Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 40 uur met aftrek van voorarrest, en een geldboete van € 500,-.
4..Waardering van het bewijs
cchimselfvan hem was. De verdachte heeft verklaard dat hij een rode iPhone XR had. In de hotelkamer is een rode iPhone XR aangetroffen met de gebruikersnaam
shakursphonewaarop foto’s van de medeverdachte stonden. Shakur is de voornaam van de verdachte. Op deze telefoon was de hierboven bedoelde bankapp geïnstalleerd.
[gebruikersnaam 1]en een met gebruikersnaam
[gebruikersnaam 2]konden niet onmiddellijk naar de betrokkenen worden herleid. Op de telefoon van [gebruikersnaam 1] is echter wel het chatgesprek met [naam 2] aangetroffen alsmede de bankapp. Uit het chatgesprek blijkt dat het eerste
phishing-bericht (‘hoii mam..’) naar [naam 2] is gestuurd om 14.14 uur, de vraag om drie facturen te betalen om 14.50 uur, terwijl [naam 2] om 15.40 uur de inlogcodes en de link met de vindplaats van de bankapp heeft doorgestuurd.
jegens de verdachte en de medeverdachteals zij die telefoon op dat moment in gebruik hebben gehad. De rechtbank is, gelet op de resultaten van het opsporingsonderzoek als beschreven onder 4.2.2 van oordeel dat zij die telefoon inderdaad gedurende het gehele
phishingchatgesprek in gebruik hebben gehad, dus ook op het moment dat de bankapp werd geïnstalleerd. Anders gezegd, bewezen is dat zij de bankapp op de telefoon van [gebruikersnaam 1] hebben geïnstalleerd. Daarbij zijn zij onder valse voorwendselen, namelijk: dit is de bankapp van [naam 2] waarmee geld kan worden overgemaakt, overgehaald om de installatie van de app te autoriseren en onder die valse voorwendselen hebben zij toestemming gegeven voor het gebruik van de camera. Aldus zijn [naam 1] en zijn medewerkers ook met het aannemen van een valse hoedanigheid in de telefoon van [gebruikersnaam 1] binnengedrongen. Maar zij hebben dit gedaan nadat de verdachte en de medeverdachte zelf het initiatief hadden genomen om [naam 2] met een nogal evidente poging tot oplichting te benaderen: ‘hoii mam…’, terwijl [naam 2] geen kinderen heeft, terwijl de app pas is doorgestuurd ná de vraag van de verdachte en de medeverdachte om drie facturen te betalen. Niet is gebleken dat [naam 1] en zijn medewerkers verder zijn gegaan dan nodig om de bedriegers aan de kaak te stellen. Of daarmee de wederrechtelijkheid aan hun handelen ontbreekt, kan in het midden blijven. Het gaat erom dat aldus naar het oordeel van de rechtbank geen algemene beginselen van een behoorlijke rechtsorde zijn geschonden en geen processuele rechten van de verdediging zijn veronachtzaamd.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10.. Beslissing
120 (honderd twintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
112 (honderd twaalf) urente verrichten taakstraf resteert;
56 dagen;
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden,;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;