Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het verzoekschrift, met productie 1 tot en met 4;
- het verweerschrift, met één productie.
2..De feiten
3..Het geschil
- Unigarant te veroordelen tot betaling van een vergoeding aan immateriële schade van
- Unigarant te veroordelen in de kosten van de procedure, begroot op € 6.344,03, te vermeerderen met het griffierecht.
4..De beoordeling
dat[verzoekster] recht heeft op smartengeld. Unigarant heeft niet - althans niet voldoende gemotiveerd - betwist dat een beslissing over de hoogte van het smartengeld kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellings-overeenkomst tussen partijen. De zaak is dan ook geschikt voor behandeling als deelgeschil.
vanwegehet ongeval - aanhoudend knieklachten, met name links en in mindere mate ook rechts. Zij heeft nog steeds pijn aan haar knieën en kan haar linkerknie slechts beperkt buigen. Traplopen is moeilijk. De rechtbank gaat er, op basis van de onvoldoende gemotiveerd weersproken stellingen van [verzoekster] , vanuit dat er sprake is van een medische eindtoestand. De knieklachten zullen dus blijvend zijn. Hoewel haar B.I. percentage (objectief gezien) met 1 tot 3 procent gering is, wegen de pijnklachten en de lichamelijke beperkingen voor [verzoekster] (subjectief gezien) extra zwaar omdat zij, als alleenstaande moeder van een baby, meer last heeft van haar beperkingen. Zo kan zij niet goed met haar dochtertje de trap op en af, kan zij niet op de grond gehurkt of op haar knieën met haar dochtertje spelen. [verzoekster] heeft als moeder vaak hulp nodig. Om deze redenen heeft [verzoekster] haar zelfstandigheid moeten opgeven en is zij met haar dochtertje bij haar ouders in Zeeland gaan wonen.
persoonlijke, subjectieveomstandigheden aan de kant van [verzoekster] , acht de rechtbank een hogere vergoeding passend. De Smartengeldgids is een leidraad. De rechtbank heeft de ruimte om daarvan af te wijken en doet dat hier. De afwijking die [verzoekster] verzoekt beoordeelt de rechtbank echter als bovenmatig. De rechtbank ziet geen ruimte voor de in het verzoekschrift verzochte € 22.500,00. Dan zou te veel worden afgeweken van min of meer vergelijkbare uitspraken betreffende been- of voetletsel. Daarbij: [verzoekster] is éénmaal geopereerd, er was geen sprake van een gecompliceerde breuk, ze heeft kunnen werken, ze kan op een elektrische fiets - door Unigarant ter beschikking gesteld - fietsen en kan ook weer sporten, zo begrijpt de rechtbank. Veel dingen kan [verzoekster] gelukkig dus wel.
onnodigverrichte operatie maar een operatie die nodig was na het verkeersongeval dat [verzoekster] is overkomen. De vergelijking met de door [verzoekster] aangehaalde uitspraak van de rechtbank Utrecht (ECLI:NL:RBUTR:2011: BQ0094) gaat daarom niet op.
€ 7.500,00 in dit geval redelijk en billijk is.