Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde (de handel in cocaïne en het aanwezig hebben van cocaïne);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 78 dagen met aftrek van voorarrest en een taakstraf van 240 uren (te vervangen door 120 dagen hechtenis);
- de opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 78 (achtenzeventig) dagen;
taakstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
100 (honderd) dagen;
van deze taakstraf een gedeelte, groot 100 (honderd) uren, subsidiair 50 (vijftig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;