ECLI:NL:RBROT:2022:8501

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 oktober 2022
Publicatiedatum
13 oktober 2022
Zaaknummer
ROT 22/3562
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening zonder verontschuldiging

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, welke op 2 maart 2022 is bekendgemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het beroepschrift te laat heeft ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en eindigde op 14 april 2022. Eiseres heeft pas op 29 juli 2022 beroep ingesteld, wat buiten deze termijn valt.

Eiseres heeft aangevoerd dat zij door ziekte en een ziekenhuisopname niet in staat was om tijdig beroep in te stellen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden geen verontschuldiging vormen voor het te laat indienen van het beroepschrift. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij niet op tijd beroep had kunnen instellen, bijvoorbeeld door een pro-forma beroep in te dienen of door rechtskundige bijstand te vragen.

De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.P. Hameete, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 oktober 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/3562

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 oktober 2022 in de zaak tussen

[naam eiser], uit [woonplaats eiseres], eiseres

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, verweerder
(gemachtigde: [naam]).

Inleiding

Eiseres heeft tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 2 maart 2022 (het bestreden besluit) beroep ingesteld.

Het beroep van eiseres en de beoordeling door de rechtbank

1. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom.
2. De relevante wet- en regelgeving is opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak. Voor het indienen van een beroepschrift geldt een termijn van zes weken. Deze termijn begint op de dag na de dag waarop het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Een beroepschrift tijdig ingediend wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen.
Als iemand een beroepschrift te laat indient, wordt het beroep inhoudelijk niet verder behandeld en daarmee niet-ontvankelijk verklaard. Dat is alleen anders als het niet tijdig indienen van het beroepschrift verontschuldigbaar is. Dan laat de rechtbank de niet-ontvankelijkheidverklaring achterwege.
3. Vast staat dat verweerder het bestreden besluit bekend heeft gemaakt op 2 maart 2022, door verzending per post, zodat de termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde op 14 april 2022.
4. Eiseres heeft op 29 juli 2022, en daarmee te laat, digitaal beroep ingesteld. Eiseres voert aan dat zij vanwege ziekte en een ziekenhuisopname niet in staat was om eerder beroep in te stellen. Dat is geen verontschuldiging voor dit verzuim. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij niet op tijd beroep had kunnen instellen (door bijvoorbeeld een pro-forma beroep, of met de hulp van rechtskundige bijstand).

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Hameete, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 17 oktober 2022.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. In het verzetschrift dient ook te worden aangegeven of een partij wenst te worden gehoord op een zitting. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: relevante wet- en regelgeving uit de Awb

Artikel 6:7
De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken.
Artikel 6:8
1. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
2. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit waartegen alleen door een of meer bepaalde belanghebbenden administratief beroep kon worden ingesteld, vangt aan met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn ongebruikt is verstreken.
3. De termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen een besluit dat aan goedkeuring is onderworpen, vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit, inhoudende de goedkeuring van dat besluit, op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
(…)
Artikel 6:9
1. Een bezwaar- of beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen.
2. Bij verzending per post is een bezwaar- of beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
Artikel 6:11
Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.