Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1],
[naam eiser 2],
1..De procedure
- het vonnis van 3 maart 2021 (hierna: het tussenvonnis; begrippen die de rechtbank daarin heeft gedefinieerd worden op gelijke wijze ook in dit vonnis gebruikt) en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 2 september 2021;
- de conclusie na enquête van [gedaagde];
- de antwoordakte van [naam eiser 1] en [naam eiser 2].
2..De verdere beoordeling
opstaande randvan de keerwand verloren gegaan; er is – door alle betrokkenen – simpelweg gevraagd naar de locatie van de keerwand en in die bewoordingen dus ook geantwoord. De rechtbank begrijpt de afgelegde verklaringen aldus, dat wanneer de getuigen spreken over de locatie van de keerwand, zij de locatie van de opstaande rand van de keerwand (waaraan het nieuwe hek is gemonteerd) bedoelen. Verder wordt verschillende keren gesproken over een damwand; met damwand en keerwand wordt in deze zaak hetzelfde bedoeld.
preciesdezelfde plek is teruggeplaatst. De verklaring heeft daarom geen bewijswaarde.
het perceel van [naam 3], rechtbank] en [adres 3] [
het perceel van [gedaagde], rechtbank] was één lang hek. Het nieuwe hek is ook één lang hek. De aannemer heeft het hek opgemeten voordat het werd weggehaald. Ik denk dat ongeveer binnen een week het nieuwe hek is geplaatst. Ik ga ervan uit dat de aannemer het hek op precies dezelfde plaats heeft teruggezet.
aan de zuidkant van het perceel van [naam eiser 1] en [naam eiser 2], rechtbank] hebben wij ook geplaatst. […] [Dat] hek is wel digitaal nieuw uitgezet. […] [naam 8] [
de hoofdaannemer en als zodanig opdrachtgever van [naam 6]’s aannemingsbedrijf, rechtbank] heeft die nieuwe grens uit laten zetten. Ik neem aan dat dat op gps is uitgezet. Wij hadden de instructie om van de nieuwe piketpaal uit te gaan.
aanneemtdat de piketpaal met behulp van gps is uitgezet; hij verklaart niet uit eigen wetenschap dat gps is gebruikt. Uit zijn verklaring volgt in elk geval dat voor [naam 6]’s aannemingsbedrijf de werksituatie aan de zuidkant van het perceel van [naam eiser 1] en [naam eiser 2] niet wezenlijk anders was dan aan de oostkant van dat perceel (de erfgrens met [gedaagde] perceel). In beide gevallen was de opdracht om uit te gaan van markeringen in het veld. In die situatie is plaatsbepaling met behulp van gps dus niet noodzakelijk. Elektronische hulpmiddelen kunnen dan het uitzetten van rechte lijnen tussen de hoekpunten vergemakkelijken, noodzakelijk is het gebruik van dergelijke apparatuur bepaald niet. Overigens, hoe het uitzetten van de lijnen tussen de hoekpunten ook is gegaan: vaststaat dat de resulterende keerwanden elk netjes in een rechte lijn liggen.
- de een vergeten zijn wat de ander nog weet;
- de een hebben waargenomen wat de ander (bijvoorbeeld door afwezigheid) niet zag;
- de een spontaal een detail naar voren brengen, waar de ander gewoon niet naar gevraagd is.
€ 3.096,50(5,5 punten × tarief € 563,00)