In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een vrijwaringsincident tussen verschillende partijen in het kader van een brandverzekering. De eiseres in de hoofdzaak, Greendal Vergisting CV, heeft Univé Stad en Land B.V. en Marsh B.V. aangesproken voor schadevergoeding na een brand op 1 juni 2019. Greendal stelt dat Univé, als assurantietussenpersoon, tekort is geschoten in haar zorgplicht door niet tijdig te communiceren over de opzegging van de verzekering door enkele verzekeraars. Marsh, die als placing broker fungeerde, wordt ook aansprakelijk gesteld voor het niet adequaat handelen in deze situatie.
Marsh heeft in het incident verzocht om Univé in vrijwaring op te roepen, omdat zij van mening is dat Univé verantwoordelijk is voor de schade die Greendal heeft geleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende gronden zijn voor deze oproeping in vrijwaring, aangezien er een rechtsverhouding bestaat tussen Marsh en Univé die tot vrijwaring verplicht. De rechtbank heeft de incidentele vordering van Marsh toegewezen en de proceskosten in het incident gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.
De rechtbank heeft ook geconstateerd dat Univé een incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring heeft genomen, waarop Greendal nog niet heeft gereageerd. Greendal is in de gelegenheid gesteld om op een rolzitting te concluderen op deze conclusie. De zaak zal op 19 oktober 2022 weer op de rol komen voor verdere behandeling.