ECLI:NL:RBROT:2022:8555
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen rechter mr. A.C. Siemons in een familiezakenprocedure
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2022 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een familiezakenprocedure. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. A.C. Siemons, rechter in de rechtbank Rotterdam, team familie. De verzoeker voelde zich onvoldoende gehoord tijdens de mondelinge behandeling op 30 augustus 2022, waar hij een verzoek had ingediend met betrekking tot het hoofdverblijf, gezag en zorgregeling van zijn dochter. De advocaat van de verzoeker, mr. R. Kuijer, stelde dat de rechter een schijn van partijdigheid had gewekt door te veel in de stellingen van de vrouw mee te gaan en de vrouw niet op te dragen haar stellingen te bewijzen.
De wrakingskamer heeft de gang van zaken ter zitting beoordeeld aan de hand van het proces-verbaal. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker niet voldoende onderbouwde dat de rechter partijdig was. De rechter had tijdens de zitting zowel de verzoeker als de vrouw bevraagd en had geen opvattingen geuit over de stellingen van de partijen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor de vrees van de verzoeker dat de rechter vooringenomen was. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. J. van den Bos, in aanwezigheid van de griffier, mr. P. Stehouwer. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.