ECLI:NL:RBROT:2022:8488

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 september 2022
Publicatiedatum
13 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/643253 / JE RK 22-1937
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van gezinsbegeleiding en hulpverlening

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 september 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2013. De zaak is aanhangig gemaakt door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling betrokken is bij de hulpverlening aan het gezin. De ouders van de minderjarige, die samenwonen, hebben te maken met verschillende problemen, waaronder spanningen in hun relatie en de noodzaak van gezinsbegeleiding. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders en vertegenwoordigers van de GI zijn gehoord.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd, ondanks dat zij goed functioneert op school. De thuissituatie is instabiel door de ruzies en spanningen tussen de ouders, wat leidt tot de conclusie dat de hulpverlening niet kan worden beëindigd. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van een jaar, met als doel de ouders te ondersteunen in hun opvoedvaardigheden en hen te helpen stabiliteit te creëren in hun relatie.

De beslissing van de kinderrechter is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht een eventueel hoger beroep.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/643253 / JE RK 22-1937
datum uitspraak: 22 september 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2013 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 10 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 17 augustus 2022.
Op 22 september 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- de moeder,
- de vader,
- twee vertegenwoordigers van de GI, mw. [naam veretgenwoordigster] en mw. [naam vertegenwoordigster] .

De feitenHet ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.

[voornaam minderjarige] woont bij de ouders.
Bij beschikking van 7 oktober 2021 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 7 oktober 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar.

Het standpunt van de GI

De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht het als volgt toe. In het gezin is gezinsbegeleiding van ASVZ betrokken, gericht op de persoonlijke problematiek van vader. De gezinsbegeleider van ASVZ ziet dat de ouders opnieuw in oude patronen vervallen, waarbij sprake is van onbegrip en spanning. Op dergelijke momenten twijfelt de moeder of zij de relatie met vader moet voortzetten. De vraag waar [voornaam minderjarige] dan zou moeten gaan wonen zorgt bij de vader voor paniek en hij lijkt dan vooral vanuit zijn eigen perspectief naar de situatie te kunnen kijken. De moeder weet niet goed hoe ze met dergelijke situaties moet omgaan. De ouders lopen bij een relatietherapeut. [voornaam minderjarige] is een veerkrachtig meisje en het gaat goed met haar op school. De GI vindt het zorgelijk dat [voornaam minderjarige] vlak is in haar emoties. De GI vindt het daarom belangrijk dat [voornaam minderjarige] snel met speltherapie kan starten. [voornaam minderjarige] staat hiervoor op de wachtlijst. Gelet op het vorenstaande vindt de GI het belangrijk dat het gezin nog een periode gemonitord wordt, zodat ouders blijven meewerken aan de noodzakelijke hulpverlening en de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] gewaarborgd blijft.

Het standpunt van belanghebbenden

Hoewel de moeder de verlenging van de ondertoezichtstelling niet nodig vindt, zal zij zich hier niet tegen verzetten. De moeder erkent dat zij baat heeft bij de geboden hulpverlening. Volgens de moeder vindt de vader vanwege zijn autisme het soms moeilijk om dingen te begrijpen. De moeder heeft vaak de hulp nodig van ASVZ om de vader dingen uit te leggen op een manier waarop hij het wel begrijpt.
De vader is het niet eens met het verzoek. Hij is van menig dat het goed gaat met [voornaam minderjarige] . Volgens de vader heeft [voornaam minderjarige] het naar haar zin thuis. Hij begrijpt niet waarom de ondertoezichtstelling met een jaar verlengd zou moeten worden. Volgens de vader is er zoals in elke relatie weleens onenigheid tussen hem en de moeder, maar dan praten zij dat uit. De vader herkent zich niet in het beeld dat de GI van de thuissituatie schetst. De vader volgt drie maal in de week therapie en hij doet daarnaast nog een studie. Continuering van de hulpverlening in het gedwongen kader zal naar de mening van de vader een belemmering vormen voor zijn studie.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [voornaam minderjarige] nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Het is nog kort geleden dat [voornaam minderjarige] weer thuis is gaan wonen. De thuissituatie is nog onvoldoende stabiel door de ruzies en spanningen tussen de ouders. [voornaam minderjarige] heeft het thuis naar haar zin en ze doet het goed op school, maar de kinderrechter is van oordeel dat de situatie nog te fragiel is om de hulpverlening volledig af te sluiten. Het is belangrijk dat er zicht blijft op de opvoedvaardigheden van de ouders en dat de ouders hulp krijgen waar dat nodig is, om op die manier te voorkomen dat de ouders terugvallen in oude patronen waarbij sprake is van onbegrip en spanning. Het komende jaar zal de hulpverlening vanuit ASVZ, de persoonlijke hulp voor de vader en de relatietherapie gecontinueerd worden, met als uiteindelijke doel dat de ouders een stabiel koppel vormen en dat zij de opvoeding over [voornaam minderjarige] weer volledig zelf kunnen dragen. Daarnaast is van belang dat de speltherapie voor [voornaam minderjarige] gaat starten.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van een jaar.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 7 oktober 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 september 2022 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Borges Dias, als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 oktober 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.