Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[adres verdachte] [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van de onder 1 primair, impliciet primair, ten laste gelegde moord;
- bewezenverklaring van de onder 1 primair, impliciet subsidiair, ten laste gelegde doodslag en het onder 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met bevel tot dwangverpleging;
- een rijontzegging voor de duur van 10 jaren, met aftrek van de tijd dat het rijbewijs van de verdachte inmiddels is ingevorderd;
- de ontzetting uit het recht om het beroep van beroepschauffeur uit te oefenen, gedurende de periode van tien jaren, en daarbij te bepalen dat het beroepsverbod zal ingaan op de dag dat de ontzetting uit de rijbevoegdheid eindigt.
4..Waardering van het bewijs
“Ik zie de motoragent een beweging maken, mogelijk armbeweging, waaruit ik begreep dat ik moest volgen mee naar rechts, want daar moest ik toch naar toe.”Ook dit wijst er eens te meer op dat verdachte - al (ruim) voor hij op de uitvoegstrook reed - de motoragent heeft gezien. Verder heeft de verdachte verklaard dat hij de keuze heeft gemaakt om naar links te sturen om zo de motoragent te kunnen ontwijken. Ook dat acht de rechtbank ongeloofwaardig. Op de beelden is te zien dat verdachte pas op het moment van de aanrijding of zeer kort daarvoor een (zichtbare) stuurbeweging naar links maakte, de uitvoegstrook verliet en rechtdoor reed. De stuurbeweging past daardoor niet bij het (willen) ontwijken van de motoragent, maar wel bij het (willen) aanrijden van hem. Er was een mogelijkheid duidelijk eerder en verder naar links uit te wijken. De bocht naar rechts had hij nooit kunnen nemen met een snelheid van 45 km/uur of meer, en zijn gedrag na de aanrijding - wat verderop onder feit 2 uitgebreider wordt besproken - lijkt sterk op vluchtgedrag.
5..Strafbaarheid feiten
1..doodslag;
2..overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen en maatregel
met voorwaarden.
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregel
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaren;
van overheidswege wordt verpleegd;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
10 (tien) jaren;
-
gelast de teruggave aande rechthebbende
[naam persoon]van: vrachtauto merk [merk/type voertuig] , gekentekend [kentekennummer] ;
€ 58.472,04 (zegge: achtenvijftig duizend vierhonderd tweeënzeventig euro en vier cent), bestaande uit € 972,04 aan materiële schade en € 57.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 1] te betalen
€ 58.472,04 (zegge: achtenvijftig duizend vierhonderd tweeënzeventig euro en vier cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 58.472,04 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
80 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 30.100,67 (zegge: dertigduizend honderd euro en zevenenzestig cent), bestaande uit € 5.100,67 aan materiële schade en € 25.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 2] te betalen
€ 30.100,67 (zegge: dertigduizend honderd euro en zevenenzestig cent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 30.100,67 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
44 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 22.002,99 (zegge: tweeëntwintig duizend twee euro en negenennegentig cent), bestaande uit € 2.002,99 aan materiële schade en
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 3] te betalen
€ 22.002,99 (zegge: tweeëntwintig duizend twee euro en negenennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 22.002,99 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
30 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 50.068,19 (zegge: vijftigduizend achtenzestig euro en negentien cent), bestaande uit € 68,19 aan materiële schade en € 50.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 4] te betalen
€ 50.068,19 (zegge: vijftigduizend achtenzestig euro en negentien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 50.068,19 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
73 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 19.497,52 (zegge: negentien duizend vierhonderd zevenennegentig euro en tweeënvijftig cent),bestaande uit € 4.497,52 aan materiële schade en € 15.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 5] te betalen
€ 19.497,52 (zegge: negentien duizend vierhonderd zevenennegentig euro en tweeënvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 19.497,52 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
28 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 3.011 (zegge: drieduizend en elf euro)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 6] te betalen
€ 3.011 (zegge: drieduizend en elf euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 3.011,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 71.158,- (zegge: eenenzeventig duizend honderdachtenvijftig euro)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van Nationale Politie te betalen
€ 71.158,- (zegge: eenenzeventig duizend honderdachtenvijftig euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 71.158,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
102 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;