In deze zaak, die werd behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is er sprake van een incident en een hoofdzaak met betrekking tot een huurgeschil. De eiser, [eiser01], heeft de huurovereenkomst met [gedaagde01] B.V. aangevochten en verzocht om ontbinding van de overeenkomst, vernietiging van een eerdere uitspraak van de huurcommissie, en betaling van een lagere huurprijs. De eiser stelt dat [gedaagde01] de woning onderverhuurt, wat in strijd is met de huurovereenkomst. De gedaagde, [gedaagde01], betwist de claims van de eiser en voert aan dat er geen grond is voor ontbinding van de huurovereenkomst, aangezien de eiser op de hoogte was van de onderverhuur en dit zelfs had toegestaan.
Daarnaast heeft de eiser in het incident verzocht om inzage in de afrekeningen van energielevering over de periode 2019 tot en met 2022, om een volledig beeld te krijgen van de rechtsverhouding tussen partijen. De gedaagde heeft ook deze eis betwist, stellende dat de afrekeningen niet relevant zijn voor de hoofdzaak.
De kantonrechter heeft besloten dat zowel de hoofdzaak als het incident tijdens een mondelinge behandeling besproken zullen worden. Partijen zijn verplicht om alle relevante stukken uiterlijk een week voor de zitting in te dienen. De zaak is verwezen naar een zitting op 5 oktober 2022, waarbij partijen hun verhinderdata moeten opgeven. De kantonrechter heeft verder aangegeven dat iedere verdere beslissing wordt aangehouden tot de mondelinge behandeling.