ECLI:NL:RBROT:2022:8804

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2022
Zaaknummer
9767685 CV EXPL 22-1210
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van overeenkomst wegens dwaling in drukwerkopdracht

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 27 oktober 2022, gaat het om een geschil tussen een grafisch bedrijf, aangeduid als [eiseres01], en een stichting, aangeduid als [gedaagde01]. [eiseres01] had de opdracht gekregen van [gedaagde01] om 1000 exemplaren van een boek te drukken voor een totaalbedrag van € 8.993,33. Na de uitvoering van de opdracht eiste [eiseres01] betaling van dit bedrag, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten. [gedaagde01] verweerde zich door te stellen dat er sprake was van dwaling en non-conformiteit, waardoor zij niet gehouden was tot betaling.

Tijdens de mondelinge behandeling op 26 september 2022 werd duidelijk dat [gedaagde01] had aangenomen dat de kwaliteit van het drukwerk gelijk zou zijn aan die van een eerder gemaakte dummy. [gedaagde01] stelde dat zij, als zij had geweten hoe het eindproduct eruit zou zien, de overeenkomst niet zou zijn aangegaan. De kantonrechter oordeelde dat het beroep op dwaling gegrond was. De rechter concludeerde dat [eiseres01] onjuiste informatie had verstrekt over de kwaliteit van het drukwerk, wat leidde tot de vernietiging van de overeenkomst.

Als gevolg van de vernietiging van de overeenkomst werd de vordering van [eiseres01] afgewezen, evenals de vordering van [gedaagde01] in reconventie voor schadevergoeding. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de gevolgen van dwaling in contractuele relaties.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 9767685 CV EXPL 22-1210
datum uitspraak: 27 oktober 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres01] ,
vestigingsplaats: [vestigingsplaats01] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. G.P. Jongeneel,
tegen
[gedaagde01],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats02],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. D.R.A. Bouma.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘[gedaagde01]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 16 maart 2022, met bijlagen;
  • het antwoord met eis in reconventie, met bijlagen;
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • het antwoord in reconventie, met bijlagen;
  • de akte overlegging productie 17 van [gedaagde01] van 26 september 2022.
1.2.
Op 26 september 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken met partijen. Namens [eiseres01] waren aanwezig mr. G.P. Jongeneel en [naam01] , salesmanager bij [eiseres01] . Namens [gedaagde01] waren aanwezig mr. D.R.A. Bouma en haar kantoorgenoot [naam02], [naam03] , founder en director van [gedaagde01], en [naam04] , schrijver.

2..De feiten

2.1.
[eiseres01] is een grafisch bedrijf dat zich onder meer bezighoudt met het ontwerpen en afdrukken van tijdschriften en boeken.
2.2.
[gedaagde01] is een stichting die als doel heeft om mensen met elkaar te verbinden door verhalen te vertellen via boekprojecten, workshops en evenementen. Een van deze projecten betreft “boek 400” dat verhalen en foto’s bevat (hierna: het boek).
2.3.
[gedaagde01] heeft aan [eiseres01] de opdracht gegeven tot het vervaardigen van 1000 exemplaren van haar boek voor een totaalbedrag van € 8.993,33 incl. BTW (hierna: de overeenkomst).

3..Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres01] eist – na wijziging van eis – samengevat het volgende:
  • [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 10.728,09 met rente;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit een hoofdsom van € 8.993,33, rente van € 86,73 (berekend tot en met 11 februari 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 1.648,03 (inclusief btw).
3.2.
[eiseres01] baseert haar vordering op de overeenkomst die zij met [gedaagde01] heeft gesloten. Zij heeft aan haar verplichtingen voldaan. [gedaagde01] dient de overeengekomen prijs te betalen.
3.3.
[gedaagde01] beroept zich hiertegenover op dwaling dan wel non-conformiteit. Als gevolg daarvan is zij niet langer gehouden het gefactureerde bedrag te betalen.
in reconventie
3.4.
[gedaagde01] vordert om [eiseres01] , bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 10.401,04 ter zake van schadevergoeding.
3.5.
[gedaagde01] stelt daartoe dat [eiseres01] jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld door haar onjuiste informatie te verstrekken over de kwaliteit van het drukwerk of haar informatie te onthouden. Als gevolg daarvan heeft zij schade geleden, die bestaat uit het verschil tussen de met [eiseres01] overeengekomen prijs en de (hogere) prijs die zij bij een andere drukker heeft moeten betalen. Ook als wordt uitgegaan van non-conformiteit van het drukwerk, dient [eiseres01] de meerprijs aan [gedaagde01] te voldoen, aldus [gedaagde01].
3.6.
Volgens [eiseres01] moet het beroep op dwaling worden verworpen en is van non-conformiteit van het drukwerk geen sprake, zodat er ook geen sprake kan zijn van schadevergoeding. Overigens is de nieuwe uitgave van het boek bij de andere drukker niet vergelijkbaar met de opdracht die [gedaagde01] aan [eiseres01] had gegeven en zijn de door de andere drukker gehanteerde prijzen niet gebruikelijk.

4..De beoordeling

in conventie en in reconventie
dwaling
4.1.
[gedaagde01] meent dat de overeenkomst op grond van dwaling vernietigd moet worden. Op basis van inlichtingen van [eiseres01] was zij ervan uitgegaan dat de kwaliteit van de foto’s in het boek ten minste gelijk zou zijn aan die van een eerder gemaakte dummy. Als [gedaagde01] had geweten hoe het eindproduct in offsetprint er uit zou zien, zou zij de overeenkomst niet (onder dezelfde voorwaarden) zijn aangegaan.
4.2.
Het beroep op dwaling treft doel. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [naam01] namens [eiseres01] verklaard dat als er maar de geringste aanwijzing is dat de kwaliteit van de foto’s voor de klant relevant is, het vast beleid is dat eerst een digitale drukproef of een fysieke drukproef op het bestelde papier wordt verlangd voordat de opdracht definitief wordt verwerkt, dit - zo begrijpt de kantonrechter - kennelijk in verband met een mogelijk verschil in uitstraling.
4.3.
Voor zover namens [eiseres01] wordt betoogd dat het voor haar niet kenbaar was dat de kwaliteit van de foto’s voor [gedaagde01] essentieel was, gaat dit verweer niet op nu [gedaagde01] expliciet heeft gevraagd of de kwaliteit van de foto’s in het definitieve drukwerk dezelfde zou zijn als die van de eerder gemaakte dummy: ‘
I was wondering if the ink and photo quality will be the same for the dummy and the final version, since it is different types of printing?’Hierbij is niet relevant of de dummy al dan niet slechts voor promotiedoeleinden was gemaakt zoals door [eiseres01] is gesteld. [eiseres01] heeft vervolgens geantwoord dat de kwaliteit van het eindproduct ‘
even better’ zou zijn en daar mocht [gedaagde01] dan ook van uitgaan. Dat salesmanager [naam01] de door [gedaagde01] aangeleverde digitale bestanden niet zelf onder ogen heeft gehad, doet aan het voorgaande niets af. Dat niet [naam01] , maar [naam05] van [eiseres01] degene is geweest die de onjuiste inlichting heeft verstrekt of [gedaagde01] niet op de wenselijkheid van een (digitale) drukproef heeft gewezen, kan niet aan [gedaagde01] worden tegengeworpen. Overigens was [naam05] eerder aangewezen als de ordermanager.
4.4.
Het beroep van [gedaagde01] op dwaling slaagt. De overeenkomst wordt vernietigd. Dit betekent dat de vordering van [eiseres01] moet worden afgewezen, net als de gevorderde rente en kosten.
4.5.
Gelet op het voorgaande behoeven de overige verweren van [gedaagde01] geen bespreking meer.
schadevergoeding als gevolg van dwaling
4.6.
Nu in conventie de overeenkomst wordt vernietigd, is voor toewijzing van de schade zoals die door [gedaagde01] wordt gevorderd, geen plaats. De conclusie dat de onderhavige overeenkomst nooit heeft bestaan wegens vernietiging door dwaling heeft als rechtsgevolg dat [gedaagde01] niets voor het uitgevoerde drukwerk heeft betaald noch hoeft te betalen. Het boek heeft [gedaagde01] in die zin ook niets gekost en het staat [gedaagde01] vrij om een andere drukkerij te vinden die haar voor een bepaalde prijs de door haar gewenste kwaliteit drukwerk kan leveren. [gedaagde01] is als het ware ‘terug bij af’, maar schade heeft zij niet geleden en anders dan [gedaagde01] betoogt, bestaat het negatief contractsbelang niet uit het verschil tussen de met [eiseres01] overeengekomen prijs en de bij de nieuwe uitgever betaalde prijs.
proceskosten
4.7.
Omdat slechts een beperkt deel van de vorderingen in conventie wordt toegewezen, namelijk vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling, en de vorderingen voor het overige in zowel conventie als reconventie worden afgewezen, worden de proceskosten zowel in conventie als in reconventie gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5..De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af;
in reconventie
5.2.
wijst de vorderingen af;
in conventie en in reconventie
5.3.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. dr. S. Wahedi en in het openbaar uitgesproken.
53956