ECLI:NL:RBROT:2022:8683

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 september 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2022
Zaaknummer
71/165104-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een politieagent wegens computervredebreuk met valse sleutels

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 september 2022 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een politieagent die meerdere malen computervredebreuk heeft gepleegd. De verdachte, die meer dan 40 jaar in dienst is bij de politie, heeft gedurende een periode van twee jaar zonder toestemming toegang verkregen tot de servers van de nationale politie door gebruik te maken van valse sleutels, namelijk een gebruikersnaam en wachtwoord. Dit gebeurde zowel tijdens werktijd als in zijn vrije tijd, waarbij hij gegevens van zichzelf en anderen heeft geraadpleegd voor niet-werkgerelateerde doeleinden. De officier van justitie heeft gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde en een taakstraf van 60 uren, die vervangen kan worden door 30 dagen hechtenis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en geen verweer heeft gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft een taakstraf van 60 uren opgelegd, die voorwaardelijk is, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij spijt heeft betuigd van zijn handelen. De rechtbank benadrukt dat het handelen van de verdachte het vertrouwen in de politie schaadt en dat van politieambtenaren verwacht mag worden dat zij integer handelen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 71/165104-22
Datum uitspraak: 1 september 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] .

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 september 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. V.T.R.W. van Thiel heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, te vervangen door 30 dagen vervangende hechtenis.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer heeft gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op tijdstippen in de periode van 21 april 2018 tot en met 7 juli 2020 te Eindhoven en Oss en Nijmegen meermalen, telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer (delen van)
geautomatiseerd werk(en), te weten in servers van de nationale politie, is binnengedrongen met behulp van valse sleutels ,
namelijk door telkens onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en wachtwoord voor de applicaties en/of het systeem en BVI-IB en MEOS en BVH en Bluespotmonitor endoor zich telkens) met een gebruikersnaam en wachtwoord voor de applicaties en/of het systeemen BVI-IB en MEOS en BVH en Bluespotmonitor de toegang te verschaffen tot (delen van de) servers van de nationale politie (waarop voornoemde applicaties en/of systeemen waren geplaatst), telkens met een ander doel dan waarvoor hem die gebruikersnaam en dat wachtwoord ter beschikking stond(en) en waarvoor hem die toegang was toegestaan;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
computervredebreuk, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte, die al meer dan 40 jaar werkzaam is voor de politie, heeft zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk bij zijn werkgever. Hij heeft in een periode van ruim twee jaar met enige regelmaat, zowel onder werktijd als in zijn vrije tijd, de servers van de politie geraadpleegd om niet werkgerelateerde redenen, en daarbij gegevens van zichzelf en van andere personen opgezocht. In dit onderzoek is niet steeds duidelijk geworden met welk doel de verdachte dit heeft gedaan. Ter zitting heeft hij zelf verklaard dat het raadplegen van de systemen aan gemakzucht van zijn zijde was te wijten en dat hij spijt heeft van zijn handelen. Met zijn handelen heeft de verdachte evenwel ernstig inbreuk gemaakt op de privacy van de personen die hij in de systemen heeft opgezocht en heeft hij bovendien misbruik gemaakt van de bevoegdheden die hem als medewerker van de politie zijn toevertrouwd. Dergelijke handelingen schaden het vertrouwen van de samenleving in de politie. Van iedere medewerker van de politie mag immers worden verwacht dat hij integer handelt en de systemen die hem ter beschikking staan niet gebruikt voor privéaangelegenheden, maar slechts voor de werkzaamheden waarvoor ze zijn bedoeld.
7.3.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een taakstraf van na te noemen duur opleggen. De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op hetgeen in vergelijkbare gevallen aan straf wordt opgelegd. De rechtbank houdt daarnaast rekening met het feit dat de verdachte zich als politieambtenaar ruim 40 jaar ingezet voor (de veiligheid van) de maatschappij en ter zitting heeft verklaard spijt te hebben van zijn handelen. Nu de verdachte de komende jaren tot aan zijn pensioen nog werkzaam hoopt te blijven binnen de politie, zal de rechtbank de taakstraf geheel voorwaardelijk opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient ertoe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 138ab van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
30 (dertig) dagen;
bepaalt dat deze taakstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Boer, voorzitter,
en mrs. J.J. Bade en L. Amperse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.R. de Graaf, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 1 september 2022.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 april 2018 tot en met 7 juli 2020 te Eindhoven en/of Oss en/of Nijmegen en/of (elders) in Nederland meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer (delen van)
geautomatiseerd werk(en), te weten in een of meer (delen van) server(s) van de nationale politie, is binnengedrongen met behulp van een of meer valse sleutels en/of signalen,
namelijk door (telkens) onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en/of wachtwoord voor de applicatie(s) en/of het syste(e)m(en) BVI-IB en/of MEOS en/of BVH en/of Bluespotmonitor en/of een of meer andere applicatie(s) en/of syste(e)m(en) en/of
door zich (telkens) met een gebruikersnaam en/of wachtwoord voor de applicatie(s) en/of het syste(e)m(en) BVI-IB en/of MEOS en/of BVH en/of Bluespotmonitor en/of een of meer andere applicatie(s) en/of syste(e)men de toegang te verschaffen en/of te verwerven tot (delen van de) server(s) van de nationale politie (waarop voornoemde applicatie(s) en/of syste(e)m(en) en/of een of meer andere applicatie(s) en/of syste(e)m(en) waren geplaatst),
(telkens) met een ander doel dan waarvoor hem die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter beschikking stond(en) en/of waarvoor hem die toegang was toegestaan.
(art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht )