ECLI:NL:RBROT:2022:898
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking verzoek niet-ontvankelijk verklaard na eindbeslissing rechter
In deze zaak hebben verzoekers, [naam verzoeker 1] en [naam verzoeker 2], op 17 januari 2022 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. C.E. Bos, rechter in de rechtbank Rotterdam. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechter op 3 december 2021 in een bestuursrechtelijke procedure, waarin de rechter een eindbeslissing had genomen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek te laat is ingediend, aangezien de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment van het verzoek. Volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan een rechter die een zaak heeft behandeld, niet meer gewraakt worden nadat hij een einduitspraak heeft gedaan. De wrakingskamer heeft daarom geoordeeld dat verzoekers niet-ontvankelijk zijn in hun verzoek tot wraking. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken en is openbaar uitgesproken op 26 januari 2022.