ECLI:NL:RBROT:2022:8999

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 augustus 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/641775 / JE RK 22-1695
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 augustus 2022 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 20 juli 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin zij verzoekt om de ondertoezichtstelling van [naam kind01] voor de duur van twaalf maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting met gesloten deuren, waarbij de vader, moeder, stiefvader en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind01], die bij de moeder woont. De ouders zijn niet in staat om goede afspraken te maken over de opvoeding van [naam kind01], wat leidt tot onduidelijkheid en onzekerheid bij het kind. De moeder is overbelast en de vader heeft onvoldoende inzicht in de problematiek. De hulpverlening in het vrijwillig kader is uitgeput, waardoor de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de belangen van [naam kind01] te beschermen en de ouders te ondersteunen.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat [naam kind01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door gedragsproblemen en dat er behoefte is aan duidelijkheid, structuur en regelmaat. De kinderrechter heeft daarom besloten om [naam kind01] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, met ingang van 9 augustus 2022 tot 9 augustus 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugd
Zaaknummer: C/10/641775 / JE RK 22-1695
Datum uitspraak: 9 augustus 2022

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2014 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] ,

[naam02] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats02] ,

[naam03]

hierna te noemen: de stiefvader, wonende te [woonplaats03] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 20 juli 2022, ingekomen bij de griffie op 20 juli 2022.
Op 9 augustus 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader;
- de moeder;
- de stiefvader;
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam04] ;
- een vertegenwoordigster van de GI [naam05] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn ernstige zorgen over de algehele ontwikkeling van [naam kind01] . Zijn opvoedingssituatie komt onvoldoende tegemoet aan zijn behoeften en belangen. Ondanks dat de ouders veel van [naam kind01] houden en het beste voor hem willen, zijn zij onvoldoende in staat om tot goede afspraken over hem te komen. De ouders zitten niet altijd op een lijn en ervaren de situatie rondom [naam kind01] verschillend. [naam kind01] heeft hier last van en het maakt hem onzeker over waar hij mag opgroeien. De moeder raakt overbelast door de situatie en de vader heeft onvoldoende zicht op de ernst van de problematiek van [naam kind01] . De hulpverlening in het vrijwillig kader is uitgeput, waardoor een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de belangen van [naam kind01] te behartigen en de ouders te ondersteunen in hun ouderrol.

De standpunten

De GI heeft zich aangesloten bij het standpunt van de Raad.
De vader heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek. De vader ervaart geen problemen in het gedrag van [naam kind01] . De vader herkent de zorgen van de moeder en de stiefvader niet, maar hij staat open voor hulpverlening als dat nodig is. De ouders zijn wel degelijk in staat op een normale manier te communiceren.
De moeder en stiefvader staan achter het verzoek. De thuissituatie is vaak onhoudbaar. De gedragsproblemen van [naam kind01] hebben veel invloed op het gezin. Het halfbroertje van [naam kind01] lijdt onder de situatie. De belevingswereld van de ouders rondom de problematiek van [naam kind01] is niet hetzelfde. De moeder neemt dat de vader niet kwalijk, de vader heeft een andere gezinssituatie. Er lijkt sprake van veel verdriet, agressie en boosheid bij [naam kind01] . Hij lijkt zich niet begrepen te voelen. De huidige situatie is voor de ouders, maar met name voor [naam kind01] , niet goed.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Bij [naam kind01] is sprake van kindeigen problematiek in de vorm van ASS en een taalontwikkelingsstoornis, waardoor hij in de thuissituatie bij de moeder, de stiefvader en zijn halfbroertje agressief en uitdagend gedrag laat zien. Het gedrag van [naam kind01] doet een groot beroep op de moeder en de stiefvader en zij raken door de situatie overbelast. De vader herkent de gedragsproblemen van [naam kind01] niet en geeft aan geen zorgen te hebben over [naam kind01] . Hoewel ouders ter zitting begripvol over elkaar spreken, is gebleken dat dit verschil van inzicht voor wantrouwen en een moeizame samenwerking tussen de ouders zorgt. Hierdoor ontstaat onduidelijkheid bij [naam kind01] en daar heeft hij last van. [naam kind01] heeft juist behoefte aan duidelijkheid, structuur en regelmaat. Eerder ingezette hulpverlening vanuit het vrijwillig kader verliep moeizaam en heeft niet geleid tot een blijvende verbetering. Het is daarom noodzakelijk dat de GI, als neutrale partij, de belangen van [naam kind01] zal behartigen en samen met de ouders op zoek zal gaan naar een passend hulpaanbod.
Uit het voorgaande volgt is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom [naam kind01] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.
De beslissing
De kinderrechter:
stelt [naam kind01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west met ingang van 9 augustus 2022 tot 9 augustus 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2022 door mr. S. Riege, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W. Apeldoorn, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 17 augustus 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.