Op 22 september 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader en een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren. De kinderrechter heeft de beschikking van 17 maart 2022 in overweging genomen, waarin de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] was verlengd tot 28 september 2022. De GI had verzocht om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, maar de kinderrechter oordeelde dat er geen grond was voor deze verlenging. Er waren signalen dat het beter ging met [voornaam minderjarige], die inmiddels een vertrouwenspersoon op school had en de kans kreeg om weer in te stromen in het regulier onderwijs.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ouders de noodzakelijke hulp lijken te aanvaarden en dat er in de afgelopen zes maanden geen effectieve uitvoering aan de ondertoezichtstelling kon worden gegeven. Daarom heeft de kinderrechter het verzoek om de ondertoezichtstelling te verlengen afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Borges Dias, als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 oktober 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.