ECLI:NL:RBROT:2022:8346

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 september 2022
Publicatiedatum
6 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/643445 / HA RK 22-856
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar op verzoek van een erfgenaam in een nalatenschap met niet reagerende belanghebbende

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 september 2022 een beschikking gegeven inzake de benoeming van een vereffenaar op verzoek van een erfgenaam. Het verzoek is ingediend door de verzoeker, die beneficiair heeft aanvaard, omdat de andere erfgenaam niet bereikbaar is en niet reageert op correspondentie van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker en de belanghebbende gezamenlijk erfgenamen zijn van de overleden erflaatster, mevrouw [naam erflaatster]. De rechtbank heeft op basis van artikel 4:203 BW besloten om mr. Noëlla van Dijk als vereffenaar te benoemen, zodat de nalatenschap kan worden afgewikkeld. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de verzoeker niet kan beschikken over de bankrekeningen van de erflaatster zonder een verklaring van erfrecht, wat de noodzaak voor de benoeming van een vereffenaar onderstreept. De rechtbank heeft de verzoeken van de verzoeker met betrekking tot de kosten van de vereffenaar afgewezen, met de opmerking dat deze verzoeken na de benoeming aan de kantonrechter moeten worden voorgelegd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de benoeming van de vereffenaar moet worden bekendgemaakt in de Staatscourant.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/643445 / HA RK 22-856
Beschikking van 29 september 2022
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats verzoeker] ,
verzoeker,
advocaat mr. H.J.G. Waaijer te Leiden
belanghebbende:
[belanghebbende],
wonende te [woonplaats belanghebbende] ,
belanghebbende.

1..Het procesverloop

1.1.
Op 18 augustus 2022 is bij de afdeling kanton ingekomen het verzoekschrift van verzoeker om een vereffenaar te benoemen, met producties. Dit verzoek is intern doorgestuurd naar de rechtbank. Bij brief van 2 september 2022 heeft verzoeker desgevraagd nadere producties ingediend.
1.2.
De griffier heeft bij aangetekende brief van 30 augustus 2022 belanghebbende gevraagd of hij verweer wil voeren tegen het ingekomen verzoekschrift. Belanghebbende heeft niet gereageerd.
1.3.
Omdat belanghebbende niet te kennen heeft gegeven dat hij verweer wil voeren en de rechtbank geen vragen aan verzoeker heeft, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

2..De vaststaande feiten

2.1.
Op 3 augustus 2021 is te Rotterdam overleden mevrouw [naam erflaatster] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [land] ), laatstelijk wonende op het adres [adres] , [postcode] te [woonplaats] (hierna: erflaatster).
2.2.
Erflaatster is gehuwd geweest met [persoon A] . Door het overlijden van [persoon A] op 21 februari 2004 is het huwelijk ontbonden. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren, te weten: belanghebbende en [persoon B] . [persoon B] is op 6 maart 2013 te Noordwijkerhout overleden en heeft één kind achtergelaten, te weten: verzoeker.
2.3.
Erflaatster heeft bij testament van 25 oktober 1978 over haar nalatenschap beschikt. Zij heeft hierin haar echtgenoot [persoon A] tot haar erfgenaam benoemd. Vanwege het overlijden van [persoon A] sorteert dit testament geen effect. Op grond van het versterferfrecht en plaatsvervulling zijn verzoeker en belanghebbende gezamenlijk de erfgenamen van erflaatster.
2.4.
Verzoeker heeft bij akte van 17 februari 2022 de nalatenschap van erflaatster beneficiair aanvaard.

3..Het verzoek

3.1.
Het verzoek strekt tot de benoeming van notaris mr. Noëlla van Dijk tot vereffenaar in de nalatenschap van erflaatster. Verzoeker verzoekt daarnaast om vast te stellen dat het loon van de vereffenaar zal worden berekend op basis van de door haar bestede tijd en het door haar gehanteerde uurtarief en te bepalen dat de vereffenaar de werkzaamheden maandelijks zal declareren bij de nalatenschap.
3.2.
Verzoeker heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat het notariskantoor Van Dijk diverse brieven heeft gestuurd naar het adres van belanghebbende om hem in kennis te stellen van zijn erfgenaamschap. Ook een deurwaarder heeft een boedelvolmacht en verklaring inzake erfgenaamschap betekend aan belanghebbende. Belanghebbende reageert echter niet. Zolang hij niet reageert op brieven kan geen verklaring van erfrecht worden opgemaakt en kan er niet worden beschikt over de bankrekeningen van erflaatster. De nalatenschap kan derhalve niet afgewikkeld en verdeeld worden. Verzoeker verzoekt daarom op grond van artikel 4:203 lid 1 onder a BW een vereffenaar te benoemen teneinde de nalatenschap te kunnen afwikkelen in plaats van de erfgenamen.

4..De beoordeling

4.1.
Omdat erflaatster in Rotterdam woonde op het moment dat zij overleed is de rechtbank Rotterdam, op grond van artikel 268 lid 1 Rv, bevoegd om van dit verzoek kennis te nemen.
4.2.
Op grond van artikel 4:203 lid 1 onder a BW kan de rechtbank na een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving een vereffenaar benoemen op verzoek van een erfgenaam.
4.3.
Verzoeker is erfgenaam van erflaatster en hij heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard, zodat aan de voorwaarden van het hiervoor genoemde artikel is voldaan en de rechtbank bevoegd is om een vereffenaar te benoemen. Verzoeker heeft ook voldoende onderbouwd dat hij vanwege het niet kunnen bereiken van belanghebbende voor het maken van een verklaring van erfrecht en het niet kunnen afwikkelen van de nalatenschap, belang heeft bij het benoemen van een vereffenaar. Het verzoek om een vereffenaar te benoemen zal daarom worden toegewezen.
4.4.
De door verzoeker voorgestelde vereffenaar, mr. Noëlla van Dijk, heeft schriftelijk verklaard dat zij bereid is om de benoeming tot vereffenaar te aanvaarden. De rechtbank zal haar tot vereffenaar benoemen. De vereffenaar dient haar benoeming tot vereffenaar bekend te maken in de (digitale) Staatscourant.
4.5.
Verzoeker heeft wat betreft de kosten van de vereffenaar verzocht om vast te stellen dat het loon van de vereffenaar berekend wordt op basis van de door haar bestede tijd en het door haar gehanteerde uurtarief en te bepalen dat de vereffenaar de werkzaamheden maandelijks zal declareren bij de nalatenschap. De rechtbank kan deze verzoeken niet toewijzen. Deze verzoeken dienen op grond van artikel 4:206 lid 3 BW na de benoeming aan de kantonrechter te worden voorgelegd. Daarbij merkt de rechtbank op dat conform de aanbevelingen die zijn opgenomen in de ‘Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter’ het loon dient aan te sluiten bij de ‘Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling’ (beide te vinden op rechtspraak.nl).

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
benoemt
mr. Noëlla van Dijk, werkzaam als notaris bij Notariskantoor Van Dijk, kantoorhoudende aan de Herenweg 22, 2211 CD te Noordwijkerhout, tot vereffenaar in de nalatenschap van:
[naam erflaatster] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [land] ),
laatstelijk gewoond hebbende te Rotterdam,
overleden op 3 augustus 2021 te Rotterdam,
5.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
5.4.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam, op de hoogte te stellen van deze benoeming;
5.5.
draagt de vereffenaar op zijn benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant;
5.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2022. [1]
3120

Voetnoten

1.Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.