ECLI:NL:RBROT:2022:8329
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake de stopzetting van de Ziektewetuitkering van eiser met betrekking tot neuropsychologische onderzoeken en medisch objectiveerbare beperkingen
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 7 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen de stopzetting van zijn Ziektewet (ZW-)uitkering beoordeeld. Eiser, die zich ziek heeft gemeld vanuit een situatie van werkloosheid, had een ZW-uitkering die door verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, met een primair besluit van 24 november 2020 werd stopgezet per 25 december 2020. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar verweerder bleef bij zijn besluit na een herbeoordeling. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd en dat zijn fysieke en mentale beperkingen onvoldoende zijn meegewogen. Hij heeft onder andere gewezen op een verslechtering van zijn situatie, zoals blijkt uit neuropsychologisch onderzoek en andere medische rapportages.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het medisch onderzoek bestond uit dossieronderzoek, lichamelijk en psychisch onderzoek, en dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de uitkomsten van de neuropsychologische onderzoeken niet zonder meer kan overnemen. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de neuropsychologische onderzoeken niet leiden tot medisch objectiveerbare beperkingen. Daarom heeft de rechtbank verweerder in de gelegenheid gesteld om het gebrek in de motivering te herstellen binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep, waarbij ook de proceskosten en het griffierecht nog niet zijn behandeld.