ECLI:NL:RBROT:2022:8404

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2022
Publicatiedatum
11 oktober 2022
Zaaknummer
9697132 CV EXPL 22-5361
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en schadevergoeding in huurgeschil tussen Stichting Wooncompas en huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Wooncompas en [persoon A], de huurder van een woning in Rotterdam. Wooncompas vorderde een bedrag van € 241,81 van [persoon A] wegens huurachterstand, bestaande uit een hoofdsom van € 81,39 en buitengerechtelijke kosten van € 160,42. De huurder had een betalingsachterstand laten ontstaan en was in verzuim door niet tijdig te betalen. De kantonrechter oordeelde dat Wooncompas voldoende bewijs had geleverd van de huurachterstand en dat de buitengerechtelijke kosten terecht waren gevorderd. De huurder voerde aan dat zij door een coronabesmetting niet op tijd had kunnen betalen en dat er een telefonische afspraak was gemaakt over latere betaling, maar deze stellingen werden door de kantonrechter niet geloofd.

In reconventie vorderde [persoon A] schadevergoeding van Wooncompas en haar gemachtigde Flanderijn, onder andere wegens schending van haar geheimhouding en onrechtmatig handelen. De kantonrechter oordeelde echter dat Wooncompas niet onrechtmatig had gehandeld door het adres van [persoon A] te vermelden in de dagvaarding en dat zij ook niet verantwoordelijk was voor documenten die door derden in de gemeenschappelijke ruimte waren opgehangen. De vorderingen in reconventie werden dan ook afgewezen. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en veroordeelde [persoon A] in de proceskosten aan de zijde van Wooncompas, die in totaal op € 705,74 werden vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9697132 CV EXPL 22-5361
datum uitspraak: 7 oktober 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Wooncompas,
vestigingsplaats: Ridderkerk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[persoon A],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Wooncompas’ en ‘ [persoon A] ’ genoemd.

1..De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 3 februari 2022, met bijlagen;
  • het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
  • de repliek in conventie met antwoord in reconventie, met bijlagen;
  • de dupliek in conventie met repliek in reconventie, met bijlagen;
  • de dupliek in reconventie, met bijlage.

2..De feiten

2.1.
[persoon A] huurt van Wooncompas de woonruimte aan de [adres] in Rotterdam. De huurprijs bedroeg op het moment van het uitbrengen van de dagvaarding € 575,72 per maand. De huurprijs moet iedere maand uiterlijk op de eerste van die maand worden betaald.
2.2.
[persoon A] heeft een huurachterstand laten ontstaan. Op 12 oktober 2021 heeft Wooncompas een zogenoemde veertiendagenbrief aan [persoon A] gestuurd. Op dat moment was de betalingsachterstand € 883,88. Op 6 november 2021 heeft [persoon A] een bedrag van € 1.397,79 betaald (inclusief de verschuldigde huurprijs over november 2021 à € 575,72). Over de maanden december 2021 en januari 2022 heeft [persoon A] twee maal een bedrag van € 565,93 betaald. Daarmee bedroeg het openstaande bedrag berekend tot en met januari 2022 € 81,39.
2.3.
Wooncompas heeft de contactgegevens van [persoon A] en de hoogte van de huurachterstand doorgegeven aan het college voor schuldhulpverlening.

3..Het geschil

in conventie
3.1.
Wooncompas eist samengevat:
  • [persoon A] te veroordelen aan haar te betalen € 241,81 met rente;
  • [persoon A] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 81,39 en buitengerechtelijke kosten van € 160,42.
3.2.
Wooncompas baseert de eis op het volgende. [persoon A] heeft de door haar verschuldigde huurprijs niet steeds op tijd en volledig betaald. Zij moet de huurprijs bij vooruitbetaling betalen, uiterlijk op de eerste van de maand. Door dat niet te doen, is zij in verzuim. Wooncompas heeft een veertiendagenbrief gestuurd op 12 oktober 2021. [persoon A] heeft niet binnen vijftien dagen na ontvangst van die brief betaald. Zij is daarom de buitengerechtelijke kosten verschuldigd over het bedrag dat op 12 oktober 2021 open stond. Die kosten bedragen € 160,42 inclusief btw.
3.3.
[persoon A] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. Zij was door een coronabesmetting en daarmee verband houdende ziekenhuisopname niet in staat om op tijd te betalen. Zij heeft daarom telefonisch op 21 oktober 2021 met Wooncompas afgesproken dat zij later mocht betalen. Gelet op die afspraak mogen geen rente en buitengerechtelijke kosten in rekening worden gebracht. Daarnaast klopt het overzicht van de ontvangen bedragen dat Wooncompas heeft overgelegd niet. Tot slot heeft [persoon A] bezwaar gemaakt tegen de kosten voor gas en het zonnescherm van in totaal € 67,50 per maand, daarom heeft zij die (aanvankelijk) niet betaald.
in reconventie
3.4.
[persoon A] eist samengevat:
  • Wooncompas en/of Flanderijn (de gemachtigde van Wooncompas) te veroordelen aan haar te betalen € 5.000,- aan schadevergoeding (smartengeld);
  • Wooncompas te veroordelen om een brief te sturen om daar waar het adres van [persoon A] is vermeld, dit direct weg te laten halen en aan te laten passen naar ‘geheimhouding’;
  • Wooncompas te veroordelen om aan haar te betalen € 500,- voor iedere dag dat haar foto en de tekst van notulen van de bewonerscommissie zijn blijven hangen in het wooncomplex;
  • Wooncompas te veroordelen om aan haar te betalen € 25.000,- als voorlopige vergoeding voor door [persoon A] gemaakte kosten, smartengeld en rente;
  • te bepalen dat betalingen dienen te lopen via Wooncompas en niet aan Flanderijn hoeven te worden gedaan.
Voor zover [persoon A] heeft bedoeld andere of meer vorderingen in te stellen, heeft de kantonrechter dat niet uit de stukken van [persoon A] kunnen afleiden.
3.5.
[persoon A] baseert de eis op het volgende. Zij heeft een geheim adres. Flanderijn had dit adres niet aan de rechtbank en niet aan het college voor schuldhulpverlening mogen doorgeven en/of in de stukken mogen vermelden. Zij wil dat dit wordt rechtgezet en wenst een schadevergoeding van € 5.000,- voor het leed dat haar hierdoor is aangedaan.
[persoon A] wordt door de bewonerscommissie onheus bejegend. Zo is zij mishandeld door de voorzitter van de commissie en zijn er documenten in het centrale deel van het wooncomplex gehangen die voor iedereen zichtbaar waren en die beledigend waren voor [persoon A] . Het is aan Wooncompas om hier iets aan te doen. Omdat Wooncompas dat niet heeft gedaan, moet zij schadevergoeding aan [persoon A] betalen. Het starten van deze procedure tegen [persoon A] voor een gestelde achterstand van € 81,39 is onderdeel van de hetze die tegen [persoon A] wordt gevoerd. Ook daarom moet Wooncompas betalen voor de door [persoon A] gemaakte kosten en het door haar ervaren leed. [persoon A] heeft niets met Flanderijn te maken en wil daarom alleen aan Wooncompas (blijven) betalen.
3.6.
Wooncompas is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. Allereerst is de kantonrechter niet bevoegd om op de vorderingen van [persoon A] te beslissen, nu de vorderingen bij elkaar opgeteld een waarde van € 25.000,- te boven gaan.
Subsidiair meent Wooncompas dat de vorderingen moeten worden afgewezen, omdat ze niet zijn gespecificeerd en onderbouwd. Het gevorderde smartengeld moet worden afgewezen, omdat Wooncompas niet het oogmerk heeft gehad om [persoon A] immateriële schade toe te brengen. De vordering met betrekking tot de foto en de notulen moet worden afgewezen, omdat deze stukken niet afkomstig zijn van Wooncompas en Wooncompas daarom niet verantwoordelijk is voor de informatie en/of het verwijderen daarvan.

4..De beoordeling

in conventie
Huurachterstand
4.1.
De kantonrechter oordeelt dat Wooncompas voldoende heeft onderbouwd dat [persoon A] op het moment van het uitbrengen van de dagvaarding een betalingsachterstand had van € 81,39. De door [persoon A] genoemde betalingen zijn verwerkt in de door Wooncompas overgelegde overzichten. [persoon A] heeft niet gesteld (en dat is ook verder niet gebleken) dat zij aan Wooncompas nog meer betalingen heeft gedaan, waarmee Wooncompas geen rekening heeft gehouden. De kantonrechter gaat daarom van de juistheid van die overzichten uit.
4.2.
[persoon A] benoemt dat zij bezwaar heeft gemaakt tegen een aantal onderdelen van (naar de kantonrechter begrijpt) de servicekosten, namelijk kosten voor gas en het zonnescherm. De kantonrechter wil aannemen dat zo’n bezwaar er is, maar dat betekent niet dat [persoon A] deze kosten mag inhouden op haar huurbetalingen. Pas als [persoon A] gelijk heeft gekregen (van Wooncompas, van de Huurcommissie of van de rechter) op deze punten, hoeft zij die bedragen niet (meer) te betalen. Uit niets blijkt dat [persoon A] hierover gelijk heeft gekregen. Zij moet dus betalen wat Wooncompas in rekening brengt.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.3.
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. Uit de overzichten van Wooncompas blijkt dat [persoon A] op 12 oktober 2021 een achterstand had van € 883,88 en dat zij die achterstand niet binnen vijftien dagen na ontvangst van de brief van Wooncompas heeft betaald. [persoon A] beroept zich op een telefonische afspraak die zij zou hebben gemaakt met Wooncompas over latere betaling, maar Wooncompas heeft betwist dat die afspraak is gemaakt. De afspraak blijkt verder uit niets. De kantonrechter kan er daarom niet vanuit gaan dat zo’n afspraak bestaat. [persoon A] had op tijd moeten betalen. De kantonrechter ziet in de ziekenhuisopname, hoe vervelend dat ook moet zijn geweest, geen aanleiding om de buitengerechtelijke kosten af te wijzen. De te late betaling komt voor risico van [persoon A] .
4.4.
Ook de wettelijke rente wordt toegewezen. Vast staat dat [persoon A] uiterlijk op de eerste van de maand had moeten betalen. Bij niet op tijd betalen is [persoon A] meteen in verzuim, wat betekent dat zij vanaf dat moment ook rente aan Wooncompas moet betalen.
Proceskosten
4.5.
[persoon A] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Wooncompas tot vandaag vast op € 129,74 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en € 74,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten × € 37,- tarief). Dit is totaal € 331,74. Voor kosten die Wooncompas maakt na deze uitspraak moet [persoon A] ook een bedrag betalen van € 18,50 (1/2 punt x € 37,-). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak.
in reconventie
Bevoegdheid kantonrechter
4.6.
De kantonrechter acht zich bevoegd om over de vorderingen van [persoon A] te beslissen, ook al gaan deze – bij elkaar opgeteld – een bedrag van € 25.000,- te boven. [persoon A] spreekt Wooncompas aan in haar hoedanigheid van verhuurder. Hoewel [persoon A] aanspraak maakt op schadevergoeding, meent de kantonrechter dat uit de toelichting van [persoon A] moet worden begrepen dat deze vorderingen hun oorsprong vinden in de verplichtingen die Wooncompas heeft uit de huurovereenkomst die zij met [persoon A] heeft. Dit maakt dat de kantonrechter ingevolge artikel 93 sub c Rv bevoegd is om de reconventionele vorderingen van [persoon A] te behandelen.
4.7.
Naast het voorgaande is de kantonrechter voorts van oordeel dat er sprake is van een zodanige samenhang tussen de vorderingen in reconventie en die in conventie dat die samenhang zich verzet tegen afzonderlijke behandeling en de kantonrechter volgens het bepaalde in artikel 94 lid 3 en lid 2 Rv ook daarom bevoegd is om in de reconventie te beslissen. De vordering in conventie is immers (ook) een vordering als bedoeld in artikel 93 sub c Rv.
Schadevergoeding en rectificatie wegens schenden geheimhouding
4.8.
[persoon A] vindt dat Wooncompas (althans haar gemachtigde) haar adres niet had mogen vermelden in de dagvaarding en ook niet had mogen doorgeven aan het college voor schuldhulpverlening. In juridische termen verwijt [persoon A] Wooncompas dat deze onrechtmatig heeft gehandeld.
4.9.
De kantonrechter oordeelt dat geen sprake is van onrechtmatig handelen. Wooncompas moet, om haar vordering in deze procedure te onderbouwen, vermelden waarom zij een bedrag van [persoon A] vordert. Daarvoor moet worden vermeld dat [persoon A] een huurster is van Wooncompas en om dat te verduidelijken, wordt het adres vermeld. [persoon A] kan Wooncompas daarom niet verwijten dat het adres is vermeld en dat het nu bekend is bij de rechtbank. De rechtbank moet overigens ook over het adres van [persoon A] beschikken. [persoon A] voert deze procedure immers zelf en de rechtbank zal het vonnis dan ook aan het huisadres van [persoon A] sturen
4.10.
Wooncompas is op grond van het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening verplicht om melding te maken van de achterstand van [persoon A] bij het college voor schuldhulpverlening. Omdat Wooncompas voldoet aan een verplichting die (indirect) uit de wet voortvloeit, is dit niet onrechtmatig. De bevoegdheid die Wooncompas heeft, komt ook aan haar gemachtigde toe.
4.11.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is er geen reden om Wooncompas en/of Flanderijn te veroordelen om een bedrag van € 5.000,- (of welk bedrag dan ook) aan [persoon A] te betalen. Deze vordering wordt daarom afgewezen.
Schadevergoeding voor niet weghalen foto en tekst notulen
4.12.
[persoon A] verwijt Wooncompas ook dat zij de foto van [persoon A] en de tekst van notulen niet heeft verwijderd uit de gemeenschappelijke ruimte van het wooncomplex. Deze documenten zouden daar zijn opgehangen door (een lid van) de bewonerscommissie. Volgens [persoon A] had Wooncompas dit als verhuurder moeten doen.
4.13.
De kantonrechter oordeelt dat [persoon A] van Wooncompas niet kan verlangen dat zij documenten die door anderen zijn opgehangen in een gemeenschappelijke ruimte zelf verwijdert. De verantwoordelijkheid van een verhuurder gaat in een situatie als deze niet zo ver. In geval van overlast (waar treiterijen onder kunnen vallen) mag van een verhuurder worden verwacht dat zij informatie verzamelt en als daar aanleiding voor is passende maatregelen neemt. Passend zou in dit geval zijn dat Wooncompas de bewonerscommissie vraagt om de documenten te verwijderen. In de situatie die [persoon A] heeft geschetst, kan zij Wooncompas niet verwijten dat Wooncompas niet meteen (zelf) documenten heeft weggehaald.
4.14.
Omdat Wooncompas geen verwijt kan worden gemaakt, is er ook geen reden om Wooncompas te veroordelen om € 500,- aan [persoon A] te betalen voor elke dag dat de foto en de notulen in het complex hebben gehangen. Deze vordering wordt ook afgewezen.
Voorschot schadevergoeding voor kosten, smartengeld en rente
4.15.
Uit wat hiervoor is overwogen, volgt al dat de kantonrechter van oordeel is dat Wooncompas niet tekort is geschoten in haar verplichtingen als verhuurder. Ook als inderdaad sprake is van een hetze van (de voorzitter van) de bewonerscommissie tegen [persoon A] , kan niet worden gezegd dat Wooncompas te weinig actie heeft ondernomen. Wooncompas heeft toegelicht dat zij heeft geprobeerd mediation en/of buurtbemiddeling in te zetten. Uit de door [persoon A] en Wooncompas geschetste feiten volgt niet dat Wooncompas verder had moeten gaan. Er is geen sprake van risicoaansprakelijkheid van Wooncompas voor gedragingen van leden van de bewonerscommissie.
4.16.
Uit de beoordeling in conventie volgt dat Wooncompas terecht deze procedure tegen [persoon A] begonnen is. Ook daar valt Wooncompas dus geen verwijt te maken.
4.17.
Al met al acht de kantonrechter geen reden aanwezig om Wooncompas te veroordelen om enig bedrag aan kosten, smartengeld of rente aan [persoon A] te betalen. Ook deze vordering wordt afgewezen.
Geen betalingen aan Flanderijn
4.18.
[persoon A] wil tot slot dat de kantonrechter bepaalt dat zij niet aan Flanderijn hoeft te betalen, maar dat zij alle betalingen aan Wooncompas mag verrichten. De kantonrechter kan dit niet bepalen. Wooncompas is bevoegd om iemand anders aan te wijzen die namens haar betalingen in ontvangst mag nemen. In dit geval is dat Flanderijn. Als [persoon A] het verzoek krijgt om bepaalde bedragen aan Flanderijn te betalen, als gemachtigde van Wooncompas, dan is het de bedoeling dat [persoon A] aan dat verzoek gehoor geeft. [persoon A] kan geen verandering brengen in de afspraken die Wooncompas hierover met Flanderijn heeft gemaakt.
Proceskosten
4.19.
[persoon A] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Wooncompas tot vandaag vast op € 374,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten × € 187,- tarief. De kantonrechter ziet in de omstandigheden van [persoon A] , die procedeert zonder gemachtigde, aanleiding om ondanks de hoge vorderingen een tarief van € 187,- te hanteren. [persoon A] zal zich niet hebben gerealiseerd dat het instellen van een zo hoge vordering tot een fors bedrag aan proceskosten zou kunnen leiden).
in conventie en in reconventie
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.20.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
veroordeelt [persoon A] om aan Wooncompas te betalen € 241,81 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 81,39 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [persoon A] in de proceskosten, aan de kant van Wooncompas tot vandaag vastgesteld op € 331,74;
in reconventie
5.3.
wijst de vorderingen af;
5.4.
veroordeelt [persoon A] in de proceskosten, aan de kant van Wooncompas tot vandaag vastgesteld op € 374,-;
in conventie en in reconventie
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en in het openbaar uitgesproken.
51909