Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 oktober 2022 in de zaak tussen
[naam eiseres], uit [vestigingsplaats eiseres], eiseres
de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat(verweerder)
Rechtbank Rotterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 24 oktober 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de aanwijzing als examinerende instelling beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de aanwijzing die door de minister van Economische Zaken en Klimaat was verleend, maar de rechtbank oordeelt dat eiseres geen procesbelang heeft. De aanwijzing was verleend tot en met 31 december 2021, maar eiseres had aanvankelijk verzocht om een aanwijzing voor een periode van vijf jaar. De rechtbank stelt vast dat eiseres met de aanwijzing tot 31 december 2021 heeft gekregen wat zij in haar verzoek van 25 augustus 2020 heeft gevraagd, en dat zij daarom geen procesbelang heeft bij het bezwaar tegen het besluit van de minister. De rechtbank wijst erop dat het ontbreken van procesbelang betekent dat het beroep niet-ontvankelijk is. Eiseres had eerder een verzoek ingediend voor een langere aanwijzing, maar heeft tegen de beslissing op dat verzoek geen beroep ingesteld. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de beslissing van de minister om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.