ECLI:NL:RBROT:2022:9042

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/645638 / FA RK 22-6960
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor verplichte zorg bij anorexia nervosa purgerende type

Op 25 oktober 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan anorexia nervosa purgerende type, autisme spectrum stoornis, persisterende depressie stoornis en ADHD. De officier van justitie had op 5 oktober 2022 verzocht om een aansluitende zorgmachtiging, omdat de eerdere machtiging op 25 oktober 2021 was verleend en deze op het punt stond te verstrijken. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 oktober 2022 was de betrokkene aanwezig met haar advocaat, maar de officier van justitie was niet verschenen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene nog steeds lijdt aan ernstige psychische problemen die haar autonomie en gezondheid in gevaar brengen. Ondanks enige verbetering in haar situatie, zoals het volgen van school en stage, is er nog steeds sprake van een wankel evenwicht. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden, waaronder levensgevaar en ernstige lichamelijke schade. De betrokkene heeft onvoldoende ziekte-inzicht en is niet bereid om vrijwillige zorg te accepteren.

De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van twaalf maanden, met de verplichting voor de betrokkene om mee te werken aan medische controles en therapeutische maatregelen. De rechtbank is van mening dat, hoewel de betrokkene vooruitgang heeft geboekt, er nog steeds toezicht nodig is om te voorkomen dat zij terugvalt in een slechtere toestand. De beschikking is gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van L. Mast, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/645638 / FA RK 22-6960
Referentienummer: [nummer01]
Beschikking van 25 oktober 2022 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 2003, [geboorteplaats01] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat mr. T.S. Kessel te Dordrecht.

1 ..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 5 oktober 2022.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring opgesteld door [naam01] , psychiater, van
20 september 2022;
  • de zorgkaart van 13 september 2022;
  • het zorgplan van 15 september 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • het plan van aanpak;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
20 oktober 2022.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam02] , kinder- en jeugdpsychiater, verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum.
De moeder van betrokkene wilde ook bij de mondelinge behandeling aanwezig zijn, maar betrokkene gaf geen toestemming voor haar aanwezigheid.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2 ..Beoordeling

2.1.
Op 25 oktober 2021 is door de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot en met
25 oktober 2022. Op 5 oktober 2022 heeft de officier verzocht een aansluitende zorgmachtiging te verlenen als bedoeld in artikel 6:4 van de Wvggz.
2.2.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten anorexia nervosa purgerende type, autisme spectrum stoornis, persisterende depressie stoornis en ADHD.
2.3.
Uit de stukken blijkt verder dat het gedrag van betrokkene als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander.
Uit de medische verklaring blijkt dat er bij betrokkene sprake is van anemie (bloedarmoede) en er een risico bestaat op uitputting en op ernstige verstoringen van glucose, elektrolyten (o.a. kalium) gehalte in het bloed en hartritmestoornissen. Dit kan leiden tot levensbedreigende situaties. Volgens betrokkene heeft zij eetbuien gevolgd door braken, focus op voedingsinname en lichamelijke activiteit gericht op haar gewicht. Verder geeft ze aan persisterende cognities te hebben passend bij een eetstoornis. Bij een hoger gewicht nemen de depressieve klachten en suïcidaliteit toe volgens betrokkene. Ze wil niet verder aankomen uit angst daarvoor.
Uit het zorgplan blijkt dat betrokkene vanuit haar eetstoornis een risico heeft op lichamelijk letsel met het risico op overlijden. Ze heeft nog onvoldoende grip op haar eetstoornis. Het is betrokkene nog niet volledig gelukt om haar eetbuien en het braken te verminderen/stoppen waardoor er een somatische bedreiging is.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene is van mening dat zij geen behandeling voor psychische symptomen en een eetstoornis nodig heeft. Ze geeft aan dat ze in de afgelopen jaren geen baat had bij de behandeling en wil daarom de behandeling van haar eetproblematiek stoppen. Verder onttrekt ze zich aan de benodigde somatische controles. Betrokkene heeft beperkt ziekte-inzicht. Om die genoemde redenen is verplichte zorg nodig.
2.6.
Betrokkene en de behandelaar zijn het er over eens dat het momenteel beter gaat dan een jaar geleden. Betrokkene gaat naar school en stage en heeft een bijbaan. Betrokkene vertelt dat zij geen suïcidale gedachten meer heeft en ook de behandelaar vindt dat dat stuk beter gaat. Over één belangrijk punt verschillen betrokkene en de behandelaar van inzicht. Betrokkene vindt dat haar huidige gewicht, volgens eigen zeggen 54 kilo, gezond en zij vertelt dat zij veel minder braakt. Zij vindt het braken, volgens eigen zeggen inmiddels eens per maand, geen probleem omdat zij kan beredeneren welke omstandigheden hebben geleid tot het incidentele braken. Betrokkene heeft een eigen plan van aanpak gemaakt, waarin zij van plan is om zichzelf aan te pakken, medicatie te blijven gebruiken en therapie te stoppen. De behandelaar hoort van de moeder van betrokkene echter dat het braken veel vaker voorkomt en vindt dat schadelijk voor de gezondheid van betrokkene op lange termijn. Verder vindt de behandelaar het gewicht van betrokkene, volgens de laatste bij haar bekende meting van 51 kilo, ongezond en vindt zij de gedachten van betrokkene over een gezond gewicht ongezond. Betrokkene stelt daar tegenover dat als zij meer zou braken en wanneer zij minder zou wegen en er andere waarden uit de testen zouden komen.
2.7.
De rechtbank is blij dat het duidelijk beter gaat met betrokkene en gunt haar dat het in de toekomst nog beter gaat. Hiervoor kan naar het inzicht van de rechtbank verplichte zorg worden verminderd, omdat de rechtbank er vertrouwen in heeft dat betrokkene ook graag gezond wil zijn en zich daarvoor inzet. Aan de andere kant is er naar het oordeel van de rechtbank nog sprake van een wankel evenwicht en de rechtbank wil niet dat betrokkene uit zicht van de hulpverlener weer in een slechtere fase terechtkomt. Daarom zal de rechtbank nog wel verplichte zorgvormen bepalen, maar wel minder dan het afgelopen jaar. Betrokkene dient mee te werken aan het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen. Zo kan er zicht blijven op het gewicht en de andere gezondheidswaarden van betrokkene. Daarnaast dient betrokkene mee te werken aan verplichte afspraken met behandelaren. Betrokkene zal dus nog steeds enige vorm van therapie of gesprekken moeten blijven volgen. Op deze manier kan de behandelaar zicht houden op betrokkene of het echt goed blijft gaan en hoe het gaat met het braken.
De overige gevraagde vormen van zorg zullen niet worden toegewezen, gelet op de verbeteringen die betrokkene heeft bereikt en het vertrouwen dat daardoor in betrokkene gesteld moet worden. Een gedwongen opname is nu niet voldoende voorzienbaar. Zo kan de komende 12 maanden bekeken worden of betrokkene in staat is om nog betere keuzes te maken met betrekking tot haar eigen gezondheid opdat wellicht over een jaar geoordeeld kan worden dat geen verplichte zorg meer nodig is. Hoewel betrokkene al flink wat stappen heeft gemaakt, heeft de rechtbank op dit moment nog onvoldoende vertrouwen in het eigen plan van aanpak. De rechtbank zou het voor betrokkene te nadelig vinden als zij weer terug zou vallen. Het ernstig nadeel dat daarbij komt kijken weegt zwaar.
2.8.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende het accepteren en nakomen van de ambulante behandelafspraken.
2.9.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3 ..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene01] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.8. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 oktober 2023;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op 25 oktober 2022 door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van L. Mast, griffier.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.