehad door diverse gebreken in de HSB gevelelementen en het langdurig open blijven van beslissingen in knelpunten, zoals al eerder vermel[d].
Elke keer werden er richting ons beloftes gedaan de nodige zaken te regelen, echter liet het iedere keer lang op zich wachten.
Aan de ene kant verwachten jullie onze medewerking om geveldelen open te laten, aan de andere kant wordt er gedreigd dat de gevels allang gereed hadden moeten zijn.
Dit spreekt elkaar uiteraard tegen.
Eventuele stagnatiekosten van jullie wijzen wij daarom ook van de hand (…)”
2.7.
Op 15 oktober 2020 heeft Compal aan Bertens een e-mail toegezonden waarin zij melding maakt van vertraging in de voortgang van het werk door omstandigheden die volgens Compal zijn te wijten aan derden. Compal heeft daarbij melding gemaakt van extra kosten. Dezelfde dag heeft Bertens hierop gereageerd en gesteld dat Compal niet wordt gehinderd in de uitvoering van haar werkzaamheden en dat haar niet duidelijk is welke extra kosten worden bedoeld. Daar heeft Compal vervolgens weer op gereageerd.
2.8.
Naast de werkzaamheden die in de tussen partijen overeengekomen aanneemsom zijn begrepen, heeft Compal in opdracht en voor rekening van Bertens meerwerk uitgevoerd voor € 25.458,40 inclusief BTW.
2.9.
Compal heeft, voor zover hier relevant, de volgende facturen aan Bertens doen toekomen:
Factuurnummer Factuurdatum Bedrag inclusief BTW
200214 30 oktober 2020 € 23.595,00 (meerwerk)
202210 2 juli 2021 € 17.847,50 (5% aanneemsom)
202255 22 oktober 2021 € 17.847,50 (5% aanneemsom)
202259 28 oktober 2021
€ 1.863,40(meerwerk)
Totaal € 61.153,40
2.10.
Op 30 augustus 2021 heeft Compal per e-mail een herinnering gezonden aan Bertens voor de factuur van 2 juli 2021. Compal heeft nadien meerdere e-mailberichten toegezonden aan Bertens over de betaling van de openstaande factuur. Op 8 september 2021 heeft Compal – onder meer – het volgende bericht aan Bertens:
“Wij willen graag weten waarom,. deze factuur niet wordt betaald. Wij hebben zelfs een bon van jullie gekregen.”
2.11.
Bij e-mailberichten van respectievelijk 14 september en 4 oktober 2021 reageert Bertens dat het intern wordt nagegaan en dat het onder de aandacht is bij de directie. Bij emailberichten van 18, 20 en 25 oktober 2021 herhaalt Bertens dat de vraag inzake de factuur intern wordt behandeld.
2.12.
Compal zendt per e-mail van 12 oktober 2021 een aanmaning voor de factuur van 2 juli 2021.
2.13.
Op 27 oktober 2021 zendt Bertens het volgende e-mailbericht aan Compal:
“Naar aanleiding van overleg met de directie zijn wij tot bijgaand overzicht gekomen.
De openstaande €14040,- zullen wij betaalbaar stellen.
Verder is het voor ons afgewerkt, aangezien de planning gigantisch is uitgelopen hebben wij erg veel kosten gehad van diverse partijen.
Week 40 2020 zouden we klaar zijn, dat is bij lange na niet gered.”
2.14.
Op 29 oktober 2021 heeft Bertens € 17.847,50 aan Compal betaald.

3..Het geschil

in conventie

3.1.
Compal vordert – samengevat – veroordeling van Bertens, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van:
I. € 43.305,90 aan onbetaalde facturen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de facturen tot de dag van volledige betaling;
II. € 1.208,06 aan buitengerechtelijke incassokosten;
III. € 112.000,00 exclusief BTW aan vergoeding voor de extra werkzaamheden als gevolg van afwijkingen in het werk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
IV. de kosten van deze procedure.
3.2.
Aan haar vorderingen heeft Compal – samengevat – het volgende ten grondslag gelegd. Compal heeft op grond van de overeenkomst werkzaamheden uitgevoerd aan de nieuwbouw van Praktijkcollege Zuidwijk. Een deel van de in verband daarmee ingediende facturen is door Bertens onbetaald gelaten, terwijl het werk opgeleverd is. Bertens schiet daarmee tekort in de nakoming van haar betalingsverplichting. Tevergeefs is geprobeerd het openstaande bedrag te incasseren, waardoor buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt. Door wijzigingen in het werk is Compal bovendien geconfronteerd met extra kosten van € 112.000,00. Zij wenst hiervoor gecompenseerd te worden op grond van de toepasselijke bepalingen uit de UAV 2012, subsidiair op grond van de redelijkheid en billijkheid.
3.3.
Bertens betwist de vorderingen en concludeert tot afwijzing daarvan, met veroordeling, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, van Compal in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in voorwaardelijke reconventie
3.5.
Voor het geval in conventie geen verrekening wordt toegepast van de vorderingen van Bertens met de vorderingen van Compal, vordert Bertens – samengevat – veroordeling van Compal, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van:
I. € 36.604,00 exclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente dan wel de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2021, althans 29 oktober 2021, althans de datum van de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke eis in reconventie, tot de dag van volledige betaling;
II. € 1.141,04 exclusief BTW aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke eis in reconventie tot de dag van volledige betaling;
III. de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het vonnis.
3.6.
Bertens legt daaraan – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag. Compal is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door het overeengekomen werk niet tijdig en voor een deel niet deugdelijk uit te voeren. Bertens vordert vergoeding van de schade die zij hierdoor heeft geleden.
3.7.
Compal betwist de vorderingen en concludeert tot afwijzing daarvan, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van Bertens in de proceskosten.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
De vorderingen in conventie en in reconventie worden vanwege hun samenhang gezamenlijk behandeld.
Onbetaalde facturen en verrekening
4.2.
De hoogte van het volgens Compal nog openstaande bedrag wordt door Bertens niet betwist, zodat van de juistheid hiervan wordt uitgegaan. Bertens heeft een beroep gedaan op verrekening van dit bedrag met de schade die zij stelt te hebben geleden doordat Compal het werk te laat en op onderdelen ondeugdelijk heeft uitgevoerd. Compal betwist dat Bertens een beroep op verrekening toekomt.
[naam01]
4.2.1.
Bertens stelt – kort gezegd – dat vanwege de vertraging in het afmonteren van de gevel door Compal een andere onderaannemer van Bertens, [naam01] , extra werk heeft moeten verrichten en op een later moment heeft moeten terugkomen. Daardoor heeft Bertens € 5.000,00 exclusief BTW extra aan [naam01] moeten betalen. Bertens heeft een vaststellingsovereenkomst gesloten met [naam01] , waarin deze extra kosten zijn meegenomen. Aangezien de vaststellingsovereenkomst betrekking heeft op meerdere kosten met betrekking tot het project, zijn de kosten niet gespecificeerd.
4.2.2.
Compal heeft deze stellingen gemotiveerd betwist. Ter onderbouwing daarvan heeft Compal als productie 18 een e-mailbericht overgelegd van [naam01] . In dat bericht staat dat [naam01] geen extra kosten bij Bertens in rekening heeft gebracht die betrekking hebben op vertraging in het monteren van de gevel. Volgens Compal is bovendien niet controleerbaar of Bertens daadwerkelijk € 5.000,00 aan [naam01] heeft betaald en zo ja, waarvoor.
4.2.3.
Het bedrag van € 5.000,00 komt niet voor verrekening in aanmerking. Gelet op de gemotiveerde betwisting door Compal had het op de weg van Bertens gelegen om het verband tussen dit gestelde schadebedrag en de werkzaamheden van Compal nader te concretiseren en te onderbouwen. Dat heeft Bertens niet gedaan, zodat niet is komen vast te staan dat het bedrag van € 5.000,00 voor rekening van Compal komt.
[naam02]
4.2.4.
Bertens stelt dat Compal heeft nagelaten om de gevelbeplating op de eerste verdieping demontabel uit te voeren. Dit heeft ertoe geleid dat een andere onderaannemer van Bertens, [naam02] , een begroting voor extra kosten van € 5.104,00 exclusief BTW bij Bertens heeft neergelegd. Ter onderbouwing heeft Bertens e-mailverkeer tussen haar en [naam02] overgelegd.
4.2.5.
Compal betwist de stellingen van Bertens. Zij heeft het werk conform opdracht uitgevoerd. Er zijn geen afspraken gemaakt over het demontabel uitvoeren van de gevelpanelen. Het uitgangspunt was dat de gevelpanelen verlijmd zouden worden. Compal heeft een voorstel gedaan voor het demontabel uitvoeren, maar dit is door Bertens van de hand gewezen. Ter onderbouwing hiervan heeft Compal e-mails met bijlagen in het geding gebracht. Uit deze e-mails blijkt dat Compal opties heeft aangeboden om de gevelpanelen demontabel te maken voor een meerprijs van € 38.500,00 exclusief BTW.
4.2.6.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat het bestek van toepassing is. Uit de tekst van de in het geding gebrachte bestekbepalingen kan de rechtbank niet opmaken dat de gevelpanelen demontabel uitgevoerd moesten worden. Het bestek meldt immers voor zover van belang:
“Basis is verlijming van de beplating op de aluminium bevestiging beugels c.a.”
Ook uit de wijze waarop partijen in de praktijk invulling hebben gegeven aan het bestek kan niet worden afgeleid dat de gevelpanelen demontabel moesten worden uitgevoerd. Bertens heeft tegenover de gemotiveerde betwisting door Compal niet nader onderbouwd dat partijen een van de tekst van het bestek afwijkende afspraak hebben gemaakt over het demontabel uitvoeren van de gevelpanelen. Gelet op het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat Compal – door de gevelpanelen niet demontabel te monteren – tekort is geschoten in haar verplichtingen. Ten aanzien van dit onderdeel komt Bertens geen beroep op verrekening toe.
Van Beek
4.2.7.
Bertens stelt dat een andere onderaannemer van haar, Van Beek, vanwege de vertraging in het afmonteren van de gevel door Compal de werkzaamheden aan het buitenterrein niet kon afronden. Van Beek moest het grond- en straatwerk op de gevel aansluiten, maar kon niet verder omdat Compal geen gevelzijde gereed had en haar steigers in de weg stonden. Dit heeft ertoe geleid dat Van Beek meerdere keren moest terugkomen, waarvoor extra kosten van € 10.000,00 exclusief BTW bij Bertens in rekening zijn gebracht.
4.2.8.
Compal brengt daartegen in dat de gevelbekleding en de terreininrichting elkaar niet in de weg zitten. Van Beek kon haar werkzaamheden dus gewoon voortzetten, onafhankelijk van Compal. Het bedrag van € 10.000,00 is bovendien niet onderbouwd.
4.2.9.
Bertens heeft haar stelling dat Van Beek door Compal werd gehinderd in haar werkzaamheden onvoldoende nader onderbouwd, terwijl dat, gelet op de betwisting van Compal, wel van haar mocht worden verwacht. De enkele stelling tijdens de mondelinge behandeling dat de steigers van Compal in de weg stonden, is zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, onvoldoende. Ook het bedrag van € 10.000,00 is door Bertens op geen enkele wijze onderbouwd. De rechtbank komt daarom tot het oordeel dat ook het bedrag van € 10.000,00 niet kan worden verrekend.
Gemeente Rotterdam
4.2.10.
Volgens Bertens heeft Compal haar werkzaamheden met vertraging opgeleverd. Daardoor heeft het gehele project vertraging opgelopen. Dit heeft ertoe geleid dat de opdrachtgever van Bertens, de gemeente Rotterdam, een korting of boete van € 55.000,00 heeft opgelegd. Volgens Bertens is Compal voor 30% verantwoordelijk voor het ontstaan van de vertraging van het werk, zodat € 16.500,00 voor haar rekening behoort te komen.
4.2.11.
Compal ontkent dat zij verantwoordelijk is voor de vertraging van het werk. Ook als Compal eerder klaar was geweest met de gevel, had Bertens het werk te laat opgeleverd aan de gemeente Rotterdam. Het causale verband tussen de korting op de aanneemsom en de vertraging van het werk aan de gevel ontbreekt dus. Bovendien is geen van de door Bertens gestelde bedragen controleerbaar.
4.2.12.
Het bedrag van € 16.500,00 komt niet voor verrekening in aanmerking. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Compal had het op de weg van Bertens gelegen om het causale verband tussen het aan haar opgelegde kortingsbedrag en het handelen van Compal nader te concretiseren en te onderbouwen. Dat heeft Bertens niet gedaan. Bertens heeft geen feiten of omstandigheden gesteld, laat staan onderbouwd, waaruit kan worden afgeleid dat de te late oplevering van het werk aan de gemeente Rotterdam (mede) het gevolg is van het handelen van Compal.
Conclusie
4.3.
Gelet op het voorgaande slaagt het beroep op verrekening niet en zullen de vorderingen in reconventie worden afgewezen. De vordering van Compal tot betaling van het nog openstaande deel van haar facturen, € 43.305,90 inclusief BTW, zal worden toegewezen.
Rente
4.4.
Compal heeft de wettelijke handelsrente rente gevorderd over de hoofdsom vanaf de vervaldata van de facturen tot de dag van volledige betaling.
4.5.
Bertens heeft verweer gevoerd tegen de gevorderde wettelijke handelsrente.
Bertens heeft in dat kader gesteld dat een aantal van de in het geding zijnde facturen van Compal is geantidateerd. Zo staat op factuurnummer 200214 de datum 30 oktober 2020, terwijl Bertens deze factuur pas op 1 november 2021 van Compal heeft ontvangen. Een aantal facturen zou bovendien niet voldoen aan de overeengekomen vereisten, zoals vermeld in de overeenkomst. De facturen zijn volgens Bertens dus niet rechtsgeldig ingediend. Volgens Bertens betekent dit dat de door Compal gevorderde wettelijke handelsrente op zijn vroegst is verschuldigd na het verstrijken van de vervaldatum na het alsnog correct indienen van deze facturen.
Compal heeft dit gemotiveerd weersproken. Volgens haar werden facturen altijd op dezelfde manier ingediend en is van antidateren geen sprake. Bertens wilde facturen voor meerwerk pas na afronding van het werk uitbetalen. De facturen zijn ook door Bertens in behandeling genomen, wat blijkt uit het feit dat Bertens de facturen in haar overzicht van 27 oktober 2021 heeft verwerkt. Dat was niet mogelijk geweest als een van de facturen pas op 1 november 2021 was ontvangen.
4.6.
In het licht van de gemotiveerde weerspreking van Compal heeft Bertens onvoldoende gemotiveerd gesteld dat haar niet duidelijk was waarop de facturen betrekking hadden en dat zij een redelijke grond had om deze facturen niet in behandeling te willen nemen. Dit deel van de vordering van Compal zal worden toegewezen zoals gevorderd.
Vergoeding extra werkzaamheden
4.7.
Samengevat heeft Compal aan haar vordering tot betaling door Bertens van € 112.000,00 het volgende ten grondslag gelegd. Tijdens het werk is gebleken dat Bertens het werk anders heeft uitgevoerd dan op de tekeningen stond aangegeven. Compal heeft Bertens voorafgaand aan de uitvoering gewezen op de door haar geconstateerde afwijkingen en op de extra kosten die daarvan het gevolg waren. Compal heeft zich omwille van de voortgang van het werk aangepast aan de gewijzigde omstandigheden, maar dat heeft wel geleid tot extra werkzaamheden voor Compal en tot aanzienlijke extra kosten. De extra kosten voor Compal bedragen € 112.000,00 en dienen door Bertens te worden vergoed. Compal verwijst in dit kader naar diverse bepalingen uit de UAV 20212.
4.8.
Bertens heeft gemotiveerd betwist dat zij gehouden is om meerkosten aan Compal te vergoeden. Volgens haar heeft Compal het tijdens het werk nooit over een dergelijk bedrag aan meerkosten gehad. Compal had voorafgaand aan de uitvoering van de beweerdelijke extra werkzaamheden Bertens op de noodzaak van verhoging van de prijs moeten wijzen en daarover vooraf schriftelijk overeenstemming moeten bereiken. Dat is niet gebeurd. Over de hoogte van het gevorderde bedrag merkt Bertens op dat Compal bij dagvaarding slechts een tabel in het geding heeft gebracht. Enige onderbouwing van de daarin vermelde bedragen en onderliggende bewijsstukken ontbreken.
4.9.
Met Bertens is de rechtbank van oordeel dat extra werkzaamheden voor Compal met de door haar gestelde omvang voorafgaand aan de uitvoering hadden moeten worden besproken en dat daarover overeenstemming had moet worden bereikt. Weliswaar heeft Compal enkele emailberichten aan Bertens toegezonden waarin zij melding maakt van haar bevindingen en geconstateerde afwijkingen (zie 2.3 en 2.4), maar niet gebleken is dat Compal met Bertens heeft gesproken over een concreet bedrag dat Bertens volgens Compal extra moest betalen, laat staan een bedrag in de orde van grootte van € 112.000,00. Daarover hebben partijen dus ook geen overeenstemming bereikt. Bovendien heeft Compal de betreffende vordering volstrekt onvoldoende onderbouwd. Evenmin heeft Compal voldoende onderbouwd gesteld dat zij aanspraak kan maken op betaling van een deel van het gevorderde bedrag. Vordering III van Compal zal dus worden afgewezen.
Kosten
Buitengerechtelijke incassokosten
4.10.
Compal maakt aanspraak op buitengerechtelijke incassokosten. Compal heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal daarom worden toegewezen.
Proceskosten
4.11.
Bertens zal zowel in conventie als in reconventie als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Weliswaar wordt vordering III van Compal afgewezen, maar Compal heeft deze procedure (ook) aanhangig moeten maken om haar openstaande facturen betaald te krijgen.
4.12.
De rechtbank begroot de proceskosten in conventie aan de zijde van Compal op basis van het toegewezen bedrag op:
- dagvaarding € 105,91
- griffierecht € 2.837,00*
- salaris advocaat
€ 2.228,00(2 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 5.170,91
*Het tarief voor niet-natuurlijke personen in andere zaken dan kantonzaken die bij de rechtbank een vordering met een beloop van minder dan € 100.000,00 instellen.
4.13.
De rechtbank begroot de proceskosten in reconventie aan de zijde van Compal op € 721,00 (2 x 0,5 punt × tarief € 721,00).

5..De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt Bertens om € 43.305,90 aan Compal te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag vanaf de vervaldata van de facturen tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Bertens om € 1.208,06 aan buitengerechtelijke kosten aan Compal te betalen,
5.3.
veroordeelt Bertens in de proceskosten, aan de zijde van Compal tot op heden begroot op € 5.170,91,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zo ver uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen af,
5.7.
veroordeelt Bertens in de proceskosten, aan de zijde van Compal tot op heden begroot op € 721,00,
5.8.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. van Velzen, rechter, in aanwezigheid van mr. L.M. Vos, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2022.
3645/2083/3194