In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 september 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die op dat moment preventief gedetineerd was. De verdachte werd beschuldigd van meerdere diefstallen, waaronder winkeldiefstal en de diefstal van een fiets. De officier van justitie eiste vrijspraak voor enkele ten laste gelegde feiten, maar vroeg om bewezenverklaring van de winkeldiefstal en de diefstal van de fiets, met oplegging van een ISD-maatregel van twee jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voor de feiten 3 en 4 niet wettig en overtuigend kon worden bewezen, en sprak hem daarvan vrij. Echter, de rechtbank verklaarde de winkeldiefstal en de diefstal van de fiets wel bewezen. De verdachte had op 13 juni 2022 in Rotterdam twee Armani parfums weggenomen uit een winkel en een fiets toegeëigend die aan een ander toebehoorde. De rechtbank overwoog dat de verdachte geen respect had getoond voor andermans eigendom en dat zijn eerdere veroordelingen en het recidivepatroon een onvoorwaardelijke ISD-maatregel rechtvaardigden. De rechtbank legde de maatregel op voor de duur van twee jaar, waarbij de veiligheid van de samenleving voorop stond. De verdachte had eerder al meerdere keren onder toezicht gestaan, maar dit had niet geleid tot een verandering in zijn gedrag. De rechtbank concludeerde dat de ISD-maatregel noodzakelijk was om recidive te voorkomen en de maatschappij te beschermen.