ECLI:NL:RBROT:2022:8952

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 september 2022
Publicatiedatum
24 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/643833 / JE RK 22-2041
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking ondertoezichtstelling en benoeming bijzondere curator in de zaak van een minderjarige met echtscheidingsproblematiek

Op 30 september 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van [naam kind], geboren in 2006, die onder toezicht wordt gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd door de echtscheidingsproblematiek tussen haar ouders, wat leidt tot een loyaliteitsconflict en onvoldoende aandacht voor haar eigen ontwikkelingstaken. Ondanks eerdere hulpverlening in het vrijwillige kader zijn de zorgen niet weggenomen, waardoor een gedwongen kader noodzakelijk is.

Tijdens de mondelinge behandeling zijn de moeder, de vader en [naam kind] zelf gehoord. De moeder heeft aangegeven dat zij bereid is om hulpverlening in te zetten, terwijl de vader zich zorgen maakt over de huidige situatie van [naam kind] en de wachttijden binnen de jeugdbescherming. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het van belang is dat er zo snel mogelijk een vaste jeugdbeschermer beschikbaar is voor [naam kind] en haar ouders. Tevens is besloten om [naam 4] als bijzondere curator voor [naam kind] te benoemen, om haar belangen te behartigen en haar te ondersteunen in de procedure.

De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De ondertoezichtstelling gaat in op 30 september 2022 en duurt tot 30 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/643833 / JE RK 22-2041
datum uitspraak: 30 september 2022
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling en een benoeming bijzondere curator
in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2006 te [geboorteplaats kind],

hierna te noemen: [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 31 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 31 augustus 2022;
- een brief van de Raad van 5 september 2022, ingekomen bij de griffie op
5 september 2022.
Op 30 september 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [naam kind], die apart is gehoord;
- de moeder;
- de vader;
- [naam 1], namens de Raad;
- [naam 2] en [naam 3], namens de gecertificeerde instelling
Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI).

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De standpunten

De Raad heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht.
[naam kind] zit al jarenlang klem tussen haar ouders. De echtscheidingsproblematiek van de ouders loopt als een rode draad door haar leven. Het lukt de ouders niet om het ouderschap gezamenlijk vorm te geven. [naam kind] komt in onvoldoende mate toe aan haar eigen ontwikkelingstaken. Ook de uitspraken die [naam kind] heeft gedaan over haar stiefvader acht de Raad zorgelijk. Er is veel hulpverlening ingezet in het vrijwillige kader, maar deze hulp is vroegtijdig gestopt. De moeder staat ambivalent tegenover hulpverlening. Al met al is er sprake van grote zorgen. Het is belangrijk dat de GI de regie neemt en gaat kijken wat het beste is voor [naam kind], ook voor wat betreft haar opgroeiperspectief. De Raad ziet, naast een ondertoezichtstelling, meerwaarde in het benoemen van een bijzondere curator voor [naam kind].
De GI heeft het verzoek van de Raad ondersteund. Het is niet bekend op welke termijn er een vaste jeugdbeschermer beschikbaar is. Een bijzondere curator voor [naam kind] kan ondersteunend zijn om beter inzicht te krijgen in wat goed is voor [naam kind].
De moeder heeft naar voren gebracht dat er onvoldoende onderzoek is verricht naar de feitelijke situatie. Anders dan in het rapport van de Raad wordt gesteld, is de moeder bereid om hulpverlening in te zetten. Zij heeft op eigen initiatief hulp in het vrijwillig kader ingezet en vraagt zich daarom af waarom een ondertoezichtstelling noodzakelijk is. Volgens de moeder heeft [naam kind] in het afgelopen jaar grote sprongen vooruit gemaakt. De schoolgang van [naam kind] is een probleempunt, maar verder ervaart zij geen problemen thuis. De moeder staat achter de benoeming van een bijzondere curator voor [naam kind].
De vader heeft naar voren gebracht dat hij zich kan vinden in de conclusie van de Raad. De situatie waarin [naam kind] zich bevindt is niet goed voor haar. [naam kind] kan zich op dit moment niet ontwikkelen of concentreren op haar schoolwerk. De vader vindt dat [naam kind] op een neutrale plek moet gaan wonen, waar zij zichzelf kan ontwikkelen zonder dat er negatieve invloed op haar wordt uitgeoefend. Hij maakt zich wel zorgen om de wachttijden binnen de jeugdbescherming. [naam kind] heeft nu hulp nodig. De vader staat achter de benoeming van een bijzondere curator voor [naam kind].

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. [naam kind] wordt al langere tijd belast met de echtscheidingsproblematiek tussen de ouders. Als gevolg hiervan bevindt zij zich in een loyaliteitsconflict en doet ze veel haar best om beide ouders niet teleur te stellen. [naam kind] komt hierdoor in onvoldoende mate toe aan haar eigen ontwikkelingstaken. Er bestaan zorgen over de schoolgang van [naam kind] en zij heeft last gehad van paniekaanvallen en suïcidale gedachten. Het is tot op heden niet gelukt om de bestaande zorgen weg te nemen met de inzet van hulpverlening in het vrijwillige kader. Het is daarom nu noodzakelijk dat een jeugdbeschermer in het gedwongen kader betrokken raakt om de regie te voeren ten aanzien van de noodzakelijke hulpverlening. Van belang is dat de reeds ingezette psychologische hulp voor [naam kind] wordt voortgezet. Ook zal in de komende periode bekeken moeten worden welke woonplek het meest in het belang van [naam kind] is, waarbij naast het wonen bij één van de ouders ook de mogelijkheid van een neutrale plaatsing overwogen zal moeten worden. De kinderrechter benadrukt dat het van belang is dat er zo spoedig mogelijk een vaste jeugdbeschermer beschikbaar is voor [naam kind] en de ouders, mede gelet op de door de Raad gestelde termijn van drie maanden waarbinnen er meer duidelijkheid dient te zijn over het toekomstperspectief van [naam kind].
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.
Ambtshalve benoeming bijzondere curator
Ingevolge artikel 1:250 BW kan de kinderrechter, wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige, de belangen van de met het gezag belaste ouders of één van hen, in strijd zijn met die van de minderjarige, ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen indien de kinderrechter dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de kinderrechter van oordeel dat een bijzondere curator als onafhankelijk persoon benoemd dient te worden om [naam kind] te ondersteunen en haar belangen te behartigen. Van belang is dat de bijzondere curator allereerst met [naam kind] in gesprek gaat om te bezien op welke manier de bijzondere curator voor haar van betekenis kan zijn. De kinderrechter vindt het belangrijk dat een bijzondere curator de stem van [naam kind] kan vertegenwoordigen en voor haar kan opkomen, in het bijzonder als het gaat om het bepalen van een passende woonplek en het toekomstperspectief van [naam kind].
De kinderrechter zal ambtshalve [naam 4] als bijzondere curator van [naam kind] benoemen. Zij heeft zich telefonisch bereid verklaard om de benoeming tot bijzondere curator te aanvaarden. De kinderrechter bepaalt dat de benoeming van de bijzondere curator geldt voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 30 september 2023.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 30 september 2022 tot
30 september 2023;
benoemt tot bijzondere curator teneinde [naam kind] te vertegenwoordigen:
[naam 4], kantoorhoudende aan de [adres];
bepaalt dat de benoeming tot bijzondere curator geldt voor de duur van de ondertoezichtstelling;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op
30 september 2022 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
mr. R. Spaans als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 10 oktober 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.