6.5.Verweerder merkt daarnaast wat het archeologisch vooronderzoek betreft op dat de betreffende bepaling uit het bestemmingsplan strekt ter bescherming van het algemeen belang van het behoud van archeologische waarden en aldus kennelijk niet strekt ter bescherming van eisers belangen. Voor een inhoudelijke bespreking van dit bezwaar van eiser ziet verweerder dan ook geen aanleiding.
7. Eiser stelt zich ten aanzien van het bestreden besluit 2 op het standpunt dat het ongeloofwaardig is dat de schuur enkel voor privégebruik gebouwd gaat worden omdat [naam 1] eerder heeft verklaard de schuur dringend voor eigen bedrijfsgebruik nodig te hebben. De stelling van [naam 1] dat het stukadoorsbedrijf, sinds het moment dat de schuur niet meer tot zijn beschikking stond, niet heeft stilgelegen, maakt dit niet anders. Eiser kan zich immers niet voorstellen dat die aanvankelijk verklaarde bedrijfsbehoefte er niet meer is en in de toekomst niet zal leiden tot strijdig gebruik dat nauwelijks te handhaven valt. Eiser meent dat [naam 1] aan zijn eerste aanvankelijke verklaring gehouden is, zodat verweerder die verklaring moet betrekken bij de beoordeling van het bouwplan.
Eiser heeft geen bezwaren tegen toiletgebruik in de schuur, maar de aanwezigheid van een extra toilet in de schuur vindt eiser wel een belangrijke indicatie voor bedoeld bedrijfsmatig gebruik. Bij hobbymatig gebruik kunnen de gebruikers/gezinsleden immers ook de sanitaire voorzieningen van de molen gebruiken. Het alsnog plaatsen van het toilet kan erop duiden dat [naam 1] ook van zins is om anderen in de schuur te laten werken, die hij geen toegang tot het toilet van de molen wil geven. Dat zou het geval kunnen zijn als hij workshops wil houden, die binnen de beroepsmatige activiteiten vallen.
Doordat verweerder de tegenstrijdige verklaringen van [naam 1] over de bedrijfsmatige noodzaak van de ‘schuur’ niet nader heeft onderzocht komt volgens eiser de onpartijdigheid van verweerder in het geding.
Verder stelt eiser dat het “Beschermd Stadsgezicht” ook bestaat uit zogenaamde “doorkijkjes” vanuit de omgeving naar de monumentale gebouwen, die aldaar aanwezig zijn. Een grote schuur op deze locatie zal vanuit elke positie van waaruit naar de Bernisse molen kan worden bezien, die doorkijkjes volledig belemmeren. Zo verliest Geervliet hiermee een deel van zijn/haar “Beschermd Stadsgezicht”.
8. De rechtbank overweegt dat het bestreden besluit 2 een besluit is in de zin van artikel 6:19 van de Awb, nu dit strekt tot vervanging van het bestreden besluit 1. Het beroep van eiser heeft van rechtswege mede betrekking op het bestreden besluit 2. Gesteld noch gebleken is dat eiser nog belang heeft bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit 1.
Daarom zal de rechtbank het beroep van eiser tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk verklaren.
Aangezien het bestreden besluit 2 niet geheel tegemoet komt aan het beroep van eiser, is het beroep op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Awb mede gericht tegen het bestreden besluit 2.