ECLI:NL:RBROT:2022:9087
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verstek verleend in kort geding voor ontruiming woonruimte tegen gedetineerde gedaagde
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Havensteder en een gedetineerde gedaagde, aangeduid als [gedaagde01]. De eiseres, Havensteder, heeft een vordering ingediend om de gedaagde te veroordelen tot ontruiming van een woning in Capelle aan den IJssel en tot betaling van huurachterstand. De gedaagde is niet verschenen op de mondelinge behandeling, die plaatsvond op 12 augustus 2022, en heeft geen verweer gevoerd. De dagvaarding is op correcte wijze betekend aan de gedaagde in de Penitentiaire Inrichting te Dordrecht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Havensteder een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen. De vordering is niet onrechtmatig of ongegrond bevonden en is toegewezen, met inachtneming van de detentie van de gedaagde. De kantonrechter heeft de termijn voor ontruiming verlengd tot zeven dagen, zodat de gedaagde in staat is om de ontruiming te regelen vanuit de PI. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten.
De beslissing van de kantonrechter omvat onder andere de veroordeling van de gedaagde tot ontruiming van de woning, betaling van de huurachterstand van € 1.812,93, en een maandelijkse huurbetaling van € 708,95 vanaf 1 september 2022. De proceskosten zijn vastgesteld op € 629,43. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.