ECLI:NL:RBROT:2022:8598
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om correctie van politiegegevens op basis van artikel 28 Wpg
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 18 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om correctie van politiegegevens beoordeeld. Eiser had op 19 december 2021 verzocht om aanpassing van gegevens in een bestuurlijke rapportage die verweerder op 18 november 2020 had uitgebracht. Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van een rapportage waarin werd geconcludeerd dat er geen gevaar was voor de veiligheid van eiser. Verweerder heeft het verzoek van eiser opgevat als een verzoek om verwijdering van politiegegevens op grond van artikel 28 van de Wet politiegegevens (Wpg). In het bestreden besluit heeft verweerder aangegeven dat de informatie uit eisers verzoek niet tot een andere conclusie zou leiden.
De rechtbank heeft het beroep op 5 oktober 2022 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiser voerde aan dat het bestreden besluit niet juist was gemotiveerd en dat zijn verzoek niet was (her)overwogen. De rechtbank oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de registratie feitelijk onjuist is. Verweerder heeft toegelicht dat er geen nieuwe incidenten zijn geweest tussen eiser en de stalker sinds 2017, en dat de conclusie van verweerder dat er geen gevaar voor eiser is, gerechtvaardigd is.
De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat de politiegegevens onjuist zijn en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.