ECLI:NL:RBROT:2022:8349

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2022
Publicatiedatum
6 oktober 2022
Zaaknummer
ROT 22/2179 (8:29-beslissing)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperkte kennisneming van bestuurlijke rapportage in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 oktober 2022 een beslissing genomen op basis van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser, vertegenwoordigd door mr. L.F. Buis, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Dordrecht, die als verweerder en verzoeker optreedt in deze procedure, vertegenwoordigd door mr. D.C. Alblas. De aanleiding voor de procedure was een verzoek van de burgemeester om beperkte kennisneming van een bestuurlijke rapportage van 27 januari 2022, waarin persoonsgegevens van betrokken natuurlijke personen zijn vermeld.

De rechtbank heeft in haar beoordeling het fundamentele beginsel van behoorlijke rechtspleging in acht genomen, waarbij de rechter zich alleen mag baseren op gegevens waarvan alle partijen de juistheid en volledigheid hebben kunnen nagaan. De rechter heeft vastgesteld dat de rapportage persoonsgegevens bevat die de privacy van betrokkenen kunnen schaden. De burgemeester had deze gegevens onleesbaar gemaakt, maar de rechtbank oordeelde dat het belang van de bescherming van persoonsgegevens en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen zwaarder weegt dan het belang van eiser bij kennisneming van deze gegevens.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de belangen van de betrokken personen gewichtige redenen vormen om de beperking van de kennisneming van de rapportage gerechtvaardigd te achten. De beslissing van de rechtbank houdt in dat de beperking van de kennisneming van het stuk gerechtvaardigd is, en deze beslissing is genomen door mr. A.S. Flikweert, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier. Een afschrift van deze beslissing is verzonden aan de partijen, en hoger beroep tegen deze beslissing is alleen mogelijk indien tegen de einduitspraak ook hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/2179
beslissing van de rechter als bedoeld in artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 10 oktober 2022 in de zaak tussen

[naam eiser], uit [woonplaats eiser], eiser,

(gemachtigde: mr. L.F. Buis),
en

de burgemeester van de gemeente Dordrecht,

verweerder (en tevens verzoeker),
(gemachtigde: mr. D.C. Alblas).

Aanleiding

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verzoeker van 13 april 2022.
Verzoeker heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank gezonden, waaronder een bestuurlijke rapportage van 27 januari 2022 (het stuk). Verzoeker heeft voor dit stuk op grond van artikel 8:29, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de rechtbank medegedeeld dat uitsluitend zij daarvan kennis zal mogen nemen van weggelakte passages en verzocht met toepassing van artikel 8:29, derde lid, van de Awb te beslissen dat de beperkte kennisneming, voor wat betreft die passages
,gerechtvaardigd is.

Beoordeling

1. Het is een fundamenteel beginsel van behoorlijke rechtspleging dat de rechter zich bij zijn oordeel alleen mag baseren op die gegevens van feitelijke aard waarvan alle partijen de juistheid en volledigheid hebben kunnen nagaan en ter discussie hebben kunnen stellen. Indien de rechter het gerechtvaardigd vindt dat kennisneming bij bepaalde (onderdelen van) het stuk moet worden beperkt, kan de rechtbank op grond van artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb slechts met toestemming van de andere partijen ook op basis van het stuk uitspraak doen.
2. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de rechter of de beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3. De rechter stelt vast dat in de bestuurlijke rapportage van 27 januari 2022 persoonsgegevens zijn vermeld van natuurlijke personen die bij het politieonderzoek betrokken zijn. Het gaat daarbij niet om namen van mensen die professioneel bij het onderzoek betrokken zijn. Verzoeker heeft deze gegevens onleesbaar gemaakt. Ook staan er foto’s in de bestuurlijke rapportage waarbij een persoon herkenbaar in beeld is gebracht. Verzoeker heeft het gezicht van deze persoon onherkenbaar gemaakt. Voor wat betreft deze gegevens overweegt de rechter dat het belang, van genoemde personen, bij bescherming van persoonsgegevens en de eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer aanzienlijk zwaarder weegt dan het belang dat eiser heeft bij kennisneming van deze gegevens. De kenbaarheid van deze gegevens is ook niet direct van belang voor de beslissing in de hoofdzaak. De rechter is op grond van het hiervoor overwogene van oordeel dat de hier aan de orde zijnde belangen gewichtige redenen vormen die beperking van de kennisneming als bedoeld in artikel 8:29, derde lid, van de Awb rechtvaardigen.

Beslissing

De rechter beslist dat beperking van de kennisneming van het stuk gerechtvaardigd is.
Deze beslissing is gedaan door mr. A.S. Flikweert, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier.
griffier rechter
Een afschrift van deze beslissing is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Hoger beroep tegen deze beslissing is slechts mogelijk indien tegen de einduitspraak ook hoger beroep wordt ingesteld.