ECLI:NL:RBROT:2022:8470

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
13 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/639485 / FA RK 22-3956
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator in een zaak van kindermishandeling

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 26 augustus 2022, is de benoeming van een bijzondere curator voor de minderjarige [voornaam minderjarige] aan de orde. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een belangenstrijd bestaat tussen de moeder, die het ouderlijk gezag uitoefent, en de minderjarige, die in een pleeggezin verblijft. De moeder en een medeverdachte worden verdacht van kindermishandeling, wat aanleiding geeft tot de benoeming van een bijzondere curator om de belangen van de minderjarige te behartigen in de strafrechtelijke procedure tegen de moeder.

De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 3 juni 2022 een verzoek ingediend om een bijzondere curator te benoemen, wat op 12 augustus 2022 ter zitting is behandeld. De moeder heeft ingestemd met het verzoek. De kinderrechter heeft in overweging genomen dat de minderjarige mogelijk als benadeelde partij in de strafprocedure kan optreden, wat een belangenconflict met de moeder met zich meebrengt.

De kinderrechter heeft mr. G.E. van der Pols benoemd tot bijzondere curator, met de taak om de belangen van de minderjarige te vertegenwoordigen in de strafprocedure. De bijzondere curator moet rapporteren over de resultaten van zijn bijstand binnen zes weken na het vonnis in de strafzaak. De beschikking is openbaar uitgesproken en de griffie is opgedragen om deze aan de belanghebbenden te zenden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/639485 / FA RK 22-3956
datum uitspraak: 26 augustus 2022

beschikking benoeming bijzondere curator (art 1:250 BW)

in de zaak van

de gecertificeerde instellling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2020 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 juni 2022, ingekomen bij de griffie op 9 juni 2022.
Op 12 augustus 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- drie vertegenwoordigsters van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 1] , mw. [naam vertegenwoordigster 2] (jeugdbeschermers) en mw. mr. [persoon A] (jurist).

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft in een pleeggezin.
Bij beschikking van 25 april 2022 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 25 april 2023.
De kinderrechter heeft bij deze beschikking tevens een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg verleend tot 25 oktober 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht een bijzondere curator ex artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) over [voornaam minderjarige] te benoemen, met een duidelijke taakomschrijving, om de belangen van [voornaam minderjarige] te behartigen in de strafrechtelijke procedure tegen de moeder.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn aanwijzingen dat bij [voornaam minderjarige] sprake is geweest van kindermishandeling. In de strafprocedure die naar aanleiding hiervan tegen (onder meer) de moeder is ingesteld, zal mogelijk sprake zijn van tegenstrijdige belangen tussen de moeder en [voornaam minderjarige] . Een bijzondere curator dient de belangen van [voornaam minderjarige] behartigen bij het indienen van een vordering benadeelde partij tegen de moeder en mevrouw [persoon B] . De GI acht het van belang dat de bijzondere curator [voornaam minderjarige] zowel in als buiten rechte kan vertegenwoordigen.

Het standpunt van de moeder

De moeder is het eens met het verzoek van de GI.

De beoordeling

Artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt – voor zover hier van belang – het volgende. Wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige de belangen van de met het gezag belaste ouders in strijd zijn met die van de minderjarige, kan de rechtbank, indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk wordt geacht, daarbij in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking genomen, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige terzake, zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.
Gebleken is dat zich in deze procedure met betrekking tot de minderjarige [voornaam minderjarige] een belangenstrijd in de zin van voormeld artikel voordoet. De moeder wordt, samen met mevrouw [persoon B] , verdacht van kindermishandeling jegens [voornaam minderjarige] . Mevrouw [persoon B] bevindt zich in voorlopige hechtenis. De voorlopige hechtenis van de moeder is geschorst. Het strafrechtelijk onderzoek loopt nog. In de strafprocedure kan [voornaam minderjarige] zich (onder meer) voegen als benadeelde partij en om vergoeding van de door haar geleden schade verzoeken. Een dergelijke vordering zou (ook) tegen de moeder zijn gericht. De kinderrechter acht het dan ook in het belang van [voornaam minderjarige] dat een bijzondere curator haar belangen in de strafrechtelijke procedure tegen de moeder en diens medeverdachte(n) behartigt.
De bijzondere curator dient te onderzoeken of het belang van [voornaam minderjarige] gediend is met een indiening van een vordering benadeelde partij in de strafprocedure tegen (onder meer) de moeder, en zo ja, daaraan uitvoering te geven, en eventuele bijkomende handelingen rondom de strafprocedure voor [voornaam minderjarige] te verrichten.
Mr. G.E. van der Pols, advocaat te Rotterdam, heeft zich bereid verklaard de taak van bijzondere curator op zich te nemen. De kinderrechter zal derhalve als bijzondere curator benoemen mr. G.E. van der Pols.
De kinderrechter benoemt de bijzondere curator voor de duur van de gehele strafrechtelijke procedure bij de rechtbank. Van de bijzondere curator wordt verwacht dat deze de rechtbank (in het kader van diens benoeming) uiterlijk binnen 6 weken na de datum van uitspreken van het vonnis in de strafzaak zal rapporteren over de resultaten van de bijstand.
Daarbij geeft de kinderrechter in overweging om, indien een eventuele schadevergoeding wordt toegekend, te bewerkstelligen dat deze schadevergoeding wordt uitgekeerd op een bankrekening van [voornaam minderjarige] met een zgn. BEM-Causule.

De beslissing

De kinderrechter:
benoemt met ingang van heden tot bijzondere curator over [voornaam minderjarige] :
mr. G.E. van der Pols, kantoorhoudende te Boergoensevliet 168, 3082 KX te Rotterdam;
draagt de griffie op deze beschikking aan de belanghebbende en de bijzondere curator te zenden.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Riege, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.R. van Staveren als griffier en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2022.