Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,
1..De verdere procedure
- het tussenvonnis van 1 juli 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de brief van Woonplus van 2 september 2022, met een bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonplus Schiedam en twee gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], over een huurachterstand en de ontbinding van de huurovereenkomst. De eiseres, Woonplus, heeft de gedaagden aangeklaagd wegens een aanzienlijke huurachterstand die was opgelopen tot meer dan negen maanden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden in gebreke zijn gebleven met hun betalingsverplichtingen en dat er sprake was van een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. De rechter heeft de ontbinding van de huurovereenkomst toegewezen en de gedaagden veroordeeld tot ontruiming van de huurwoning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis.
De kantonrechter heeft de gedaagden ook veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, inclusief wettelijke rente, en heeft de proceskosten toegewezen. De rechter heeft de vordering tot betaling van de huurprijs tot aan de ontruiming toegewezen, evenals de buitengerechtelijke kosten. De proceskosten zijn vastgesteld en verdeeld tussen de gedaagden, waarbij [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk aansprakelijk zijn gesteld voor de kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Woonplus direct kan overgaan tot uitvoering van de ontruiming.