ECLI:NL:RBROT:2022:9075

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2022
Publicatiedatum
26 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/645277 / KG ZA 22-821
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing contactverbod tussen broer en zus met uitzondering voor gezondheidsredenen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 25 oktober 2022, hebben eisers, een broer en zijn echtgenote, een kort geding aangespannen tegen de zus van de broer, gedaagde. De eisers vorderen een contactverbod tegen gedaagde, die zich volgens hen schuldig heeft gemaakt aan bedreigingen en intimidatie. De procedure begon met een dagvaarding op 30 september 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 11 oktober 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de familieband tussen partijen is verstoord en dat er meerdere incidenten hebben plaatsgevonden die de eisers in hun persoonlijke en professionele integriteit hebben aangetast.

De rechtbank oordeelt dat er voldoende redenen zijn voor het gevorderde contactverbod, maar erkent ook het fundamentele recht van gedaagde om zich vrijelijk te bewegen. Daarom wordt het contactverbod toegewezen voor een periode van zes maanden, met uitzondering van situaties waarin contact noodzakelijk is voor de gezondheid van de 90-jarige moeder van zowel eisers als gedaagde. De rechtbank legt een dwangsom op van € 250,00 per overtreding, met een maximum van € 10.000,00. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Th. Veling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/645277 / KG ZA 22-821
Vonnis in kort geding van 25 oktober 2022
in de zaak van

1.[eiser01] ,

wonende te [woonplaats01] ,
2.
[eiser02],
wonende te [woonplaats02] ,
eisers,
advocaat mr. A.A. Bart te Veenendaal,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats03] ,
gedaagde,
advocaat mr. K. Walburg te Alkmaar.
Partijen worden hierna eisers en gedaagde genoemd. Afzonderlijk worden eisers aangeduid als [eiser01] en [eiser02] .

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 30 september 2022, met producties 1 tot en met 8;
  • de conclusie van antwoord, met productie 1;
  • de mondelinge behandeling van 11 oktober 2022;
  • de pleitnota van eisers.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Partijen zijn familie van elkaar. [eiser01] en gedaagde zijn broer en zus. [eiser02] is de echtgenote van [eiser01] . De ouders van [eiser01] en gedaagde huurden met ingang van 1 juli 2009 een zelfstandige woonruimte in de woning van eisers. Sinds het overlijden van de vader van [eiser01] en gedaagde huurt hun moeder de woonruimte zelfstandig.
2.2.
Sinds een aantal jaar is de verhouding tussen partijen verslechterd. Sindsdien hebben een aantal incidenten plaatsgevonden tussen hen.
2.3.
Op 11 augustus 2022 heeft de raadsman van eisers gedaagde een sommatiebrief gestuurd, waarin, voor zover van belang, het volgende is vermeld:
(..)
“Cliënten accepteren dit niet langer. Ik sommeer u namens hen om zich in het vervolg te onthouden van iedere vorm van dreigingen, kwaadsprekerijen, smaad, laster, afdreiging of pogingen daartoe
jegens hen en u ook van uitlatingen over eisers tegenover derden te onthouden.
U gaat de grenzen van de zorgvuldigheid en de betamelijkheid die u jegens anderen in het maatschappelijk verkeer in acht dient te nemen, ver te buiten. De manier van uw handelen is grievend
en beschadigend, niet alleen in effect maar dat is kennelijk ook uw bedoeling. U stuurt cliënten
veelvuldig e-mails, neemt nota bene contact op met haar personeel, beledigt, beschuldigt en bedreigt
hen doelbewust, terwijl u zich er bewust van bent dat uw manier van handelen diep ingrijpt op de
persoonlijke en professionele integriteit van cliënten. Deze manier van doen overschrijdt alle grenzen.
Inmiddels is ook de politie bij u langs geweest voor een zgn. stopgesprek, waarin u is aangegeven om
te stoppen met dit soort misdragingen. Het is namelijk niet alleen in strijd met de maatschappelijke
betamelijkheid maar u komt daarmee ook op het terrein van het strafrecht. U heeft de politie
toegezegd hiermee te zullen stoppen.
Cliënten hebben er spoedeisend belang bij dat zij niet langer worden blootgesteld aan beledigende,
beschuldigende, intimiderende, respectloze, smadelijke, lasterlijke, ondermijnende en bedreigende
uitingen. Als u zich daar nog éénmaal aan schuldig maakt, heb ik opdracht om u direct te dagvaarden
in Kort Geding en een contactverbod op straffe van forse dwangsommen tegen u te eisen. Tevens zal
dan ook een verdere aangifte worden gedaan en zal alle schade op u worden verhaald.”

3..Het geschil

3.1.
Eisers vorderen gedaagde te verbieden om nog op enigerlei wijze contact te
zoeken met eisers en met derden, anders dan de instanties die hierover gaan, te weten politie
en justitie en Veilig Thuis, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per overtreding met een maximum van € 50.000,-, met veroordeling van gedaagde in de kosten van dit geding.
3.2.
Gedaagde voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van eisers bij hun vordering vloeit voort uit de aard van de zaak.
4.2.
Een contactverbod maakt inbreuk op het fundamentele recht van iemand om zich vrijelijk te bewegen en contacten te leggen. Voor toewijzing van een dergelijke maatregel moet voldoende aannemelijk zijn dat zich feiten en omstandigheden hebben voorgedaan en/of zich dreigen voor te doen die een zodanige inbreuk op dit recht rechtvaardigen.
4.3.
De noodzaak voor het gevorderde contactverbod heeft gedaagde op zichzelf niet weersproken. Gedaagde onderkent zelf dat het nodig is om een periode geen contact te hebben met eisers. Een contactverbod houdt in dat gedaagde op geen enkele wijze contact mag opnemen met eisers. Partijen zijn het er echter over eens dat contact tussen hen mogelijk moet zijn voor zover dat noodzakelijk is in verband met de gezondheid van de 90-jarige moeder van [eiser01] en gedaagde. Het gevorderde contactverbod wordt daarom toegewezen met als uitzondering dat contact tussen eisers en gedaagde is geoorloofd wanneer de gezondheidstoestand van de moeder van [eiser01] en gedaagde dat vergt.
4.4.
Gevorderd is een contactverbod voor onbepaalde duur. Gelet op de eisen van proportionaliteit en omdat het verbod een inbreuk maakt op de persoonlijke vrijheden van gedaagde, wordt het contactverbod opgelegd voor de duur van zes maanden na betekening van dit vonnis.
4.5.
Als prikkel tot nakoming wordt een dwangsom opgelegd. De gevorderde dwangsom wordt beperkt en gemaximeerd op het in de beslissing te vermelden bedrag.
4.6.
Eisers vorderen tevens een verbod dat gedaagde geen contact meer opneemt met derden, uitgezonderd politie, justitie en Veilig Thuis. Dit verbod wordt afgewezen, omdat de vordering te onbepaald is en eisers geen handvatten hebben gegeven om een eventueel verbod in dit verband specifieker te maken.
4.7.
Onderwerp van discussie is ook of [naam01] , de ex-echtgenoot van gedaagde, debet is aan de huidige verstoorde verhouding tussen eisers en gedaagde. Uit de bespreking van de zaak tijdens de zitting is gebleken dat de grieven van eisers zich met name tegen [naam01] richten. Dit kan echter in deze procedure geen rol spelen, omdat [naam01] geen partij is.
4.8.
Gelet op de familieband tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5..De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt gedaagde gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis op enigerlei wijze contact op te nemen met eisers, met uitzondering van de gevallen waarin contact tussen eisers en gedaagde noodzakelijk is in verband met de gezondheidstoestand van de moeder van [eiser01] en gedaagde;
5.2.
veroordeelt gedaagde om aan eisers een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere keer dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2022.3608/1980